week 15. HC.1 - Parasitaire worminfecties in relatie tot allergie Flashcards
aarsmade
enterobius vermicuralis
- jonge kinderen (worpjes)
- jeuk rond de anus, want eitjes uitgezet op huid
geen complicaties, geen weefsel migratie
therapie
- mebendazol p.o. 14
geen resistentie bekend- niet bij zwangerschap
ascaris lumbricoides (spoelworm)
- grote van een pen (15-20 cm)
kan darmwant penetreren, kom in de long, ophoesten en doorslikken weer opnieuw in de darmen
transmissie feco-oraal
behandeling
- Albendazol
löffler syndroom
tijdens migratie fase spoelworm
koorts, hoeste, eosinofilie, pulmonair infiltraat
strongyloides stercoralis
eitjes komen uit in de darm
wormen kunnen door de huid heen
komen weer in de longen, ophoesten en doorslikken
infectieduur -> jaren - decennia
symptomen
darm –> diarree en buikpijn
huid –> jeuk (larva currens)
weefsel migratie –> ontstekingsreactie
long –> vocht (loffler syndroom)
behandeling –> ivermectine
afweer tegen invasieve wormen
multi-cellulaire organisme, grote pathogenen
Th2 - eosinophile cellen (IL-4, IL-5, IL-5)
IgE productie, geeft activatie mestcellen, mucus productie en activatie eosinofielen
schistosomiasis
- leeft in bloedbaan
- importziekte (subsahara)
eieren met feces in zoetwater, dan in zoetwaterslak (bepalend voor verspreidend) daarna via huid binnendringen. gaan vaak in de venen van de darm of urinestelsel zitten
klachten door eieren, helft loop vast in weefsels –> granulomen
kan het afweer manipuleren –> downregulatie van Th2 respons (via IL-10)
hygiene hypothese
afwezigheid van infecties
verhoofd de gevoeligheid voor het ontwikkelen van allergische ziekten
want wormen kunnen immuunsysteem remmen