HC10 - Zuur Base Homeostase Flashcards

1
Q

Wat is de normale pH van het bloed?

A

7,4 (7,38-7,42)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de normale pH intracellulair?

A

6,0-7,4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de normale pH in de maag?

A

1,0-4,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de normale pH in de urine?

A

4,5-8,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is de pH intracellulair lager dan extracellulair?

A

In de cel vindt het metabolisme plaats, dus daar worden de zuren aangemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je de pH?

A

-log[H+]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de relatie tussen [H+] en de pH waardes?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overzicht pH homeostase?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Via welke wegen worden de producten van de metabolisme weggewerkt om homeostase te handhaven?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt CO2 uitgescheiden?

A

CO2 gaat vanuit het weefsel naar een bloedcel, waar het m.b.v. carboanhydrase wordt omgezet in bicarbonaat en H+. Deze bicarbonaat wordt met Cl uitgewisseld om in het plasma terecht te komen. Na transport naar de longen gaat het weer terug de cel in, gebeurt het riedeltje de andere kant op, en wordt opgelost CO2 in de alveoli uitgescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de PO2 en PCO2 bij een hypoventilatie en hyperventilatie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je de pH berekenen van de bicarbonaat buffer?

A

Met de Henderson Hasselbalch vergelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zit de optimale buffering van de bicarbonaat buffer?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de [CO2] en pH van arterieel bloed?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er met de pH bij een respiratoire acidose?

A

Er ontstaat dan een verhoging van de PCO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er bij een verstoring van de bloedwaardes door een respiratoire acidose, en hoe wordt dat gecompenseerd?

A
17
Q

Wat gebeurt er bij een verstoring van de bloedwaardes door een respiratoire alkalose, en hoe wordt dat gecompenseerd?

A
18
Q

Hoe werkt de buffering van (niet-volatile) zuren?

A
19
Q

Wat gebeurt er bij een verstoring van de bloedwaardes door een metabole acidose, en hoe wordt dat gecompenseerd?

A
20
Q

Wat gebeurt er bij een verstoring van de bloedwaardes door een metabole alkalose, en hoe wordt dat gecompenseerd?

A
21
Q

Wat is het verschil tussen een respiratoire alkalose/acidose en een metabole alkalose/acidose?

A

Bji een metabole alkalose/acidose kan door respiratoire en renale compensatie de originele situatie weer bereikt worden. Bij respiratoire alkalose/acidose zal het (als de respiratoire oorzaak niet wordt opgelost) niet terugkeren naar de originele situatie

22
Q

Overzicht alkaloses/acidoses

A
23
Q

Wat is de netto zuur excretie?

A

Bij een gezond dier zou je geen bicarbonaat moeten terugvinden

24
Q

In welk deel van de tubulus wordt bicarbonaat geresorbeerd?

A

Vooral in de proximale tubulus

25
Q

Hoe wordt bicarbonaat geresorbeerd in de proximale tubulus?

A

Het wordt in het tubulaire lumen omgezet in water en CO2, waardoor het de cel in kan stromen. In de cel wordt het weer terug omgezet in bicarbonaat, waar het vervolgens met een natrium cotransporter de cel uit wordt gehaald, het interstitium in.

26
Q

Hoe wordt bicarbonaat geresorbeerd in de verzamelbuis?

A

Je hebt hier geen membraangebonden carboanhydrase om bicarbonaat te scheiden, maar omdat er hier een overmaat aan H+ is verloopt deze reactie vanzelf

27
Q

Wat kan er gedaan worden om extra H+ uit te scheiden?

A
28
Q

Op welke manier, m.b.v. fosfaat, kan het lichaam extra H+ uitscheiden?

A

Dit noem je de ‘productie’ van bicarbonaat

29
Q

Hoe groot is de hoeveelheid titreerbaar zuur?

A

Gelijk aan de hoeveelheid sterke base (NaOH) die moet worden toegevoegd om de urine pH naar de fysiologische pH van 7,4 te brengen

30
Q

Hoe kan het lichaam extra H+ uitscheiden zonder de pH te laten dalen (m.b.v. NH4)?

A

Ook dit wordt de productie van bicarbonaat genoemd

31
Q

Wat doen de beta-intercalaire cellen?

A

Bij een metabole alkalose, of alkalisch dieet, zal dit er voor zorgen dat juist bicarbonaat wordt uitgescheiden

32
Q

Hoe wordt het volume gereguleerd bij een zuur base homeostase?

A
33
Q

Waarom krijg je bij een acidose hyperkaliëmie, en bij een alkalose hypokaliëmie?

A

Acidose: door extra uitscheiding van H+ ga je door de antiporter meer K+ opnemen, en dus krijg je hyperkaliëmie
Alkalose: andersom

34
Q
A