Vr - Vallen en mobiliteitsstoornissen Flashcards
Vallen is een (atypische/typische) presentatie van ziekte
atypisch
Hoeveel % van de valincidenten leidt tot letsel? Hoeveel % ernstig letsel?
70%, 25%
Wat is de nummer 1 verwijsreden voor letsel gerelateerd SEH bezoek?
valincidenten
Wat zijn de 3 meest voorkomende soorten letsel na valincident? (3)
Hersenletsel, heupfractuur, polsfractuur
Wat zijn de 2 vragen om het valrisico bij een patiënt in te schatten, en wat moet er gedaan worden als beide vragen met “Ja” worden beantwoord?
Ben je het afgelopen jaar gevallen? Heb je moeite met lopen of balans? Als ja dan multifactoriele valrisicobeoordeling (CGA)
Verlaagt een loophulpmiddel het valrisico?
Ja, als het goed gebruikt wordt
Wat zijn de 2 grote groepen risicomedicatie voor vallen? (2) Waarom? (2,3) Noem voorbeelden voor ieder. (3,4)
Psychotrope medicatie: Orthostatische hypotensie, sedatie; benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva
cardiovasculaire medicatie: lage bloeddruk, duizeligheid, ritmestoornissen; diuretiva, antihypertensiva, anti-arritmica, nitraten
Waarom zijn nitraten FRID?
Door vasodilatatie van perifere vaatstelsel
Waarom moet alcohol geminimaliseerd worden bij valrisico? Leg uit.
Alcohol geeft een verhoogd risico op syncope door vasodilatatie, waardoor er een lage bloeddruk is intracerebraal waardoor vallen
Waarom kan vasodilatatie na alcoholgebruik 24 uur aanhouden bij oudern?
Door verminderde afbraak alcohol
Wat zijn de valrisicofactoren? (VALOMZICH) (9)
Valangst
Artrose, alcohol
Loop- of balansstoornis
Omgevingsfactoren, orthostase
Medicatie (FRID)
Zintuigen
Incontinentie
Comorbiditeit, cognitie & stemming
Hart- en vaataandoeningen
Wat is de definitie van orthostatische hypotensie? Leg uit. (2)
Daling staande bloeddruk systolisch >= 20 (bij hypertensie >=30) mmHg en/of diastolisch >= 10 mmHg