W14 HC.7 Hypertensieve crisis Flashcards

1
Q

Wat is een hypertensieve crisis?

A

Een acuut ontstane, sterk verhoogde bloeddruk die nu gecompliceerd wordt of op korte termijn kan worden door acute hypertensiece orgaanschade van de hersenen, het hart, de nieren, de grote bloedvaten en/of de ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke waarden zijn afwijkend bij een hypertensieve crisis?

A

systolische bloeddruk > 220 mmHg EN diastolische bloeddruk >120-130

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is van belang voor de mate van orgaanschade?

A

De snelheid van bloeddrukverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een hypertensieve crisis?

A

Acuut ontstane, sterk verhoogde bloeddruk die nu gecompliceerd wordt of op de korte termijn kan worden door acute hypertensieve orgaanschade van de hersenen, het hart, de nieren, de grote bloedvaten en/of de ogen.

Bij een hypertensieve crisis is de systolische bloeddruk bijna altijd hoger dan 200 mmHg en de diastolische bloeddruk bijna altijd hoger dan 120 mmHg.

Patiënt die helemaal klachtvrij is: naar verwachting geen hypertensief spoedgeval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar wordt hypertensieve crisis in onderverdeeld?

A
  • hypertensief spoedgeval -> patient heeft bloeddruk >220/120 + orgaanschade en moet opgenomen worden op de IC en behandeld worden met intraveneuze bloeddrukverlagers (binnen minuten/uur)
  • hypertensieve urgentie
  • Is het geen hypertensief spoedgeval, dan is het hypertensieve urgentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Moet er ook acuut gehandeld worden bij ernstige hypertensie zonder klachten?

A

Nee, dan ben je niet direct een hypertensief spoedgeval. Prognose is minder slecht op korte termijn (dagen/weken) dan wanneer wel klachten/orgaanschade. Op midden lange termijn kan er wel schade optreden en moet er door de huisarts naar gekeken worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pathofysiologie (verloop) van hypertensieve crisis.

A
  1. Ernstige hypertensie
  2. Falen autoregulatie
  3. Vaatweerstand stijgt
  4. Vasoconstrictie
  5. Endotheelschade
  6. Ischaemie
  7. Orgaanschade!!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een patiënt presenteert zich met RR 230/120 mmHg en POB. Welk type orgaanschade zou dit kunnen zijn. Kies uit
- Aortadissectie
- Acuut hartinfarct
- Longembolie
- Maagulcus

A

Aortadissectie en acuut hartinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan iemand zonder klachten toch orgaanschade hebben?

A

Nee, er zijn altijd klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klachten hypertensief spoedgeval?

A
  • hoofdpijn, vaak achter de ogen
  • visusstoornis
  • POB of tussen de schouderbladen
  • kortademig
  • neurologische uitvalsverschijningen/ verminderde bewustheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de verschillende typen acute hypertensieve orgaanschade (hypertensieve spoedgevallen)

A

aorta: dissectie
hart: ischemie, acuut longoedeem
hersenen: infarct/bloeding/encefalopathie
retina: retinopathie
nieren: acute nierschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is retinopathie?

A
  • Kleine bloedvaatjes in de ogen komen onder grote druk te staan door hypertensie
  • Exsudaties/excudaten
  • Er kunnen bloedingen in het oog ontstaan
  • Bloedvaten gaan kronkelen

Symptomen: verminderd bewustzijn, delier/agitatie/stupor, epilepsie, corticale blindheid, braken, hoofdpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn verschillen tussen CVA en encefalopathie?

A

CVA
- acuut
- focale neurologische uitval
- geen retinopathie
- bloeddruk gevolg van event
- bloeddrukverlaging kan verslechtering geven

Encefalopathie
- subacuut
- diffuus neurologische uitval
- retinopathie
- event gevolg van bloeddruk
- bloeddrukverlaging geeft verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pathofysiologie hypertensieve crisis?

A

Vaak is er al sprake van een verhoogde bloeddruk -> hierdoor is er extra activatie van de bloeddruk verhogende systemen (RAAS-systeem en sympathicus)
-> autoregulatie raakt verstoord -> vaatweerstand neemt toe -> vasoconstrictie (dus ook in de nieren) -> activatie RAAS-systeem -> natriurese en diurese neemt toe -> toenemen bloeddruk -> ontstaan endotheel schade -> protrombotische staat (stolseltjes in vaten) -> ontstaan ischaemie -> orgaan falen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken hypertensieve crisis?

A
  • primaire hypertensie (oorzaak onbekend)
  • renale oorzaken (primaire nierziekten, systemische ziekten, erfelijke nietziekten)
  • renovasculaire ziekten (atherosclerose)
  • endocriene ziekten (ziekte van cushing)
  • pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging)
  • geneesmiddelen en intoxicaties (drop, cocaine, EPO)
  • autonome hyperreactiviteit (baroreflexfalen, verhoogde gevoeligheid van RAAS)
  • centrale zenuwstelsel (tumor/trauma)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Belangrijkste eindorgaan beschadigingen?

A
  • hart -> ischemie, acuut longoedeem
  • hersenen -> infarct/bloeding/encefalopathie
  • nieren -> acute nierschade
  • aorta -> aortadissectie/geruptureerde aorta
  • retina -> retinopathie
  • trombotische micro-angiopathie
17
Q

Belangrijkste dingen die je moet doen wanneer iemand een hypertensief spoedgeval is?

A

Eerst focussen op de organen waar mensen last van hebben.

18
Q

Welk onderzoek bij welk orgaan?

A
  • hart -> ECG
  • hersenen -> CT
  • nieren -> kalium/natrium/creatinine/urinesediment
  • aorta -> CT
  • retina -> funduscopie
  • trombotische micro-angiopathie -> HB/trombo’s/reticulocyten/LDH/hapto/fragmentocyten
19
Q

Op wat voor termijn moet je handelen bij aorta dissectie?

A

zo snel mogelijk

20
Q

Op wat voor termijn moet je handelen bij encefalopathie?

A

Doordat autoregulatie verstoord is, mag je niet direct de bloeddruk proberen naar beneden te krijgen, doordat de autoregulatie dan zo slecht mee gaat en hypoperfusie ontstaat (herseninfarct). Moet dus veel geleidelijker.

21
Q

Wat is retinopathie?

A
  • kleine bloedvaatjes in de ogen komen onder grote druk te staan door HT
  • exudaties (lekken van eiwitten uit de bloedvaten)
  • kunnen bloedingen in het oog ontstaan
  • bloedvaten gaan kronkelen
  • bloeddrukverlaging is gewenst
22
Q

Gevolg falende cerebrale autoregulatie?

A
  • verhoging intracraniele druk -> hersenbloeding/-oedeem
  • hypoperfusie hersenen bij te snelle bloeddruk verlaging -> herseninfarct
23
Q

Symptomen verminderde cerebrale autoregulatie?

A
  • verminderd bewustzijn
  • delier/agitatie/stupor
  • epilepsie
  • corticale blindheid
  • hoofdpijn
  • braken
24
Q

Hoe kan je een herseninfarct onderscheiden van hypertensieve schade?

A

Herseninfarct ontstaat in een keer, hypertensieve schade ontstaat op langere termijn.

25
Q

Verschillen CVA en encefalopathie?

A

CVA -> acuut, focale neurologische uitval, geen retinopathie, bloeddruk gevolg van event, bloeddrukverlaging kan verslechtering geven
encefalopathie -> subacuut, diffuus neurologische uitval, retinopathie, event gevolg van bloeddruk, bloeddrukverlaging geeft verbetering

26
Q

Hoe heb je de meeste controle over de bloeddruk naar beneden brengen?

A

Via infuus, want via pil vorm kan de bloeddruk snel dalen en heb je hier geen controle over.

27
Q

Wat is trombotische microangiopathie?

A

Erytrocyten raken beschadigd en er ontstaat hemolyse doordat de fibrine draden als scheermessen gaan werken en de erytrocyten hier doorheen worden gedrukt waardoor fragmentocyten ontstaan.

28
Q

Oorzaken microangiopathie?

A
  • adrenerg
  • hypertensie
  • pre-eclampsie
  • vasculitis
  • intoxicatie
  • glomerulonefritis
29
Q

Behandeling microangiopathie?

A

Vooral bloeddruk verlagen

30
Q

Wat voor infuus kan je het beste aanhangen bij hypertensieve crisis?

A
  • labetalol (beta-blokker) -> korte halfwaarde tijd
  • nicardipine pomp (calcium-antagonist)
31
Q

Binnen hoe lang moet de bloeddruk naar beneden gebracht worden bij de volgende aandoeningen:
1. retinopathie door HT crisis
2. HT encefalopathie
3. acuut herseninfarct en bloeddruk >220/120 en geen indicatie tot trombolyse
4. acuut herseninfarct en bloeddruk >185/110 en wel indicatie tot trombolyse
5. acute hersenbloeding <6 uur onset en systolische bloeddruk >150
6. acute hersenbloeding >6 uur onset en systolische bloeddruk >180
7. acuut coronair syndroom
8. acuut hypertensief hartfalen met longoedeem
9. acute aortadissectie/ruptuur

A

1.enkele uren
2. onmiddellijk
3. 1 uur
4. 1 uur
5. onmiddellijk
6. in een aantal uur
7. onmiddellijk
8. onmiddellijk
9. onmiddellijk