WC03 - PU/PD Flashcards

1
Q

Wat is de DDx van PU/PD?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

Gemiddeld 50-100 ml/kg/dag, dus deze pony zou dan op de bovengrens 26,5 L drinken, en dan is 80 L echt veel meer. Dit is afhankelijk van de voeding, omgevingstemperatuur, inspanning, lactatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is je interpretatie van het laboratoriumonderzoek?

A

Het paard drinkt super veel, de pony plast veel en de urine is verdund, en het natrium in het bloed is hoog. Je kan hierdoor dehydratie krijgen, waardoor het totale volume van het dier afneemt en relatief het natrium gaat stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke mechanismen kunnen ten grondslag liggen aan de polyurie van dit dier?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke onderzoeken kunnen duidelijkheid geven over de oorzaak?

A
  • Je kan de dorstproef doen, maar dat wordt niet meer echt gedaan omdat het niet echt ethisch is.
  • Je kan beter ADH toedienen, en dan kun je onderscheid maken tussen de centrale en nefrogene diabetes insipidus. Dit kun je toedienen als oogdruppels.
  • Aangezien dit heel veel werk is om bij te houden en heel duur kan zijn, is er vaak geen oplossing, en deze pony’s worden vaak geëuthanaseerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe prioriteer je de Ddx en waarom?

A
  • Primaire polydipsie
  • Centrale diabetes insipidus
  • Nefrogene diabetes insipidus

Het verschil met de vorige casus is dat er hier juist sprake is van een lage natrium concentratie. Hier is dus juist primaire polydipsie voor de hand liggend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het diagnostisch plan?

A

Wat minder water geven en een dagcurve (24 uur elke 2 uur) maken, en dan kun je zien of het weer normaal wordt. Als het soortelijk gewicht weer normaal wordt dan is het dus primaire polydipsie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zaken vallen op (probleemlijst)?

A
  • Vermagering (ondanks goed drinken)
  • Uitval

Wat opvalt is dat er veel glucose wordt gegeven en dat ze geen toegang tot water hebben. Ook is het in de laatste maanden van de mestperiode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

Te veel glucose opgenomen (hyperglycemie) en verminderde terugresorptie vanuit de nieren (renale glucosurie)
Oorzaken voor hyperglycemie kunnen te hoge opname of diabetes mellitus.

Bij katten kun je nog een stress geïnduceerde hyperglycemie krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke oorzaak acht je het meest waarschijnlijk voor de glucosurie?

A

Er is sprake van leververvetting zonder afwijkingen in de nieren, en hyperlipaemie, dus de oorzaak is waarschijnlijk hyperglycemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de waarschijnlijke conclusie van de Ht i.c.m. de matige turgor en rozerode slijmvliezen?

A

Er is sprake van dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de link tussen de hyperglycemie en dehydratie?

A

Door osmose gaat er niet genoeg water meer de nieren uit, omdat alle glucose het water vast houdt. Je hebt hier dus te maken met een osmotische diurese. Ze hebben ook geen toegang tot water dus ze kunnen het niet meer extra opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verklaar je de hoge concentraties van natrium?

A

Dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zou je dat kunnen verklaren, en wat is je advies/voorstel aan de boer om de problemen te verhelpen?

A

De kalven toegang tot water geven en minder glucose in de melk stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is hier sprake van PU/PD?

A

Het zit een beetje op het randje. Als een eigenaar het opvalt dat het dier te veel drinkt en plast is het meestal wel aanzienlijk, omdat de eigenaren daar meestal niet goed zicht op hebben. Je kunt de eigenaar vragen echt goed bij te houden hoeveel hij drinkt, en te vragen naar toename in activiteit, of nieuw voer.

17
Q

Wat zijn de verschillen in aan- en afvoer van ureum en creatinine?

A

Als je eiwitten afbreekt krijg je ureum. Een deel wordt na filtratie weer opgenomen en een ander deel wordt uitgescheiden.
Creatinine is een afvalproduct uit het spiermetabolisme. Creatinine wordt volledig uitgescheiden.

18
Q

Wat is een mogelijke verklaring voor verhoging van waardes van ureum en creatinine?

A

Nierfalen zou een mogelijkheid kunnen zijn. Er is ook sprake van een verminderde turgor, wat kan betekenen dat er wat minder circulerend volume is. Aangezien de waardes uitgedrukt worden in mmol/L kan het relatief toenemen door dehydratie. Dit kun je proberen op te lossen door een infuus te geven om het vochttekort aan te vullen. Als dit het niet oplost kan het nierfalen zijn.

19
Q

Wat is bij deze hond de meest waarschijnlijke verklaring voor het feit dat ureum meer verhoogd is dan creatinine?

A

De snelheid van het bloed door de nieren heen is vertraagd door de dehydratie, waardoor er meer ureum geresorbeerd kan worden.

20
Q

Teken de relatie tussen de GFR en het plasmacreatininegehalte en geef aan in welk gebied van de curve deze hond zich zou kunnen bevinden.

A
21
Q

Bedenk eerst drie –verschillend gelokaliseerde- verklaringen voor een verminderde GFR en onderbouw dan de volgorde van waarschijnlijkheid voor deze hond.

A
  • Prerenaal (dehydratie)
  • Renaal (nierfalen)
  • Postrenaal
22
Q

Welke diagnostische stappen zou je kunnen (laten) uitvoeren om meer duidelijkheid kunnen geven over de ernst van een nierfunctiestoornis?

A

Je kan door het meten van de creatinine waardes in het bloed en in de urine kijken hoe snel het lichaam deze creatinine wegwerkt (endogene creatinine klaringstest).

23
Q

Welke diagnostische stappen zou je kunnen (laten) uitvoeren om meer duidelijkheid kunnen geven over de aard van een eventuele nieraandoening?

A

Je kan een echo maken, en anders eventueel een biopt nemen (maar dit wordt vrijwel nooit gedaan)

24
Q

Hoe kan dit verschil in symptomen secundair aan een nieraandoening verklaard worden?

A

Dit ligt aan de oorzaak van nierfalen.
Je hebt uremisch en nefrotisch syndroom. Deze casus is uremisch syndroom, maar deze andere casus met de dikke buik is een voorbeeld van nefrotisch syndroom.
Bij nefrotisch syndroom krijg je problemen bij de glomerulus, waarbij er veel eiwitten doorgelaten worden. Daardoor heb je een lage osmotische waarde van het bloed en gaat het water overal uittreden.

25
Q

Kun je (nu al) voorspellen wat de prognose zal zijn voor deze hond?

A

Ongeveer 2/3 van de nieren is er mee gestopt. Je hebt pas 1 meting gedaan dus je weet niet hoe snel dit gaat. Deze hond voelt zich echter nog prima.

26
Q
A