2017 1 Flashcards

1
Q

Welke bijwerking van opiaten kan een delier veroorzaken? (2)

A

Obstipatie, UWI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij een delier geef je over het algemeen (geen/wel) een antipsychoticum

A

Geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Furosemide, acremmer en temazepam geven een (verlaagd/verhoogd) risico op ondervoeding

A

Verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de voorwaarden voor palliatieve sedatie? (3)

A

Refractair symptoom, levensverwachting <2wk, wens patiënt/vertegenwoordiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk Lichamelijk onderzoek verricht de specialist ouderengeneeskunde bij palliatieve sedatie als een patiënt onrustig is? Wat zijn de indicaties hiervoor? (3,3)

A

Rectaal toucher (defecatiedrang), percuteren blaas (urineretentie), auscultatie longen (pneumonie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het beleid bij palliatieve sedatie bij reutelen?

A

Houdingsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dementie gaat vaak samen met (urine/fecale) incontinentie

A

Fecale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 variabelen zitten er in de formule om de eGFR te berekenen?

A

Leeftijd, geslacht, ras, serum kreatinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het drijvende mechanisme voor de klaring van afvalstoffen bij hemodialyse? Aanpassen zie sam

A

Diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties voor niertransplantatie? (5)

A

Levensverwachting <2jr, chronische infectie, actuele maligniteit, ernstige psychische/psychiatrische stoornis, niet-operabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly