W5 HC.1 Een HIV-patiënt met een opportunistische infectie Flashcards

1
Q

HIV kenmerken NL

A
  • NL: 1000 nieuwe patiënten per jaar
  • 60% presenteert zich in een laat stadium
  • Vnml. seksuele overdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Overdracht

A

Hiv komt in contact met mucosale membraan, waar veel dendritische cellen (DC) liggen.
- DC pikken het virus op, transporteren het naar de lokale lymfeklier en presenteren het aan de lymfocyten
- HIV bindt aan CD4+
- GP120 zijn de uitsteeksels van het virus, dat bindt aan de CD4+-receptor. CCR5/CXCR4 is de co-receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer post-exposure profylaxe?

A

Het duurt 2-3 dagen tot binding van HIV aan CD4+
-> Als je binnen de window adequaat het ‘post-exposure profylaxe’ geeft, kan infectie met hiv worden voorkomen.
-> Na dit window verspreidt het virus zich via de lymfebanen naar alle organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nieuwe behandelopties:

A
  • Vaccin: nog niet beschikbaar in nabije toekomst
  • HAART: virus blijft bestaan in latente cellen, HAART geeft geen genezing. Persisting reservoirs.
  • CD4/CCR5/CXCR4: mensen met een CCR5 homozygote mutatie zijn resistent voor de vorm van hiv die aangrijpt op de CCR5 co-receptor. Er is al een stamceltransplantatie uitgevoerd waarbij het CCR5 geïnactiveerd was. De man die hiermee is getransplanteerd is genezen van hiv.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is HAART?

A

Hiv-virus wordt in medische termen een ‘retrovirus’ genoemd
- Behandeling van hiv gebeurt dmv antiretrovirale therapie
- Een andere term voor antiretrovirale therapie is HAART of ART (Highly Active AntiRetroviral Therapy of AntiRetroviral Therapy).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Natuurlijk beloop hiv-infectie?

A

Stadium 1 (acute hiv-infectie):
duurt 2/3 maanden, verspreid zich via lymfeklieren naar organen en vermenigvuldigd zichzelf. Mensen zijn tussen 7-14 dagen na infectie erg besmettelijk door grote concentratie partikels in bloed. Antistof productie komt meestal pas na 2-4 weken op gang. Detectie van virus door antistoftest en virustest.

Stadium 2 (latente infectie):
actieve periode met veel virusreplicatie, infectie en vernietiging CD4+ T-lymfocyten. Wel een balans tussen aanmaak en vernietiging CD4+, ook stabiel niveau viruspartikels in het bloed.

Stadium 3 (aids):
lichaam verliest strijd, aantal CD4+ T-lymfocyten zal dalen en aantal viruspartikels stijgt. Grote kans op ontwikkelen opportunistische infecties
-> alleen wanneer aanwezigheid opportunistische infectie, dan pas aids genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke factoren zijn van invloed op snelheid ontwikkeling van hiv naar aids?

A
  • Virale eigenschappen
  • Afweer
  • Genoom eigenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Infecties bij zakken CD4+ aantal <100?

A
  • Toxoplasmosis
  • Cryptococcis
  • Coccidioidomycosis
  • Mycobacterium avium complex
  • Cytomegalovirus
  • Cryptosporidiosis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly