Week 2: Hersendood en orgaandonatie Flashcards
KOW Transplantatiegeneeskunde T6 - Week 2
Coma
= gedaald bewustzijn, EMV<=8
Hersendood
= compleet en irreversibel falen van cerebrum, hersenstam en medulla oblongata
Glasgow Coma Scale
E(4)-M(6)-V(5) –> EMV<=8 betekent coma.
Oorzaken voor coma
- Medicamenteus/drugs
- Trauma
- Neurologische ziekte
Oorzaak hersendood
Toegenomen intracraniële druk (trauma, bloeding, ischemie)
- Progressieve ICP –> compressie bloedvaten –> hyperemie –> toename oedeem / zwelling –> progressieve ICP etc.
Wat zijn de criteria voor iemand om ‘hersendood’ te zijn?
(1) Patiënt is in diepste stadium van coma (E1M1V1)
(2) De oorzaak van het fatale letsel is bekend en onbehandelbaar
(3) Er wordt voldaan aan de prealabele voorwaarden
(4) Alle hersenstamreflexen zijn afwezig
(5) Het aanvullend onderzoek toont afwezigheid van bloedflow of hersenactiviteit
(6) Er is geen ademhaling: apneutest.
Prealabele voorwaarden hersendood (5x)
- Hypothermie: <32 graden
- Intoxicatie.
- Hypotensie: systole <80 mmHg
- Blokkade neuromusculaire overgang / ernstige biochemische of metabole stoornis
- Reanimatie in de voorafgaande uren (EMC 24u)
Hersenstamreflexen
- Pupilreflex: n. II en III
- Corneareflex: n. V en VII
- Oculocephaal reflex: n. III, VI en VIII
- Hoestreflex: n. IX en X
- Oculo vestibulaire reflex: n. III, VI en VIII
Aanvullend onderzoek hersendood
- EEG
- CT-Angiografie hersenen
- Transcraniële Doppler