Week 1: Psychiatric models in context Flashcards

Slade, Mike (2009) Chapter 2: "In personal recovery and mental illness: A guide for mental health professionals"

1
Q

Wat voor soort boek is Chapter 2 van Slade, Mike (2009)?

A

Boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Core message

A

De verschillende modellen beschrijven die mentale ziekten proberen te verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is audience?

A

Mentale gezondheidsprofessionals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Content of paper ‘Table of contents’

A

Hieronder heb ik de tabel van Luca beschreven. Tabel is opgedeeld, aan de ene kant het ‘domein’ en de andere kant ‘dominant concept/benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Domein = Verantwoordelijkheden en relaties

Ethische imperatieven voor therapeuten

A

Handelen in het beste belang, verantwoordelijkheid voor de patient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Domein: Verantwoordelijkheden en relaties

Primaire verantwoordelijkheid van therapeut

A

Diagnosticeren en behandelen van mentale ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Domein: Verantwoordelijkheden en relaties

Primaire verantwoordelijkheid van patient

A

Voorgeschreven behandeling nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Domein: Verantwoordelijkheden en relaties

Relatie met patient

A

Expert en autoritatief

–> Autoritatief is bijvoorbeeld democraties, tov autoritair. Of een goede opvoedstijl waarin grenzen duidelijk zijn maar er ook ruimte is voor eigen ontwikkeling etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Domein: Assessment

Basisbegrip van mentale ziekte

A

Psychopathologie door verstoorde homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Domein: Assessment

Focus van assessment

A

Intrapsychische gebreken en problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Domein: Assessment

Doel van assessment

A

Identificatie van mentale ziekte en diagnose maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Domein: Actie

Driver voor klinische en patient actie

A

Motivatievermijding - vermijding van symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Domein: Actie

Focus van actie

A

Therapeut behandelt patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Domein: Actie

Proximaal doel van behandeling

A

Symptoomvermindering, functionele verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Domein: Actie

Distaal doel van behandeling

A

Ziekte genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Domein: Actie

Evaluatie van behandelingssucces

A

Door therapeut door objectieve uitkomst assessment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Domein: Actie

Betekenis van herstel

A

Restoratie van verstoorde homeostase - terug naar normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

All important terms & concepts, incl. definitions

A

Hier wordt het begrip mentale ziekte besproken en de modellen die dit begrip beschrijven.

  • Klinisch model
  • Beperkingsmodel
  • Diversiteitsmodel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Mentale ziekte

A

Subjectieve ervaring.

De pragmatische btekenis (hangst af van de context; praktische toepassing) is een stoornis zonder fysieke oorzaak: een functionele ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Het eerste model van de 3 is klinische modellen

A

Klinische modellen beschrijven de wereld m.b.v. bewijs van de klinische wetenschap.

De focus ligt op accurate assessment gevolgd door het kiezen van de beste behandeling.

Deze modellen zijn ontwikkeld door GGZ-professionals.

De volgende modellen worden besproken bij de klinische modellen:
1. Biomedisch model
2. Biopsychosociaal model
3. Cognitief model (Beck)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Klinische modellen

Wat zijn de 2 assumpties van het Biomedisch model

A
  1. Een ziekte heeft één onderliggende biologische oorzaak (een ziekte).
  2. Eliminatie van die ziekte leidt tot terugkeer van goede gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

KLinische modellen

Biomedisch model: wat zegt Karl Jaspers?

A

Begrijpen > Verklaren.

Hij heeft een fenomenologische benadering; door zorgvuldig te luisteren naar de innerlijke wereld.

Hij benadrukt universele vorm.

Gives priority to psychopathology over epiphenomenon of its socioculturally influences expression in the environment.
Negeert dus de context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Klinische modellen

Biomedisch model: wat is fenomenologische benadering?

A

Begrijpen/beschrijven van menselijke ervaringen zoals ze worden beleefd, zonder aannames of theoretische concepten.

Direct waarnemen/beschrijven van een fenomeen.

24
Q

Klinische modellen

Biomedisch model: wat is het doel

A

Beschrijving van de psychopathologie waarbij luisteren wordt gebruikt om fenomenen op te roepen.

25
# KLinische modellen Biomedisch model: wat is het **probleem**
Geen van de assumpties is **universeel** waar bij mentale ziekten. Persoonlijke betekenis is niet mogelijk. Geen oog voor **context** --> te simpel.
26
# Klinische modellen Biopsychosociaal model (meest aangehangen)
Stelt dat mentale ziekte niet bestaat in een biologisch vacuüm. Interpersoonlijke, contextuele en relationele factoren beinvloeden de interpretatie, begin, verloop en uitkomst. --> **Stress-vulnerability diasthesis**
27
# Klinische modellen Biopsychosociaal model (meest aangehangen): wat is het **probleem**
Geeft prioriteit aan het bio gedeelte. Ze zien psychologische en sociale factoren alleen als triggers van een onderliggende ziekte.
27
Wat zijn de sterke punten van de eerste 2 klinische modellen? (biomedisch en biopsychosociaal) | 5 punten
1. Kennis is **gesystematiseerd** en vatbaar voor testen 2. **Overdraagbaar** in tijd en ruimte 3. Nieuwe professionals kunnen worden **getraind** in deze modellen 4. Ze leiden tot **actie**; richtlijnen voor professionals 5. Veel patienten hadden **baat** bij deze behandelingen
28
Deze 2 modellen hebben een aantal problemen; de assumpties en working practices **passen niet in de realiteit**. Hier worden 4 redenen voor gegeven: | 4 redenen nog zonder uitleg
1. Mentale ziekte wordt niet (alleen) veroorzaakt door verstoorde homeostase 2. Diagnose 'does not cut nature at its joints' 3. Assessment processen creeren stigma 4. Behandeling zorgt niet voor genezing
28
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Mentale ziekte wordt niet (alleen) veroorzaakt door verstoorde homeostase**: van successionist naar generatief
2 causatietheorieen waarbij we van **successionist** naar **generatief** willen: - **Succesionist**: fysiek. 'Altijd' kan altijd bij 'veroorzaakt' staan. - **Generatief**: mentaal. 'Altijd' kan niet altijd bij 'veroorzaakt' staan. Mentale ziekte wordt niet altijd veroorzaakt door verstoorde homeostase.
28
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Mentale ziekte wordt niet (alleen) veroorzaakt door verstoorde homeostase**: wat is het probleem met diagnose?
Het centrale punt is **diagnose**, maar er is een **verschil** tussen de diagnose van een **fysieke en een mentale** ziekte. - Fysieke stoornis vereist **uitleg**: "ontsteking veroorzaakt hoofdpijn". *De essentie van het fenomeen, kan je wel rangschikken* - Een mentale stoornis vereist **begrijpen**: "Rouw veroorzaakt depressie". *De interpretatie van het fenomeen, kan je niet rangschikken*
29
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit Diagnose 'does not cut nature at its joints'
Stabiele, onveranderbare psychopathologische diagnostische categorieen bestaan niet. Tijd en cultuur veranderd. De afgelopen jaren zijn er veel ziekten bijgekomen, kan komen door: - Gevolgen v/d waarden van verlichting; rationaliteit en wetenschap - Hoe meer catergorieen, hoe meer geld, hoe meer invloed van experts
30
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Assessment processen creeren stigma**: assessment zou eigenlijk moeten focussen op 4 domeinen:
1. Gebreken 2. Sterke punten 3. Gebreken in de omgeving 4. Bronnen in de omgeving
31
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Assessment processen creeren stigma**: volgens de modellen moet er alleen een focus zijn op 1 domein ipv 4, dit leidt tot 3 problemen:
1. Deïndividuatie 2. Verwaarlozing v/d omgeving 3. Negatieve bias
32
# Even de begrippen van hiervoor nog wat uitgebreider uitleggen Deïndividuatie
Labellen leidt tot minder **within-group verschillen** en veel **between-group verschillen**. Het is dus niet in balans - **Social distinctiveness thoery**: men heeft een behoefte aan gelijkheid en verschil. Hierin moet een balans zijn.
33
# Even begrippen van hiervoor wat uitgebreider uitleggen Negatieve bias
Positieve, beschermende factore worden niet besproken. Versterkt het idee dat ze gebreken hebben; groter stigma en confirmation bias. Focus on deficits
34
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Behandeling zorgt niet voor genezing**: welk probleem onstaat door iets *aan* de patient te doen i.p.v. *met*
De overtuiging is dat behandeling voor genezing zorgt. Norm is dat er iets **aan** patient wordt gedaan ipv **met**, dit leidt tot - **Double blindness**: we stellen dat de ziekte niet jouw fout is (biologisch), maar je bent wel verantwoordelijk. Het valt te genezen, maar alleen als je naar ons luistert. --> Dit schaadt therapietrouw (probleemgedrag) of leidt juist tot té afhankelijk
35
# Probleem: de assumpties en working practices passen niet in de realiteit **Behandeling zorgt niet voor genezing**: wat zijn 2 problemen door behandeling *aan*
1. Primaire verantwoordelijkheid ligt bij **expert** 2. Door verwaarlozing v/d context promoten de interventies **geen veerkracht**
35
Alle 3 de modellen hanteren dus:
Een **psychopathology framework**, verwaarlozen de context en leggen nadruk op rationaliteit (enlightment)
35
# Klinische modellen Cognitief model (Beck)
- Cognitieve model benadruktt de **interpretatie** van ervaringen - CBT is **geindividualiseerd**, persoon-specifiek en heeft potentie om betekenis en autonomie te herstellen. Het heeft dus kansen
35
# Klinische modellen Cognitief model (Beck): bevat CBT 4 assumpties
1. Focus op **psychopathologie**; abnormaal, onaangepast, afwijkend 2. Ze stellen dat psychopathologie **vershcilt van soort**, niet alleen in mate, van de normale problemen in de non-klinische populatie 3. Stoornissen zijn **biologisch/medisch**; liggen in het individu 4. De therapeut moet de stoornis **diagnosticeren, behandelen en genezen**
35
# Klinische modellen Cognitief model (Beck): welk **probleem** onstaat door CBT?
CBT deelt veel assumpties over psychopathologie met het biomedische en biopsychosociale model. Dus, interpretatie van fenomenologische ervaringen i.p.v. context
35
Social disability model
Stelt dat iemand beperkt is als hij/zij **barrières en exlusie** ervaart als **gevolg van zijn/haar beperkingen**. Deze negatieve associaties willen ze veranderen in positieve associaties.
36
# Social disability model 3 voordelen model
1. Het veronderstelt **geen** construction of understanding (biologisch, medisch, familie) 2. Groepen met beperkingen worden **beter op elkaar afgestemd** wat kan zorgen voor positievere maatschappelijke attitudes 3. Door de afstemming komt er **minder nadruk op de ziekte** en meer op **adaptatie**; holistische kijk v/d persoon i/d context - "wat is er met jou" --> "wat heb je nodig om een normaal leven te leiden"
36
# Social disability model Ze stellen dat er naar 3 niveaus van impact moet worden gekeken:
1. Ziekte (directe impact van symptomen) 2. Behandeling 3. Sociale gevolgen
36
# Nog ff wat dieper erop in joee Sociale gevolgen | wat zijn de sociale gevolgen + dit model in het werkdomein
Stigma, sociale exclusie en zelfstigma. In het werkdomein heeft dit model een aantal voordelen: 1. Biedt een basis voor **begrip en werkmogelijkheden** dus herstel van **sociale rollen** 2. Het bevat **discriminatie en exclusie** wat vaak centraal staat in het leven van patienten. Ze benoemen daarbij de barrières voor werk 3. Consistent met het **overheidsbeleid, perspectieven vd patienten** en helpdialoog creeren met werkgevers.
36
# Nog ff wat dieper erop in joee Social disability model: behandeling bevordert:
Autonomie (intern locus of control), Sociale rollen (geen sick role), Schadelijke aspecten van behandeling (als je bv. bedwelmd lijkt door je medicatie, kan er meer schade dan voordelen opleveren) en Behandeling moet hoopvolheid creeren.
37
# Social disabilitty model Dit model benadrukt dus:
Het belang van accomodaties op werk voor mensen met een mentale stoornis; zij hebben ook recht op werk. Shared responsibility
38
Diversieitsmodellen
Focus op **emancipatorische veranderingen** in maatschappij ipv verandering in behandeling of adaptatie door het individu.
39
# Diversiteitsmodellen Ze dagen 3 assumpties uit:
1. Mentale ziekte is psychopathologisch 2. Mentale ziekte is dichotoom 3. Mentale ziekte is negatief
40
# Nog weer dieper erop in he Mentale ziekte is psychopathologisch
Ze focussen op het intergreren van alle aspecten vd menselijke ervaring in één zelfidentiteit. Ze dagen de terminologie van mentale ziekten uit (stigma verlagen)
41
# Jaa joe ander begrijp je het nie Mentale ziekte is dichotoom
Dit onderscheid is subjectief ipv objectief
42
# Nog eentje dan Mentale ziekte is negatief
Moet niet leiden tot negatievere verwachtingen.
43
# Diversiteitsmodellen Wat zijn de implicaties van dit model?
- Rationalisme heeft **geen** prioriteit - Balans van macht verandert, expertise vd professional is **minder waard** - Meer aandacht naar **empowerment** en **bewustzijn** van sociaal-culturele druk en assumpties. Als iemand geen hulp wil is dat niet haar probleem.
44