Voorbeeldvragen 1B - Internet en cloud Flashcards

1
Q

Schets in grote lijnen de evolutie van computernetwerken doorheen de geschiedenis: jaren 60

A
  • In de jaren ‘60 hadden we een heel centrale computer (de mainframe computer). Men liet mensen werken aan zo’n computer via terminals: toetsenborden met schermen die zelf heel weinig kunnen.
    • De computers hadden een verbinding met die mainframe computer. Op die manier kon je verschillende mensen laten werken op 1 computer.
  • De afstand tussen die mensen was eigenlijk beperkt door de lengte van de kabel. Als zo’n computer extra geheugen nodig had, dan gebeurde dat via magneetbanden.
  • Men moest die mainframe computer aan een hele boel externe bandopnemers schakelen die dan continu data opnamen en terug data doorgaven aan de computer. Al die apparaten waren verbonden in een heel specifiek lokaal netwerk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Evolutie van het internet: ‘80

A
  • In de jaren ‘80 worden computers goedkoper, we verkopen er meer, er komen meer perifere apparaten (vb. printer, fax, …) die gekoppeld kunnen worden aan computers, en in bedrijven worden computers gekoppeld in een lokaal netwerk, een LAN-network of local area network.
  • Je kan die computers met elkaar verbinden en dan een aantal diensten tussen elkaar uitwisselen. Men kan daar ook servers, veel krachtigere computers, op aansluiten, die bijvoorbeeld een veel sterkere harde schijf hebben waar je dan bijvoorbeeld tekstbestanden op kan downloaden.
  • Door zo’n lokaal netwerk te gebruiken, dat je resources, of het nu geheugen is of rekenkracht of iets anders, of een dienst zoals uitprinten, eigenlijk gaat verdelen over verschillende apparaten. Zo’n one-netwerk bestaan nog altijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef drie mogelijke types normeringsinstrumenten (volgens de indeling van de Amerikaanse rechtsprofessor Lawrence Lessig) die relevant zijn in de context van artificiële intelligentie en bespreek telkens één voorbeeld kort. Geef drie mogelijke types normeringsinstrumenten (volgens de indeling van de Amerikaanse rechtsprofessor Lawrence Lessig) die relevant zijn in de context van artificiële intelligentie en bespreek telkens één voorbeeld kort.

A

Er zijn 4 normeringsinstrumenten. Er zijn 4 mechanismen die onze samenleving beperken. Voorbeeld aan de hand van het rookbeleid.

  1. Het recht: overheid kan een wet invoeren die zegt ‘je mag niet roken in openbare ruimte’ of ‘sigareteten kunnen niet worden verkocht onder 18’. Op die manier beperkt overheid gebruik van sigaretten.
  2. De markten: Markten kunnen aankoop van sigaretten beperken. Prijzen van sigaretten zo hoog dat het niet financieel aantrekkelijk is om ze te kopen.
  3. De sociale normen: Sociale normen die betrekking hebben op normen. Niet roken in nabijheid van iemand die niet rookt en dat vervelend vindt. Anders word je erop aangesproken door medemensen.
  4. Architectuur of infrastructuur: Sigaret heeft bepaalde textuur, bepaalde smaak, geur, … . Nicotine is wat sigaretten aantrekkelijk maakt. Als je minder nicotine erin zet is het misschien minder aantrekkelijk.

Lessig past dit toe op de cyber space. Je kan regels en wetgeving invoeren die internet kan beperken maar dat kan ook door de code zelf. Daarop duidt Code is law. Dus er zijn verschillende manieren op onze maatschappij te beperken om op die manier normerende regels in te voeren.

Er ontstaan ook richtsnoeren die niet bindend zijn maar een soort van kompasfunctie hebben waar overheid of bedrijven naar moeten streven om bepaalde gevolgen te hebben. Kunnen zowel door overheid als private instellingen worden gemaakt, dus op verschillende niveaus. (Intergouvernementeel, door verengingen, enkele spelers zoals Microsoft, …). Dus niet gelijk aan wetgeving maar hebben wel veel impact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De Ethische Richtsnoeren voor Betrouwbare AI uitgewerkt door de AI HLEG vertrekken van vier ethische principes – menselijke autonomie, het vermijden van schade, billijkheid (fairness) en verklaarbaarheid – om zeven vereisten naar voren te schuiven voor de verwezenlijking van betrouwbare AI. Om welke vereisten gaat het en leg beknopt, in je eigen bewoordingen, uit wat onder deze 7 vereisten wordt begrepen.

A
  1. Menselijk handelen en toezicht: AI-systemen moeten mensen in staat stellen geïnformeerde beslissingen te nemen en hun fundamentele rechten te bevorderen. Tegelijkertijd moet worden gezorgd voor goede toezichtmechanismen, die kunnen worden verwezenlijkt door middel van human-in-the-loop-, human-on-the-loop- en human-in-command-benaderingen
  2. Technische robuustheid en veiligheid: AI-systemen moeten veerkrachtig en veilig zijn. Ze moeten veilig zijn, een noodplan hebben voor het geval er iets misgaat, en nauwkeurig, betrouwbaar en reproduceerbaar zijn. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat ook onbedoelde schade tot een minimum kan worden beperkt en kan worden voorkomen.
  3. Privacy en gegevensbeheer: niet alleen moeten de privacy en de gegevensbescherming volledig worden geëerbiedigd, er moet ook worden gezorgd voor adequate mechanismen voor gegevensbeheer, waarbij rekening wordt gehouden met de kwaliteit en de integriteit van de gegevens, en voor een gelegitimeerde toegang tot de gegevens.
  4. Transparantie: de gegevens, het systeem en de AI-bedrijfsmodellen moeten transparant zijn. Traceerbaarheidsmechanismen kunnen hiertoe bijdragen. Bovendien moeten AI-systemen en hun beslissingen worden uitgelegd op een wijze die is aangepast aan de betrokken belanghebbende. Mensen moeten zich ervan bewust zijn dat zij in interactie zijn met een AI-systeem, en moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheden en beperkingen van het systeem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly