W4 HC.2 Bovenste luchtweginfecties Flashcards
Bovenste luchtweginfecties
- Meest voorkomende ziekte op kinderleeftijd
- 50% van consultaties bij huisarts bij 0-2jr
- 6-8 episoden met ‘verkoudheid’ per jaar is normaal
- Vrijwel altijd self-limiting (vanzelf overgaan)
- 80-90% viraal
- Zelden levensbedreigend (=luchtwegobstructie)
Acute rhinitis:
- Meest voorkomende bovenste luchtweginfectie
-> Snot, niezen, verstopping
-> LET OP bij zuigelingen: dyspneu en minder drinken - Verwekkers >95% viraal
- Rhino, corona, HMP, respiratoir syncytieel (RS) virus
- Behandeling bij neusobstructie
-> Neusspoelen NaCl 0,9%
-> Xylomethazoline (a-mimeticum) geeft vasoconstrictie: risico
Acute sinusitis (neusbijholte infectie):
Leeftijdafhankelijk, sinussen ontwikkelen zich pas:
> 12jr sinus frontalis
> 5jr sinus maxillaris
- Klachten: lokale pijn, kloppend, erger bij bukken, kloppijn, koorts, malaise, nasale spraak, purulente neusuitvloed soms met bloed
- Verwekkers: viraal, secundair bacterieel
- Behandeling: neusspoelen en xylomethazoline, antibiotica
- LET OP: niet stomen
Acute tonsillitis (+pharyngitis)
- Klachten: keelpijn, hoest, malaise, ademhalingsbelemmering, slikpijn, cervicale lymfklierzwelling
- Verwekkers: rhinovirus, adenovirus, Epstein-Barr virus (m. Pfeiffer), groep A streptokokken (+roodvonk)
- Behandeling: geen, bij streptokokken pencilline
Chronische tonsillitis, tonsilhypertrofie
- Tonsillen groeien door tot 6e jaar
- Daarna kleiner (involutie)
- Vergroot bij chronische infectie
- Tonsillectomie zelden zinvol, indicaties:
-> Obstructief slaap apneu-syndroom (snurken, ademstops 20s, hypoxie)
-> Belemmering slikken en eten, ‘kissing tonsils’
Adenoiditis:
- Leeftijdsafhankelijk, adenoïd groeit tot ca. 6 jaar, daarna kleiner (involutie)
- Symptomen:
-> Neusverstopping ‘facies adenoidalis’
-> Obstructie buis van Eustachius -> doofheid + otitis
-> Cervicale lymfadenopathie
-> Postnasale drip
-> Slikproblemen, snurken, slaapapnoe, ‘failure to thrive’ - Verwekkers: bacterieel (streptokokken, H. influenzae)
- Behandeling: antibiotica (acute infectie), chirurgisch (adenotomie), hoge recidiefkans
Laryngitis subglottica =
Zwelling subglottisch door infectie met para-influenzavirus
Epidemiologie:
- Meestal bij 1-4jr
- In herfst en winter
- Niet zeldzaam
Symptomen:
- Na verkoudheid hese stem, ‘zeehondenblafhoest’
- Progressieve inspiratoire stridor (avond)
- Subfebriele temperatuur
Diagnostiek en therapie laryngitis subglottica
Diagnostiek: in typische gevallen onnodig, indien ernstig: intubatie onder narcose
Zeldzaam: ernstige obstructie;
- Angst, onrust
- Sterk intrekken
- Zacht tot opgeheven ademgeruis
- Bleekheid, cyanose, suf
- (Bij opstructie van bovenste luchtwegen extrathoracaal: inspiratoire stridor)
Therapie:
- Glucocoricosteroïd eenmalig
- Geruststellen: self-limiting
- Geen antibiotica
- Indien ernstig: klinisch observeren
- Zonodig zuurstofsuppletie, intuberen
Zeer goede prognose
Epiglottitis =
Acute zwelling epiglottis door infectie met Haemophilus influenzae type B (HIB)
- Zonder behandeling -> dood door verstikking
- Zeldzaam sinds HIB-vaccinatie
Epidemiologie:
- Kleuters, soms oudere kinderen
- Zeldzaam
Symptomen:
- Acuut ernstig ziek, hoge koorts
- Snel progressieve inspiratoire stridor
- Kin vooruit, slikpijn -> kwijlen
- Zit rustig rechtop
- NB: geen hoest, geen heesheid
Diagnostiek en therapie epiglottis
Diagnostiek:
- Rustig houden
- Kijk niet met spatel in de keel -> acute totale obstructie
- Laryngoscopie onder narcose
- Kweken (keel, bloed)
Therapie:
- Intuberen onder narcose. In nood: tracheotomie
- Antibioticum tegen H. influenzae
- Herstelt met behandeling in enkele dagen
TAKE HOME
- Bovenste luchtweginfecties heel frequent bij kinderen
- Meestal viraal, self-limiting, symptomatische therapie
- Sinusitis = leeftijdsafhankelijk
- Ernstige luchtwegobstructie mogelijk bij:
-> Chronische tonsillitis/adenoitis
-> Laryngitis subglottica (meestal onschuldig)
-> Epiglottitis (altijd dood zonder therapie)