Module 3A - Privacy: definities, perspectieven en taxonomieën Flashcards

1
Q

Wat is privacy?

A
  • Privacy als concept verwijst naar persoonlijke levenssfeer, privésfeer of eigenruimte, de mogelijkheid om je als persoon (individueel of in groep) af te schermen van bespieding en beïnvloeding. Privacy betekent dat iemand dingen kan doen zonder dat de buitenwereld daar weet van heeft, inbreuk op maakt, of invloed op heeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Recht op privacy

A
  • Universeel mensenrecht, een fundamentele vrijheid en een grondrecht, dat nauw verband houdt met de noties van menselijke waardigheid en persoonlijke autonomie → art. 8 EVRM en art. 22 Gw: cluster van fundamentele rechten: het recht op privéleven of de eerbieding van de persoonlijke levenssfeer, alsook het recht op fysieke en geestelijke integriteit, het recht om een eigen identiteit te vormen, en het recht om relaties aan te gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie Warren en Brandeis van privacy

A
  • Privacy als de erkenning van het recht om alleen gelaten te worden = the right to be left alone.
  • Zij situeerden dat recht tussen het recht van intellectuele eigendom en het materiële eigendomsrecht in.

Toen periode van veel massakranten, privélevens van bekenden: nieuwe industrie die de privésfeer binnendrong.

  • Schending van privacy → maatschappelijk fenomeen waar dus adequate rechtsmiddelen voor nodig waren om schending te stoppen en schade te herstellen.
  • Idee van house is my castle.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie Westin van privacy?

A

Vader van het moderne “dataprivacyrecht”.

  • Privacy: “de aanspraak van individuen om zelf te bepalen wanneer, hoe en in welke mate informatie over hen wordt gecommuniceerd” (“the claim of individuals to determine for themselves when, how, and to what extent information about them is communicated to others”)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer definitie Westin?

A
  • Opgang computertechnologie omdat toen persoonsgegevens op grotere schaal toegankelijker en kwetsbaarder voor misbruik werd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor pleitte Westin?

A
  • Burgers de uiteindelijke controle over hun persoonlijke gegevens.
  • Hij legde de filosofische basis voor huidige opvattingen gegevensbescherming en online privacy. Ook basis privacywetten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eerste internationale instrumenten inzake gegevensbescherming

A
  • Jaren 80: richtlijnen van de OESO inzake bescherming van privacy en Verdrag 108 van de Raad van Europa.
  • Ook hier ligt de opkomst van informatietechnologie, en in het bijzonder computers en elektronische databanken, aan de grondslag van die wetgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Europese Gegevensbeschermingsrecht

A
  • Nu algemene Verordening Gegevensbescherming: recht op informationele zelfbestemming.
    • Dergelijk recht moet het individu beschermen tegen onbeperkte verzameling, opslag, gebruik en openbaarmaking van zijn persoonsgegevens, en zijn/haar vermogen vrijwaren om in beginsel zelf te beslissen over de bekendmaking en het gebruik van zijn/haar persoonsgegevens.
  • Hof koppelt dit aan algemene persoonlijkheidsrechten, recht op menselijke waardigheid en functioneren van de democratie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtspraak Europees Hof van de Rechten van de Mens over art. 8 EHRM

A
  • Heel veel arresten: bv. S en Marper v. UK: “het begrip ‘privé-leven’ een ruim begrip is dat niet uitputtend kan worden gedefinieerd”
  • Fysieke en psychische integriteit van een persoon: meerdere aspecten van de fysieke en sociale identiteit van de persoon omvatten.
  • Inmenging art. 8: louter opslaan van persoonsgegevens, los van het gebruik in de toekomst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Typologie van privacy

A
  • Bert-Jaap Koops: onderscheid tussen verschillende vormen op as met individuele vrijheid (being let alone) of zelfontplooiing: 8 vormen van privacy:
  1. Lichamelijk
  2. geestelijk
  3. Ruimtelijk
  4. ten aanzien van besluitvorming
  5. ten aanzien van communicatie
  6. Relationeel,
  7. Ten aanzien van eigendom
  8. ten aanzien van gedrag
  9. Negende overlappende: informationele privacy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Philip Agre en Marc Rotenberg: definitie privacy

A
  • “De vrijwaring van onredelijke beperkingen bij de vorming van de eigen identiteit” (“the right to privacy is the freedom from unreasonable constraints on the construction of one’s own identity”
  • Gaat verder dan de statische opvatting van privacy als een recht op beslotenheid of geheimhouding, verklaart waarom mensen controle willen hebben over persoonlijke informatie, en gedetailleerde aanwijzingen geeft over de soorten controle die zij zouden willen hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Helen Nissenbaum

A
  • Privacy als “contextuele integriteit”: tegen geheimhouding of controle over informatie over zichzelf.
    • Onderstreept het belang van privacy, niet alleen voor individuen, maar ook voor de samenleving en de respectievelijke sociale domeinen, en integreert een component van ethiek of moraal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Slotsom privacy

A
  • Open begrip, geen uitputtende definitie want het evolueert naargelang tijd en plaats.
  • Juridisch gezien is privacy is een universeel mensenrecht, fundamentele vrijheid en grondrecht, nauw verwant met en steunend op menselijke waardigheid en persoonlijke autonomie.
    • Bescherming persoonlijke levenssfeer
    • Bescherming persoonsgegevens, vertrouwelijke communicatie en integriteit van persoon en lichaam.
  • Afscherming van beïnvloeding = recht om alleen gelaten te worden: door overheid en privé partijen, niet continue gevolgd en beïnvloed worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is contextuele integriteit?

A
  • Regie over eigen gegevens en gebruik ervan. Voorkomen dat we gediscrimineerd worden op basis van onze gegevens maar dus enkel informatie gebruikt binnen de context waarin ze werd meegedeeld = contextuele integriteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is privacy zo belangrijk?

A
  • Het recht op privacy is een vereiste voor het kunnen uitoefenen van diverse andere vrijheden, zoals de vrijheid van gedachte, meningsuiting en vergadering.
  • Privacy is belangrijk voor het behoud van de autonomie van personen en groepen. In die zin vormt privacy een voorwaarde om vrij te zijn in wie je bent en wat je doet, maar evenzeer voor het goed functioneren van onze democratie.
  • Het wordt dan ook beschouwd als een belangrijke basis van onze democratische rechtsstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is privacytechnologie?

A
  • Privacytechnologie: wetgeving alleen is geen afdoende bescherming voor privacy in de moderne informatiesamenleving, maar dat privacy technologisch ingebouwd moest worden vanaf de fase van het ontwerp van een informatiesysteem.
17
Q

PETs?

A
  • Privacy enhancing technologies (PETs) voor bestaande systemen.
18
Q

What is PbD?

A
  • Privacy by Design: voorbeeld van waardengebaseerd systeemdesign (value sensitive design): streeft ernaar om bij de ontwikkeling van technologie rekening te houden met menselijke waarden tijdens het hele proces (zie ook ethics-by-design bij AI)
19
Q

Wanneer zijn ondernemingen PbD serieus beginnen nemen?

A
  • 2010: 32e International Conference of Data Protection and Privacy Commissioners.
  • Ondernemingen pas serieus vanaf GDPR: gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen een wettelijk afdwingbare verplichting heeft gemaakt (art. 25).
20
Q

Hoe worden ondernemingen gestimuleerd voor PbD?

A
  1. Gegevensbescherming door ontwerp: Technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn om de beginselen inzake privacy en gegevensbescherming vanaf het begin te waarborgen.
  2. Gegevensbescherming door standaardinstellingen: Standaardinstellingen zo privacy-vriendelijk mogelijk, maar wel nog een keuze voor de gebruiker.
21
Q

Wat is privacy engineering?

A
  • Privacytechnologie, of privacy engineering, is een wetenschappelijk domein, onderdeel van computertechnologie, dat zich bezig houdt met de ontwikkeling van technieken, vaardigheden, methoden en processen gericht op het aanpakken of verminderen van privacyproblemen, zonder dat dit ten koste gaat van de voordelen.
22
Q

Wat onderzoeken privacy ingenieurs?

A
  • Hoe de vormgeving (design) van computersystemen een impact heeft op onze privacy en welke technieken van software-ontwikkeling (software engineering) kunnen resulteren in een betere bescherming van onze privacy.
  • Privacy-ingenieurs zijn er zich inmiddels ten volle van bewust dat privacy meer inhoudt dan de beveiliging van systemen (bv. tegen hacking) en van informatie (bv. om de vertrouwelijkheid te garanderen)
23
Q

Wat zijn de verschillen binnen privacytechnologie?

A
  • de veronderstellingen die zij maken
  • dreigingsmodellen (waarmee ze rekening houden: threat models
  • de doelstellingen die ze nastreven:
    • individuen (enige) zeggenschap geven over hun informatie
    • de naleving van wettelijke vereisten voor informatieverwerkingsactiviteiten waarborgen
    • de digitale infrastructuur standaard privé maken.
24
Q

Onderscheid technologieën

A
  1. Privacy als vertrouwelijkheid: confidentiality
  2. Privacy als controle: control
  3. Privacy als praktijk: practice
25
Q

Wat is het “beveiligingstechnologie”-perspectief

A
  • Dit perspectief gaat er vanuit dat het openbaarmaken en delen van gegevens standaardpraktijk is in ICT-systemen, met een groot technisch potentieel voor gegevensmisbruik als gevolg.
  • De focus ligt zeer sterk op de technologie: de bedoeling is om technologieën te ontwerpen – sterk aangestuurd door zogenaamde dreigingsmodellen, die gegevenslekken moeten voorkomen, zodat alleen uitdrukkelijk bekendgemaakte informatie beschikbaar wordt gesteld aan de beoogde ontvangers.
26
Q

Wat zijn oplossingen binnen het beveiligingstechnologie perspectief?

A
  • Vaak in de sfeer van cryptografische algoritmen en protocollen, anonieme communicatienetwerken, verdoezelen (obfuscate) van gegevens (gedifferentieerde privacy), en gedistribueerde systemen.
27
Q

Beperkingen perspectief van het beveiligingsperspectief?

A
  • Het legt de nadruk (uitsluitend) op het voorkomen van openbaarmaking van gegevens aan tegenstanders;
  • Het hanteert een enge privacydefinitie;
  • Het moet voortdurend privacy afwegen ten aanzien van de bruikbaarheid, functionaliteit en prestaties van het systeem
28
Q

Het “gegevensbescherming”-perspectief (data protection)

A
  • Dit perspectief vertrekt vanuit bekommernissen omtrent onevenredige verzameling van gegevens, het gebruik van gegevens voor onwettige doeleinden, gegevensinbreuken, gegevenskwaliteit, gegevensverwijdering, geautomatiseerde datagestuurde besluitvorming, aansprakelijkheid voor wanpraktijken.
29
Q

Focus perspectief data protection?

A
  • Het focust sterk op organisaties en boogt hen oplossingen aan te reiken voor de naleving van wettelijke vereisten inzake procedures en praktijken bij de verwerking van persoonsgegevens.
30
Q

Oplossingen data protection?

A
  • klassieke gegevensbeveiliging (encryptie, toegangscontrole), anonimisering van gegevens, auditing, het verzekeren van gebruikersrechten (zoals het recht op toegang tot of rectificatie van je persoonsgegevens).
31
Q

Beperkingen data protection?

A
  • Het legt sterk de nadruk op het (verkeerd) gebruik van gegevens, in plaats van te trachten gegevensverzameling te beperken;
  • Ondoorzichtigheid van organisaties of intellectuele-eigendomsrechten verhinderen soms de succesvolle implementatie van oplossingen; voor grondige onafhankelijke audits op schaal zijn enorme middelen nodig die niet steeds (of meestal niet) voorhanden zijn;
  • Zelfs systemen die in overeenstemming zijn met de wettelijke vereisten, kunnen nog steeds privacy-invasief zijn.
32
Q

Het “sociale privacy”-perspectief (social privacy)

A
  • Dit perspectief vertrekt vanuit de bezorgdheid dat sociale interacties mogelijk gemaakt via technologie tot ongewenste onthullingen leiden, misverstanden of conflicten (met peers).
33
Q

Focus: “sociale privacy”-perspectief (social privacy)

A
  • Het focust sterk op de gebruikers en boogt hun besluitvorming te ondersteunen met betrekking tot het delen van hun persoonsgegevens en het verlenen van toestemming voor het gebruik ervan.
34
Q

Oplossingen social privacy?

A
  • Technische oplossingen die daarvoor worden ontwikkeld omvatten contextuele feedback, gebruiksvriendelijke privacy-instellingen, en ‘duwtjes in de rug’ (nudges).
35
Q

Beperkingen “sociale privacy”-perspectief (social privacy)

A
  • Het focust op vrijwillige acties en door gebruikers gegenereerde inhoud (maar niet op gedragsgegevens, behavioural data, die onbewust worden verzameld en verwerkt, bijvoorbeeld bij het bezoeken van bepaalde websites);
  • Het legt de nadruk op de front-end, eerder dan zich kritische te buigen over de onderliggende de architectuur;
  • De klemtoon op ‘privacyverwachtingen’ creëert vaagheid en vormt soms een hellend vlak (slippery slope).