W5 HC.2 COVID-19: afweer en besmettelijkheid Flashcards
Vragen bij een virale spillover
- Wat is de oorzaak?
- Waar komt het vandaan?
- Hoe ver is het verspreid?
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Is het besmettelijk?
- Zijn mensen (deels) beschermd?
- Hoe is het te stoppen?
Werkingsmechanisme SARS-CoV-2?
Het bindt met zijn spike-eiwitten aan ACE2 op zijn targetcel. Het migreert dan de cel in, vermenigvuldigt zich en laat nieuwe viruspartikels vrijkomen.
Waar richt vaccin SARS-CoV-2 zich op?
Antistoffen maken tegen spike-eiwitten, waardoor deze de spike-eiwitten bezetten en binding aan ACE2 niet mogelijk is waardoor de replicatie stopt.
Soorten vaccins?
- Levend verzwakt virus -> nadeel: mensen met lage weerstand kunnen hier alsnog erg ziek van worden
- Dood virus: het gekweekte virus kan niet meer repliceren, nadeel: Ag komt niet intracellulair en dus ook niet op MHC-moleculen van cellen
- mRNA-vaccin: mRNA van het spike-eiwit wordt in het lichaam gespoten, hierdoor maakt het lichaam zelf de spike-eiwitten aan en worden hier antistoffen tegen gemaakt. Hierdoor ontstaat er ook een T-cel respons.
- Niet-replicerende virale vector: kapot gemaakt adenovirus kan de cel nog wel in, maar niet meer repliceren. Kan wel gebruikt worden bij patiënten met verzwakt immuunsysteem en brengt spike eiwitten tot expressie
Beloop COVID-19?
Stadium 1: vroeg infectie
Met name virale replicatie, meestal weinig tot geen symptomen.
-> virusdetectie door RT-PCR
Stadium 2: pulmonale fase
Ook nog virale replicatie, maar nu zijn de longen aangedaan waardoor pneumonie ontstaat en bijhorende klachten zoals dyspnoe.
-> op X-thorax zijn opaciteiten te zien en op CT matglas
Stadium 3: hyperinflammatoire fase
Pneumonie, spsis, respiratoir falen. Gaat vaak samen met cytokinenstorm en mortaliteit. In deze fase moet immuunsysteem worden geremd, ondanks aanwezigheid infectie.
Welke factoren bepalen de duur van besmettelijkheid?
- Duur van symptomen
- Virale RNA-load
- Aanwezigheid van neutraliserende antistoffen in het bloed
- Immuunstatus