H1: Ontwikkeling en psychopathologie Flashcards
Geef de uitgebreide definitie van ontwikkelingspsychopathologie
- “Een algemene benadering om de relaties tussen ontwikkeling en malaptieve afwijkingen te begrijpen”
- OPP ≠ Klinische psychologie
- = Stoornissen in hier en nu bestuderen
- OPP = vanuit ontwikkelingsperspectief
- ook interesse in kinderen met risico die geen stoornis ontwikkelen of terug in normale ontwikkeling komen
- geïnteresseerd in beschermende factoren (veerkracht)
- OPP ≠ Ontwikkelingspsychologie
- = Bestuderen van normale ontwikkeling (ook longitudinaal onderzoek)
- OPP = wat wijkt af van de normale ontwikkeling
Geef de historiek van ontwikkelingspsychopathologie
Geef enkele recente boekpublicaties van ontwikkelingspsychopathologie
Waarom is ontwikkelingspsychopathologie een jonge discipline?
- Nauwelijks aandacht voor stoornissen bij kinderen
- Ontbreken van adequaat instrumentarium
- Ontwikkelingsgevoelig
- Betrouwbaar
- Valide
- Tijdsintensieve studie
- Follow-up
- Grote steekproeven
Geef de korte uitleg van het volgende onderzoek: “wat zijn de gevolgen van angst bij de moeder tijdens de zwangerschap voor de nakomeling? “
- Onderzoekers: Van den Bergh (< KUL)
- Start 1986-1987
- 86 zwangere vrouwen (18-30 jaar, eerste baby)
- Bestuderen en opvolgen van moeder, kind, moeder-kindinteractie
- 4 grote fasen: Follow-up!
1. Eerste 7 levensmaanden
2. 8-9 jarige leeftijd
3. 14-15 jarige leeftijd
4. 17-jarige leeftijd - Multi-methodisch
- Vragenlijsten (bv: STAI, CBCL)
- Observatie gedrag (bv: foetus via ultrasound)
- Ontwikkelingsschalen
- Cognitieve taken
- EEG
- …
- Meerdere informanten
- Resultaten
- Angst bij moeder effect op foetaal en neonataal gedrag: actief, prikkelbaar, huilen, krampen,…
- Geen verschil op sommige vlakken: neurologische conditie bij geboorte, voedingsgedrag, mentale en motorische ontwikkeling
- T2: angst voorspellend voor psychopathologie (ADHD, stemmingsstoornissen,…)
- T3: angst voorspellend voor gebrek aan responsinhibitie
- T4: angst voorspellend voor gebrek aan cognitieve controle
Wat zijn de 2 doelen van OPP?
- Verklaren
- Voorspellen
Hoe wilt OPP Verklaren?
- Welke verklarende processen en mechanismen zijn verantwoordelijk voor oorsprong, toename, afname, instandhouding van probleemgedrag?
- Verschillende verklaringsniveaus!
o Neuropsychologie
o Gedragsgenetica
o Sociaal
o Biologische systemen
o Opvoeding
o Gezinspsychologie
o Socia-cultureel
o Maatschappij - Ideaal = verschilende verklaringsniveaus integreren (gedragsgenetica, biologische systemen, neuropsychologie, gezinspsychologie, …)
- Bv: model van Pennington
Geef het model van Pennington
Leg het model uit
- Alle gedrag (sociaal, emotioneel, cognitief) heeft een neurochemisch en neurologisch substraat → bestuderen van (neuro)biologische correlaten = belangrijk
<=> reductionisme, teruggaan naar enkelvoudige biologische oorzaken - Verschillende analyseniveaus zijn complementair: bidirectionele causaliteit!
- Cf. epigenetica: invloed van stress, opvoeding op genexpressies en hersenontwikkeling
<-> lineaire causaliteit van biologie naar psyche
- Cf. epigenetica: invloed van stress, opvoeding op genexpressies en hersenontwikkeling
- Toekomst: Psychopathologie gedefinieerd door mechanismen i.p.v. symptomen?
- Bv. ‘disinhibitieprobleem’: verslaving, ADHD, Obesitas… (Nigg, 2000)
- Bv. ‘emotieregulatieprobleem’: gedragsproblemen, angst (Fraire & Ollendick, 2013; Gross, 2007)
° Beter inzicht in comorbiditeit tussen aandoeningen
° Louter gedragsdiagnostiek maar ook aandacht voor neurobiologische markers
Hoe/waarom wilt OPP Voorspellen?
- Nood aan longitudinaal onderzoek: zijn factoren die voorafgaan in de tijd statistisch predictief voor latere uitkomstmaten?
- Nuances:
o Statistisch bepaalde kans voor een geïdentificeerde risicogroep → zegt nooit iets over één specifiek individu
o Complexe interacties in rekening brengen → cf. transactioneel model!
o Toevalsfactoren in rekening brengen
o Opletten voor historicisme: zoektocht naar ‘de’ oorzaak steeds mogelijk? + zegt niets over beïnvloedbaarheid - Toepassing binnen OPP: Bestuderen van ontwikkelingstrajecten 2 voorbeelden
- Toepassing: Identificeren van risicogroepen → opstellen van preventieprogramma’s
- 2 Voorbeelden van onderzoek
1. Ontwikkelingstrajecten van fysieke agressie
2. Ontwikkkelingstrajecten lichaamsontevredenheid
Geef het doel en de methode van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
- bestuderen van fysieke agressiviteit bij kinderen
- 13 439 Canadese gezinnen met kind tussen 9 en 48 maanden oud
- follow-up tot leeftijd van 11 jaar!
- huisbezoeken om de 2 jaar (interview + vragenlijsten)
Geef de resultaten van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
- piek fysieke agressie in peutertijd - 3 groepen:
- licht (31.1%): weinig FA als peuter + daling met ouder worden
- middelmatig (52.2%): occasioneel FA als peuter + daling met ouder worden
- hoog (16.6%): frequent FA als peuter + niveau blijft hoog en stabiel met ouder worden
Geef de trajecten van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
Geef de vergelijking tussen trajecte van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
Geef de predictoren van traject 3 van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
Geef de conclussie en implicaties van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
- ‘Typical (normative) trajectory’: kinderen leren FA inhiberen + alternatieve problem solving strategieën
~ socialization of aggression - ‘Atypical (elevated) trajectory’: problemen met inhibitie
- Verklaring? Familiekarakteristieken (interactie met neurologische, genetische deficieten?)
- Geen stijgend traject: weinig kinderen die niet agressief zijn als peuter en het pas op latere leeftijd aanleren
- Belang vroege interventie!
- aanleren adaptieve strategieën op jonge leeftijd
Geef de limitaties van voorbeeld 1:* ontwikkelingstrajecten fysieke agressie
- generalisatie naar andere vormen van agressie?
- Hoe ontstaat de ‘piek’ in peutertijd?
- Enkel moeder als informant?
Leg VOORBEELD 2: ontwikkelingstrajecten lichaamsontevredenheid uit.
- Longitudinale studie, 4 meetmomenten over periode van 15 jaar (MT1 = 14.8; MT2 = 19.3; MT3 = 25.2; MT4 = 31 jaar)
- Bevraging lichaamsontevredenheid (10 items; tevredenheid met verschillende lichaamsdelen)
- Kunnen verschillende trajecten onderscheiden worden? Welke risico/protectieve factoren voorspellen de trajecten?
Geef de trajecten van VOORBEELD 2: ontwikkelingstrajecten lichaamsontevredenheid uit.
Geef de predictoren van VOORBEELD 2: ontwikkelingstrajecten lichaamsontevredenheid
Geef de conclussie en implicaties van VOORBEELD 2: ontwikkelingstrajecten lichaamsontevredenheid
- Inzetten op versterken zelfbeeld, verminderen depressieve symptomen, verbeteren kwaliteit ouder-kindinteractie en verminderen/passend reageren op pesten omtrent gewicht en diëten bij leeftijdsgenoten
- ‘Sensitive window’ voor ontwikkelen van gezond zelfbeeld in vroege adolescentie → preventie focus in late kindertijd/vroege adolescentie
- Rekening houden met ontwikkelingsverloop van positief lichaamsbeeld: nog onduidelijk → meer onderzoek nodig
Hoe/waarom wilt OPP beschrijven?
**Wat is afwijkend van de normalen ontwikkeling?
Nut
* Communicatie
* Bestuderen incidentie, prevalentie
* Bestuderen verloop
* Maar ook klinisch relevant:
- Diagnostische cyclus: uitspraak over aanwezigheid en aard van psychopathologie bij kind of jongere (Onderkennende diagnostiek) → Zie vak ‘Assessment ontwikkelingspsychopathologische processen’
Welke 2 verschillende benaderingen zijn er voor een afwijkende ontwikkeling?
categoriale entiteiten
* “Deze persoon heeft wel/geen probleem”
* → Stoornissen bij kinderen en jongeren
continue dimensies van disfunctioneren
* “Deze persoon heeft in meer of mindere mate kenmerken van een bepaald probleem”
* → Stoornissen bij kinderen en jongeren
Wat zijn de verschillen tussen de categoriale benadering en de dimensionele benadering van een afwijkende ontwikkeling?
Wat zijn de overeenkomsten tussen de categoriale benadering en de dimensionele benadering van een afwijkende ontwikkeling?
- Classificatie op gedragsniveau = beschrijvende/fenotypische classificaties
o Achterliggende oorzaken? Biologische markers? - A-theoretisch: steunen niet op theorie over ontstaan, beloop en behandelen van problemen en stoornissen
- Wetenschappelijk onderbouwd (cf. revisie DSM)
- Wereldwijd verspreid én gebruikt (MAAR rekening houden met mogelijke culturele verschillen)
- Dynamische ontwikkelingen: integratie?
o DSM-systeem: aandacht voor pathologie bij kinderen en jongeren → ontwikkelingsperspectief (~dimensionaliteit)
o ASEBA-systeem: intro klinische grensscores & DSM-georiënteerde subschalen (indicaties, geen diagnose!)