Vocabulaire H6 Flashcards
1
Q
muntgeld
A
coins
2
Q
kleingeld/wisselgeld
A
(small) change
3
Q
pinautomaat
A
cash point/ATM
4
Q
pinnen
A
making a cash withdrawal
5
Q
pinpas
A
debit card
6
Q
bankpas
A
banker’s card
7
Q
rood staan
A
overdraft
8
Q
geld overmaken
A
transfer money (in) to an account
9
Q
aandelenbeurs
A
stock exchange
10
Q
aandelen (BE)
A
shares
11
Q
aandelen (AE)
A
stocks
12
Q
obligaties
A
bonds
13
Q
aandelenmakelaar
A
stockbroker
14
Q
monetair
A
monetary
15
Q
beleid
A
policy
16
Q
bank voor particulieren (1)
A
commercial bank
17
Q
bank voor particulieren (2)
A
clearing bank
18
Q
geld storten
A
make a deposit
19
Q
bank voor bedrijven
A
merchant bank
20
Q
fusie
A
merger
21
Q
aankoop (van bedrijf)
A
acquisition
22
Q
bankrekening
A
bank account
23
Q
bankafschrift
A
bank statement
24
Q
vreemde valuta
A
foreign currency
25
rekening
bill
26
factuur
invoice
27
geld storten
make a deposit
28
met creditcard betalen
pay by credit card
29
contant betalen
pay cash
30
betaling
payment
31
failliet
bankrupt
32
automatisch overmaken
standing order
33
automatische incasso
to pay by direct debit
34
af fabriek; alle kosten van vervoer/verzekering zijn voor de koper (1) (INCO-term)
ex works/ex factory/loco
35
af fabriek; alle kosten van vervoer/verzekering zijn voor de koper (2) (INCO-term)
carriage forward
36
tot in de haven van vertrek (hier:London), maar zonder kosten van inladen (INCO-term)
fas London (free alongside ship)
37
tot in het schip in de haven van vertrek, dus inclusief kosten van het inladen (INCO-term)
fob London (free on board)
38
tot in de trein in het station van vertrek (INCO-term)
for London (free on rail)
39
tot in het vliegtuig in de luchthaven van vertrek (INCO-term)
fop London (free on plane)
40
tot in de vrachtwagen in de plaats van vertrek (INCO-term)
fot London (free on truck)
41
tot in de haven van aankomst (hier:Rotterdam) (INCO-term)
cif Rotterdam (cost, insurance, freight Rotterdam)
42
franco thuis (alle kosten van vervoer/verzekering zijn voor de verkoper) (INCO-term)
free domicile/carriage paid
43
onder rembours (alle kosten inclusief de prijs van de goederen moeten contant voldaan worden bij aflevering) (INCO-term)
cod (cash on delivery)
44
monetaire unie, één munteenheid
single currency
45
munteenheid
currency
46
Britse pond, Engelse munteenheid
pound sterling
47
munt
coin
48
munt (gebouw waar munten geslagen worden)
mint
49
inflatie, geldontwaarding
inflation
50
solide, gezond
sound
51
straffend
penalising
52
belastingontduikers
tax evaders
53
aarzelend
reluctant
54
sprong in het duister
a leap in the dark