week 12, PD's Flashcards

1
Q

pathogenese sarcoidose

A

inflammatoire granulomateuze ziekte met onbekende oorzaak

granuloom –> monocytaire cellen met daaromheen een band met T-lymfocyten bij sarcoidose is er productie van ACE en IL-2R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behandeling van sarcoidose

A

corticosteroiden
metrhotrexaat
azathiprine

TNF blokker
hydroxychloroquine

Anti interferon gamma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is antifosfolopidensyndroom

A

antistoffen tegen B2-glycoproteine-1 en andere stollingsfactoren

veel overeenkomsten met SLE

definitie
arteriele en of venueze trombose
recificerende vruchtdood (door doorbloedingsstroonissen van de placenta)

+ antifosfolipiden antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling antifosfolopidensyndroom

A

reguliere antistolling

immuunglobuline theraie
rituximab
plasmaferese
statinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is cystische fibrose

A

de terugreabsorptie van zout is verstoord door defect in CFTR-eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diagnotische test voor CF

A

zweettest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

behandeling nieuwe

A

kaftrio

Ivacaftor, tezacaftor, elexacaftor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly