Betekenisverschil door spatie Flashcards
achter elkaar
Zo komisch, ze bleven maar achter elkaar aanrennen.
achterelkaar
Het ging achterelkaar door. (aan 1 stuk door)
al lang
Ik woon hier al lang.
allang
Dan weet ik allang wat er gaat gebeuren (maar al te goed).
al weer
Ze is er al weer (ze is reeds terug).
alweer
Belt ze nu alweer? (tien minuten geleden ook al)
alles behalve
Je krijgt van mij alles behalve het horloge.
allesbehalve
Hij is allesbehalve vriendelijk.
als ook
Piet gaat mee als ook Marie mee gaat.
alsook
Zowel Piet alsook Marie gaat mee.
even goed
Hij spreekt even goed als hij schrijft.
evengoed
Jij bent evengoed schuldig (ook).
even veel
Is me dat even veel!
evenveel
Hij heeft evenveel als ik.
hoe lang
Hoe lang moet een kind zijn voor een kinderzitje?
hoelang
Hoelang mag een kind in het kinderzitje?
hoe ver
Hij vertelde hoe warm het was en hoe ver.
hoever
Hoever ben je?
in geval van
De lift niet gebruiken in geval van brand (bij)
ingeval
Meldt u zich terstond ingeval u diefstal vermoedt (als)
naar gelang
Je kunt je digitale felicitatie aanpassen al naar gelang van je persoonlijke wensen.
naargelang
De toiletten werden viezer naargelang de dag vorderde (naarmate).