Trauma Flashcards
Geef de definitie van trauma.
- Kinderen en adolescenten : regelmatig geconfronteerd met schokkende gebeurtenissen
o Gevolg: Stressreactie = normaal
o Bv: concentratieproblemen, overmatige prikkelbaarheid, sombere gevoelens, slaapproblemen
o Verminderen door verwerking, ondersteuning van netwerk
o MAAR indien deze stressreacties langdurig aanhouden en psychisch leed blijven veroorzaken → onvolledige of gestagneerde verwerking van de gebeurtenis = trauma (Copeland, Keeler, Agnold, & Costello, 2007) - Traumatische ervaring = een ernstige bedreiging van de persoonlijke integriteit
- Zelf ondergaan OF getuige zijn van OF horen dat naaste het heeft ondergaan OF herhaaldelijke of extreme blootstelling ondergaan aan afschuwwekkende details van de gebeurtenis
o Verwerkingsproces is multifactorieel: afhankelijk van
Van wat i shet verwerkingsproces bij trauma afhankelijk?
- Kenmerken van het trauma
o duur, ernst, onverwacht
o Eerdere traumatisering - type 1 = enkelvoudige gebeurtenis vs. type 2 = herhaling over langere periode
- Rol van sociale steun
- Stressreactie bij de ouders
- Betekenisverlening
Welke uieenlopende reacties zijn er p trauma in de verschillende ontwikkelingsfases?
- Baby’s: o.a. slaapproblemen, eetproblemen, lang en vaak huilen
- Peuters/kleuters: o.a. regressief, agressief gedrag, driftbuien, angsten, dromen, stagnatie van ontwikkeling, beperkt spel, herhaling in gedrag en spel (re-enactment), verwarring (door onmacht om te verwoorden wat ze ervaren)
- Schoolkinderen: o.a. lichamelijke klachten, slaapproblemen, concentratieproblemen, herhaling in spel, tekeningen of taalgebruik (re enactment), omen-formatie (voortekenen?)
- Pubers/adolescenten: o.a. thrill seeking gedrag, verslaving, schaamte, depressie, ontkenning, wraakfantasieën, verminderd functioneren op school, angst voor controleverlies, beperkt toekomstperspectief
Wat zegt de DSM-5 over trauma bij kinderen?
- Categorie: Psychotrauma- en stressgerelateerde stoornissen
- PTSS = bekendste
- Schokkende of negaieve levensgebeurtenissen?
o => Kinderen kunnen ook posttraumatische stressreacties ontwikkelen na levensgebeurtenissen die niet schokkend genoemd mogen worden volgens de eerdere DSM-IV criteria - 4 symptoomclusters
- Naast PTSS, zijn er ook nog andere stoornissen mogelijk (DSM-5)
Wat zijn volgens de DSM-5 de 4 symptoomclusters van trauma,
- Intrusieve symptomen: pijnlijke herinneringen, nachtmerries, flashbacks (jonge kinderen: terugkerende spelletjes)
- Vermijdingsgedrag (en afstomping, vervlakking)
- Negatieve veranderingen in gedachten en stemming: overdreven negatieve overtuigingen van zichzelf, verminderde interesse in activiteiten
- Verandering in arousal en reactiviteit: slaap –en concentratieproblemen
Opmerking
* Verschillen : kinderen < 6 jaar (I, II of III en IV) versus individuen vanaf 6 jaar (I, II, III, en IV)
* Twee subtypes : (1) type met dissociatieve symptomen en (2) type met uitgestelde expressie (vanaf 6 maand na traumatische gebeurtenis)
Welke andere traumagerelateerde stoornissen zijn er volgens de DSM-5?
- Reactieve hechtingsstoornis
- Ontremd-sociaalcontactstoornis
- Acute-stressstoornis
- Aanpassingsstoornis
- Andere gespecifieerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis
- Ongespecifeerde psychotrauma- of stressgerelateerde stoornis
Geef het verloop en prognose van trauma.
- Een traumatische gebeurtenis ≠ PTSS
- Niet elke traumatische gebeurtenis heeft een stoornis als gevolg
o Meta-analyse van studies naar de prevalentie van PTSS (Alisic et al., 2014): 1 op 6 kinderen (15,9%) ontwikkelt PTSS na het meemaken van een traumatische gebeurtenis
o Meisjes meer risico dan jongens: 20,8% vs. 11,1%
o Gebeurtenissen met interpersoonlijk karakter (vb. kindermishandeling) meer risico dan zonder interpersoonlijk karakter (vb. ongeval): 25,5% vs. 9,7%
o => PTSS kan dagelijks functioneren van kind ernstig belemmeren + bedreiging vormen voor sociale, emotionele, cognitieve, biologische en lichamelijke ontwikkeling 2004)
Welke beschermende factoren zijn er bij trauma?
- Sociale steun
- Mannelijke geslacht
Welke types risico factoren zijn er bij trauma?
Pre-tramatic factors
* Biologische kwetsbaarheid (vermetten & Krugers, 2012)
* Demografische factoren: vrouwelijk geslacht
* Temperament? Hoge emotionaliteit, beperkt effortful control
* Aanwezigheid PP voor trauma
Trauma-related factors
* Subjectieve ervaring van dreiging belangrijker dan objectieve factoren zoals ernst of duur van trauma (meta-analyse Trickey et al., 2012)
* Cumulatie van traumatische gebeurtenissen (Copeland et al., 2007; Verlinden et al., 2017))
o Bv: mishandeling door ouders én getuige van conflict tussen ouders
Post-traumatic factors
* Gebrek aan sociale steun. Ouders zelf getraumatiseerd → eerst traumabehandeling van ouders! Maar ook steun van bv. leerkracht, andere familieleden
Wanneer spreekt men van ‘latente kwetsbaarheid’?
(Trauma & onze hersenen)
- Vroegere bedreigende ervaringen (ook: verwaarlozing) met zorgverleners vergroten het risico dat de mentale gezondheid van kinderen aangetast zal worden
- Waarom?
o Anders omgaan met nieuwe ervaringen, sociale situatie
o Moeilijk nieuwe mensen te vertrouwen
o Positieve, uitdagende cues niet herkennen - Reden? Hersenen hebben geleerd om te ‘overleven’ in een bedreigende en onvoorspelbare wereld
- MAAR deze adaptatie werkt echter minder goed in een gewone (niet bedreigende) omgeving
Wat zijn de mogelijke gevolgen van dergelijke kwetsbaarheid?
(Trauma & onze hersenen)
- Meer stress
- Meer negatieve amoties
- Minder zelfvertrouwen
- Minder vrienden, minder steun van volwassenen (social thinning)
- => Midden van groei- en ontwikkelingskansen
- :> Groter risico op mentale problemen
Op welke manier passen onze hersenen zich aan om met traumatische gebeurtenissen om te gaan? Hoe kan men dit linken aan het ontstaan van psychopathologie?
(Trauma & onze hersenen)
Veranderingen in drie verschillende hersensystemen/processen
* Beloningssysteem: niet leren omtrent positieve (belonende) gevolgen van de omgeving
* Geheugensysteem: meer herinneren van negatieve versus positieve gebeurtenissen, alledaagse herinneringen minder gedetailleerd-
* Bedreigingssysteem: hypervigilantie
Gevolg: meer ‘challenging behavior’ → grotere kans op angst, depressie,…
Wat kan de omgeving betekenen?
(Trauma & onze hersenen)
- vroege kindertijd: relaties met anderen spelen een grote rol in hersenontwikkeling (de latente kwetsbaarheid ontstaat door relaties met anderen)
- voldoende begrenzen
- ’challenging behavior’ op andere manier bekijken: ’overlevingsstrategie’
- helpen om vertrouwensrelaties op te bouwen en in stand te houden, helpen om te gaan met alledaagse stressoren
- aanmoedigen, hoop geven op verandering → op die manier kunnen hersenen zich opnieuw aanpassen