Vocabulaire H4 Flashcards
1
Q
aandeelhouders
A
shareholders
2
Q
organogram
A
organisational chart
3
Q
raad van bestuur
A
board of directors
4
Q
voorzitter/voorzitster
A
chairperson
5
Q
bedrijfsdirecteur (1)
A
managing director
6
Q
bedrijfsdirecteur (2)
A
chief executive officer
7
Q
onderzoek en ontwikkeling
A
research and development
8
Q
hierarchie
A
hierarchy
9
Q
ondergeschikten
A
subordinates
10
Q
delegeren
A
delegate
11
Q
administrateur
A
credit manager
12
Q
hoofd exportafdeling
A
export manager
13
Q
hoofd importafdeling
A
import manager
14
Q
boekhouder
A
bookkeeper
15
Q
inkoper (1)
A
buyer
16
Q
inkoper (2)
A
purchaser