week 3, HC.1 - Anatomie van het bekken, de heup en het bovenbeen Flashcards
concentrische vs excentrische contractie
concentrische contractie –> kracht en verkorting spier
excentrische contractie –> kracht. maar de spier word langer
verschil art. coxae en art. glenohumerale
art. coxae heeft veel meer passieve
welke spier van de hamstrings is bi-articulair
m rectus femoris
alle vastus medius, intermedius en lateralis zijn mono articulair
functie patella
verdelen krachten van de quadricpes
inclinatie hoek
hoek van de femor en de caput
anterversie hoek
hoe ver de caput draait ten opzichte van het kniegewricht –> voor of naar achter tov het gewricht
m. iliopsoas
optillen been
- psoas majo insertie -> lumbale wervels
- m. ilialus -> insertie –> cristae iliaca
gluteus medisus
abductor, insertie op trochanter major
functie abductoren
rechthouden heup
n. femoralis infervatie
quadriceps en sartorius
n. ischisadicus
hemstrings
n. gluteus superior
abductoren