2018 1 Flashcards

1
Q

Wat moet er gebeuren bij een pre-renale oorzaak van nierinsufficiëntie en infectie? (4)

A

Infuustherapie,
bloedkweek/urinekweek/sputumkweek
Antibiotica
Uitsluiten blaasretentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met welk onderzoek kan een renale oorzaak van nierinsufficiëntie uitgesloten worden?

A

Urinesediment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Met welk onderzoek kan een postrenale oorzaak van nierinsufficiëntie uitgesloten worden?

A

Bladderscan (echo) na mictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem drie belangrijke metabole oorzaken bij nierinsufficiëntie die een delier kunnen onderhouden. (3)

A

Anemie, uremie, metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is medicamenteuze behandeling van een delier geïndiceerd? (2)

A

Bij ernstig lijden, als het delier een gevaar is voor zichzelf of anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom hebben dialysepatiënten die langdurig dialyseren vaak wonden aan de voeten, waarvoor soms amputatie nodig is? Benoem de exacte oorzaak.

A

Fors versnelde atherosclerose gepaard gaande met perifeer vaatlijden veroorzaakt door calciumfosfaatneerslagen in de (capillaire) vaatwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij ernstige chronische nierschade treden vaak elektrolytstoornissen op.
Welke zijn dit?
(hypo/hyper)kaliemie en (hypo/hyper)fosfatemie

A

hyperkaliemie en hyperfosfatemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de head turning sign en waar kan dit op wijzen?

A

Verschijnsel waarbij tijdens gesprek met een patiënt met cognitieve stoornissen (vaak dementie) deze bij bijna elke vraag zijn hoofd draait om te
verifiëren of het gegeven antwoord klopt of de mantelzorger te laten antwoorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom zijn bedhekken niet altijd een goed idee?

A

Patiënten proberen eroverheen te klimmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat treedt vaak op wisselend n.a.v. Prikkels: paratonie of contractuur?

A

Paratonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Allen’s test? Waar is het voor? Wat wordt er gezien bij gezonde handen?

A

Het afdrukken van de a. Radialis en a. Ulnaris om te zien hoe deze reageren op het loslaten, voor het bepalen van de vascularisatie van de hand, bij gezonde handen wordt de hand eerst wit en daarna rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Metformine (verkleint/doet niks met/verhoogt) het risico op lactaatacidose

A

Verhoogt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het sterven bespoedigen is een goede indicatie om morfine te gebruiken. Onjuist/juist?

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Om het bewustzijn te verlagen is morfine een goede indicatie. Onjuist/juist?

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het bestrijden van dyspnoe is een goede indicatie om morfine te gebruiken. Onjuist/juist?

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 4 belangrijke domeinen van het leven?

A

Psychisch/geestelijk, functioneren, sociaal, zingeving/spiritueel/levensvragen

17
Q

Waarom kan furosemide urine-incontinentie geven? Welke soort? Wat voor medicatie groep is het?

A

Toegenomen diurese, urgency-incontinentie, lisdiuretica

18
Q

Waarom kan oxycontin urine-incontinentie geven? Welke soort? Wat voor medicatie groep is het?

A

Via blaasretentie, overloopincontinentie, opiaat

19
Q

Waarom kan lisinopril urine-incontinentie geven? Welke soort? Wat voor medicatie groep is het?

A

Hoesten waardoor; stressincontinentie, Ace-remmer

20
Q

U overweegt een lithium geïnduceerde nefrogene diabetes insipidus.
Wat verwacht u van de serum ADH concentratie en urine-osmolaliteit.
ADH (verlaagd/normaal), urine osmolaliteit (laag/hoog)

A

Normaal, laag

21
Q
A