W2 HC.8 Van kolonisatie tot systemische infectie

Question 1

Stappen van kolonisatie tot infectie:

Answer 1

1. Kolonisatie en adhesie
2. Biofilm formatie
3. Lokale invasie
4. Verspreiding

Question 2

Wel of niet kunnen koloniseren is afhankelijk vd mogelijkheid tot adhesie. 2 micro-organismen uitgelicht:

Answer 2

Escherichia coli (E. coli):
-> Hecht zich vast aan oppervlakten door kleine pili aan buitenkant
-> Bv bij: urogenitaal epitheel

Staphylococcus aureus
-> Hecht zich door te binden aan factor B
-> Bv bij: keratine in epidermis

Question 3

1. Kolonisatie en adhesie:
   Om schade te kunnen aanrichten, moeten micro-organismen eerst lichaam binnen kunnen treden door de niet-specifieke afweermechanismen te overbruggen en via adhesie een plek te vinden om zich te binden.

Niet specifieke mechanismen om dit te voorkomen:

Answer 3

• Lysozym en secretoir IgA in secreten
• Droge en licht zure huid (pH 5,5): vetzuren uit talg
• Competitie door commensale flora in darm/vagina
• Reinigende werking van urine en sperma
• Reiniging via traanvocht, speeksel en slijm
• ‘Tapis roulant’ door trilhaarepitheel
• Reinigen vd darm via maagzuur, gal, pancreas- en darmsappen
• Verwijdering van huidschilfers

Question 4

2. Biofilm formatie:
   Samen staan micro-organismen sterker. Ze kiezen er daarom voor om als biofilm samen te klonteren en zo meer schade aan te kunnen richten in het lichaam. Biofilmen kunnen veel verschillende infecties veroorzaken.

Answer 4

Door nauwe samenwerking van micro-organismen:

• DEFENSE: Minder gevoelig voor antibiotica, sheer stress en fagocytose (omdat deze er minder goed bij kunnen komen)
• FAVORABLE HABITAT: Activatie van adhesiemoleculen om stand te houden in een gunstige omgeving
• COMMUNITY: Uitwisseling van genetisch materiaal (plasmides)
• DEFAULT MODE: Constitutioneel? ‘Planktonic’ mode als laboratorium artefact

Dit bij elkaar maakt dat de micro-organismen moeilijk te bestrijden zijn.

Question 5

3. Lokale invasie:

Answer 5

Als de micro-organismen eenmaal ergens gelokaliseerd zijn, kunnen ze schade veroorzaken door lokale invasie. Vervolgens is er activatie van het immuunsysteem

Question 6

4. Verspreiding:
   Als het immuunsysteem er niet in slaagt om de indringers tijdig te elimineren, kunnen de micro-organismen zich verspreiden.

Answer 6

Micro-organismen gaan vaak van lokaal naar andere plekken in lichaam
-> Via lymfebaan, bloedbaan, pleuraholte of het peritoneum

Zo ontstaat een systemische infectie, waardoor verspreid over het hele lichaam verschillende klachten kunnen ontstaan
-> Vb. endocarditis, splinterbloedingen, petechiën, osler nodes en janaway lesions.

Hierdoor kan sepsis ontstaan.

Question 7

Infecties door staphylococcus aureus:

Answer 7

• Huidinfecties: cellulitis, furunkel, impetigo, erysipelas, mastitis, paronychia, panaritium, (post-operatieve) wondinfecties
• Botten en gewrichten: osteomyelitis, spondylodiscitis, septische artritis
• Luchtwegen: pneumonie (secundair na influenza)
• Hart en thorax: endocarditis (natieve klep/ kunstklep)
• Toxine gemedieerde ziektebeelden: toxisch-schocksyndroom, SSSS

Question 8

Definitie sepsis:
Levensbedreigende orgaanschade
Door een ontregelde afweer tegen infecties

Answer 8

-> Kan zich verder ontwikkelen tot septische shock: er is dan ook falen van de circulatie en daarvoor is vasopressine nodig.

SOFA score:
Sepsis kent een paar criteria waarvan tenminste aan 2 factoren moet voldoen.
- Ademhaling: verlaagd PaO2/ FiO2
- Zenuwstelsel: verlaagd bewustzijn op de Glascow Coma Scale (GCS)
- Stolling: verlaagd trombocyten
- Circulatie: hypotensie of noodzaak tot vasopressine
- Lever: verhoogd bilirubine
- Nieren: verhoogd creatinine en oliguria