week 15, HC.2 - Type I,II,III en IV overgevoeligheidsreacties basiskennis en Verdieping Type I, IgE gemedieerde allergie Flashcards

1
Q

indeling overgevoeligheids reacties

A

volgens Gell & Coombs 1968
type I - Type IV
I –> IgE gemedieerd
II –> antilichamen vs antigenen op de cel –> destructie
II –> antilichamen aan circulerende antigenen vormen complexen die neerslaan
IV –> T-cel gemedieerd

nu vernieuwde classificatie 2023
Type I - Type VII

V –> weefsel defect
VI –> weefsel defect
VII –> directe reactie op geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Type 1 Reactie

A

allergenen veroorzaken een IgE gemedieerde allergische reactie

specifiek IgE veroorzaakt een directe reactie (<2 uur) na contact met een allergeen
bekende allergenen zijn pollen, huisstofmijt, insectengiffen, voedsel allergenen, geneesmiddelelen

patienten krijgen klachten van allergische rhinitis (hooikoorts), allergische astma, atopische dermatitis, constituioneel eczee, –. anafylaxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

type 2 reactie

A

binding van IgG of IgM antilichamen aan extracellulaire matrix en complement activatie

  • 4-8 uur na blootstelling
  • complement activatie –> pro-inflammatoure effecten
  • lokale cel schade
  • urticaria
  • geneesmiddeleln veranderen oppervlakte eiwitten van eigen cellen

chronische urticaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

type III reactie

A

binding van IgG antili hamen an circulerende antigenen die immuuncomplexen vormen

  • circulerende immuuncomplexen slaan neer in hoofdzakelijk de kleinere vaten in de glomerli
  • 4-8 uur na contact
  • complement activatie
  • pro-inflammatoire cytokines

Voorbeeld –> vasculitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

type IV

A

T-cel gemedieerde reactie

  • Th1, Th2, Th17
  • geheugen T lymfocyten reageren met diverse cellen
  • Zowel acuut als vertraagde reactie

contact eczeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mestcellen

A

IgE –> activeert mestcellen –> dan komen er mediatoren vrij –> meestal histamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eosinofiel effector bij allergie

A
  • marker van activatie (eosinofilie in het pollenseizoen)
  • hangt samen met aard van de aandoening
    Eczeem > astma > rhinitis
  • associatie met late reactie en aspecifieke hyperreactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

omaliumab

A

remmen van IgE

monoclonale antistoffen

vermindering van
astmatische reactie
reductie van astma en rhinitis symptomen
adjucant effect in combinatie met immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly