week 14, VO's en ZO's Flashcards

1
Q

welke twee belopen van moeheid + diagnose kunnen er onderscheiden worden

A
  • moeheid na (goede) nachtrust en verbetert loop van de dag (sterk wisselend) –> depressie
  • moeheid die in de loop van de dag ontstaat verbetert door rusten en verergert door inspanning –>lichamelijke ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

testen om sarcoidose vast te stellen

A
  • X-thorax (bihilaire lymfadenopathie
  • ACE- bepaling –> verhoogd
  • calcium en vit D verhoogd
  • T-lymfocyten (vooral TCD4 verlaagt)
  • serum oplosbaer IL-2 receptoren
  • BAL
  • biopten niet verkazende granulomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

diagnotische testen syndroom van sjogren

A

schirmer test –> traanproductie
lipbiopt
antistofbepaling –> anti SS-A en SS-B

gespikkeld ANA partoorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling syndroom van sjogren

A

symptomatische therapie
plaquenil –> onstekingsremment
ilocarpine –> stimuleerd muscarine M3 receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke marker is specifiek voor sclerodactylie

A

anti scl70 (diffuus soort)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CREST syndroom

A

limitit seclerodermie –> calcinosos, RAynaud, Esophagus dysmobility, sclerodactylie en teleangiectasien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de crieteria voor SLE

A
  • polyartirits
  • trombopenie
  • positief ANA
  • positief anti-dsDNA (ERNORM specifiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling SLE

A

hydroxychloroquine (plaquenlil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is schistosomiasis

A

parasiet (tussen gastheer zoetwater slakken)

in de lever ontwikkeling tot volwassen wormen en gaan nestelen in de mesenteriale venen

klachten door weefselreactie op eieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten schistosomiasis

A

S. haematobium –> 54 landen afrika en middelandsezee gebied
S. tercalatum –> centraal afrika
S. mansoni –> suriname en afrika overl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

echinococcus granulosum

A

hondenlindworm
mens enkel tussengastheer
cyste met interne structuren (vaak in de lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe toon je infectie met echinococcosis aan

A

CT-scan en serolgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

behandeling van de echinococcus infectie

A

PAIR –> puncture, aspiratio, injectio en reaspiration of chirurgisch verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zikavirus

A

ARBO-virus

80|% geen klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

diagnostiek zika virus

A

PCR
antistofbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gele koorts

A

RNA virus
vector is mug

  1. infectiefase (koorts en malaise)
  2. fase van remissie (verbetering)
    15 % komt in deze fase –> 3. fase van introxicatie
    - multi-orgaanfalen, stollingsstoornissen en shock.