Week 11, PD's Flashcards

1
Q

Wat is guillain-Barre syndroom (GBS)

A

acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie (antistoffen tegen zenuwen)

1-2 per 100.000

  • Snel progressieve parese van armen/benen
  • gelaatszwakte
  • gevoelstoornissen
  • respiratoire insufficientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behandeling GBS

A

intraveneuze immunoglobulinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke infectie gaat vaak vooraf GBS

A

Campylobacter jejuni

moleculaire mimicry tussen C.jejuni en zenuwen –> kruisreactie antistofreatie tegen gangliosiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

twee formen GBS

A

Puur motore GBS

miller-Fisher syndroom –> paralyse oogspieren, ataxie en areflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

enense

A

aanvallen van myelinelaag door macrofagen –> acute inflammatoire demulenisatie polyneuropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

syndroom van Sjogren

A

gegeneraliseerde auto-immuunziekte met betrokkenheid van traanklieren en speekselklieren

veel vaker bij vrouwen (10:1)
eerste verschijnselen en diagnose gem 9 jr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oorzaken droogteklachten bij sjogren

A

vermindere functie van traan en speekselklekren dus niet destructie] –> later kan ook ontsteking ontstaan en destructie van de klieren

door focale ophoping T-lymfocyten om afvoergangen van de speekselklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling syndroom sjogren

A

kunsttranen en speeksel

pilocarpine –> verdringt anti-M3R en stimuleert M3R –> zorgt voor secretie
- bijwerkingen: hevig transpirenen, overmatige secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

risico bij syndroom van sjorgen

A

sneller lymfekliermalignitieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is systemische lupus erythematodes (SLE)

A

gegeneraliseerde atuo-immuunziekte die word gekenmerkt door antinucleaire antistoffen, immuuncomplexen en UV-gevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pathogenense SLE

A

sterk immuunrespons tegn verschillende organen en bloedcellen

er worden immuncomplexen gevormd die zorgen voor activatie van het complementsysteem –> dit zorgt voor weefselschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling SLE

A

symptomatisch corticosteroiden en NSAID’s

  • hydrocychlorquine
  • belimumab –> tegen groeifactor B-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is granulomatosis met polyangiitis (GPA)

A

een ANCA geassocieerde vasculitis waarbij met name het KNO-gebied is aangedaan –> Zadelneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling GPA

A

Prednison
+ cyclofosfamide of azathiprine

rituximab (B-cellen) en C5a Blokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly