week 3, HC.2 - Artrose

Question 1

wat is artrose

Answer 1

verlies van gewrichtskraakbeen

ombouw van het onderkraakbeen liggend subchondraal bot –> harder, sclerotisch

onsteking van synoviale membraan

gewrichtspijn na belasting, stijfheid en bewegingsbeperking

Question 2

overweeg artrose bij

Answer 2

1. leeftijd 45 jaar of ouder
2. aan activiteit gerelateerde kniepijn
3. geen of kortdurende ochtendstijfheid

Question 3

diagnostiek heup en knie artrose 1e of 2e lijn zorg

Answer 3

stel diagnose obv anamnese en LO als een pt.

1. ouder is dag 45
2. activiteiten gerelateerde pijn heeft
3. geen of kortdurende (<30 min)

wel beeldvorming bij

atypische presentatie
onverwacht snelle progrssie of verandering in patroon klachten
prothese indicatie

Question 4

oorzaak artrose

Answer 4

primair/idiopathische atrose –> oorzaak niet duidelijk

secundaire artrose
- trauma
- infectie
- gewichtsafwijkingne/ stollingssootring

Question 5

functie kraakbeen

Answer 5

glad oppervlak (lage weerstand)
schok dempen
verdelen belasting over subchondraal bot

Question 6

pathofysiologie artrose

Answer 6

hyalien kraakbeen schade –> falen reparatiemechanismen –> subchondrale bot-verandering

zorgt voor inflammatoire processen

Question 7

Risicofactoren artrose

Answer 7

niet modificeerdbare
- leeftijd
- geslacht V > M
- genetisch

modificeerbare
- overgewicht
- trauma

Question 8

overgewicht

Answer 8

minder gewicht is minder artrose
vetweefsel –> meer ontsteking
handartrose –> systemische invloed?

Question 9

waar komt artrose vaak voor

Answer 9

cervicaal, lumbaal,

heupen, knieën

MCP-1 en DIP en pIP

Question 10

wat zie je bij een varus knie (o-been)(

Answer 10

mediale compartiments artrose

Question 11

rontgenafwijkingen bij artrose

Answer 11

gewcihtsspleetversmalling
osteofytvorming
subcondrale cystevorming
subchondrale sclerosis

deformatie

Question 12

kellgren en lawrence classificatie

Answer 12

graad 0 -> geen artrose
Graad 1 –> mogelijk gewrichtsspleet versmalling en osteofyten

graad 2 –> zeker gewrichtsspleet verslamming, osteofyten en matige sclerose
graad 3 –> duidelijke gewrichtsspleet versmalling, osteofyten, enige sclerose en cystevorming
graad 4 –> ernstige gewrichtsspleet versmalling, sclerose, cysten, duidelijke deformiteiten en grote osteofyten

Question 13

incidentie bij sporters

Answer 13

knieatrose

verhoogde incidentie tov controlegroepen
meer patellofemorale artrose bij langeafstandlopers en gewichtheffers
meer tibiofemorale artrose bij tennisspelers en voetballers

vaak artrose door trauma
- meniscus
- voorste kruisband
- kraakbeen

Question 14

doelen behandeling

Answer 14

1. voorlichting pt, familie en omgeving
2. verminderen pijn en stijfheid
3. behouden/verbeteren gewrichts-mobilitiet
4. beperkten lichamelijke handicaps
5. behouden / verbeteren kwaliteit van leven

Question 15

conservatieve therapie

Answer 15

meer pijn –> kracht neemt af –> stabiliteit neemt af –> belasting neemt toe

dus meer bewegen, gezond leven, stabiliteit bieden etc

Question 16

farmacologische therapie

Answer 16

doel –> pijn verminderen

paracetamol, topicale pijnstilling (voltaren-gel, capsaicine)

NSAID (sprine, diclofenac, ibu, arthrotec)

COX-2 remmers

eventueel ejecties –> enkel voor hele actieve knie
- pijnstiller
- corticosteroiden
- hyaluronzuur

Question 17

operatieve behandeling

Answer 17

conservatieve operatie –> gewrichts sparend
arthrodese –> gewricht verstijven
resectie arthroplastiek –> gewricht verwijderen
prothese –> gewrichts vervangend

Question 18

knie distractie

Answer 18

trekt bot uit elkaar –> geeft rust voor kraakbeen