week 15, HC.7 - Beroeps– en voedselallergie Flashcards

1
Q

beroepsallergie kenmerken

A

klachten zelfde als bij voedsel

kenmerken
- klachten tijdens het werk
- klachten verergeren richting eind van de werkweek
- klachten verminderen tijdens weekend
- klachten verdwijnen grotendeels tijdens vakantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

risico factoren beroepsallergie + priming effect

A

hoge en continue expositie aan het allergeen
atopie
roken
sensibilisatie voor het allergeen (IgE)

neus en longslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

allergische reactie beroeps allergenen groepen

A

hoogmoleculair stoffen
- biologisch, eiwitten en enzymen

laag moleculair
- niet biologisch chemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

anamnese

A

beroep
aantal jaren in huidige baan
symptomen
verbetering in weekend of vakantie
toename klachten tijdens werkweek

arbeidsomstandigheden
expositie op het werk
verdachte allergenen
recente veranderingen

etc etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rhinitis relatie tot astama

A

rhinitis vaak voorloper astma
- 57% voor Hoogmoleculaire stoffen
- 20% voor laag moleculaire stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hyperreactiviteit van de luchtwegen

A

toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli –> rook, parfums, sprays, schoonmaakmiddel

verschil met allergie
- deze stimuli zullen geen inflammatie en geen sensibilisatie induceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

direct toxische effecten van irritantia

A

langrudrige expositie aan –> oplosmiddelen, formaldehyde, styreen

klachten –> cilia verlies, hyperplasie, metaplasie, atrofische rhinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

RADS

A

reactive airway dysfunction syndrome

persisterend astma en hyperreactiviteit door eenmalige forse expositie aan een irritants (chloordamp, brandrook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kruisreactiviteit

A

IgE antistoffen gericht primair tegen inhalatie allergenen die ten gevolgen van botanische verwantschap secundair reageren met voedselallergenen

(ook voedsel allergenen onderling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

veelvoorkomende inhalatie voeding kruisreactiviteti

A

boompollen
- hzalnoot, walnoot
- appel, perzik
- kiwi druif, kers

huisstofmijt
- garnalen, slakken, krab

graspollen
- tomaat, tarwe, pinda, aardappel, meloen, peulvruchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

thermostabiel en thermolabiel

A

thermostabiel –> verhitting nogsteeds anafylaxe

thermolabiel –> bij verhitting geen allergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly