Thema 14: Calcium-/magnesiumhuishouding (hc19/20 + wc17/18) Flashcards

1
Q

rol van calcium

A

Prikkelgeleiding, spiercontractie, bolvormig, stolling.
Maar ook: membraanstabiliteit, celadhesie, celdeling, enzymactiviteit, intercellulaire communicatie, hormoonafgifte (TSH en insuline).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

calciumverdeling lichaam

A

Verreweg meest in botten = 99%

Niet in het bot, extracullair = 1% > waarvan hiervan 55% biologisch beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bloedcalcium

A

een evenwicht tussen:
a. (albumine-)gebonden
b. vrij, geïoniseerd calcium (Ca2+)
Ca-prot Ca2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bloedcalcium en alkalose

A

alkalis verhoogde de (albumine)binding en reduceert dus Ca2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Directe regulatie calcium

A

Plasma calciumconcentratie wordt binnen nauwe grenzen gereguleerd via directe regulatie en hormonale regulatie.
Directe regulatie via:
- opname van calcium uit dieet via darm (intercellulair)
- resorptie van calcium uit bot
- resorptie van calcium uit urine via nier
= voldoende om normale verliezen via darm, zweet en urine te compenseren. Bij lactatie en vorming van eischaal ook groot verbruik van calcium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hormonale regulatie calcium (2)

A
  1. [Ca2+} daalt > stijging PTH > stimulering bot (osteoclasten) Ca2+ afgifte EN stimulering nier resorptie EN indirecte stimulering omzetten vit D naar actieve vorm EN door vit D stimulering Ca2+ resorptie
  2. [Ca2+] stijgt > stijging calcitonine > remming resorptie Ca2+ vanuit bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PTH

A

parathyroid hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie PTH

A
  • laag calcium induceert afgifte PTH vanuit hoofdcellen in bijschildklier
  • Gevolg:
    a. stimulatie Ca door botresorptie
    b. stimulatie tubulaire resorptie Ca door nier (let op diersoort)
    c. Stimuleert synthese en activiteit van 1α- hydroxylase in nier: 1,25-dihydroxyvitamine D
    d. Remt tubulaire resorptie fosfaat (PO4) door nier.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Calciumhomeostase in bot

A

PTH effect: osteoblasten krimpen, osteoclasten kunnen contact maken, Ca2+ komt vrij
Vit D protentieert dit effect van PTH.
Calcitonine: osteoclasten retractie ruffled border, calcium blijft in skelet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vitamine D

A

de vit D metabolieten worden gezien als hormonen

Bijv. calcitriol (1,25(OH)2D) is meest actieve metaboliet uit nier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet vit D?

A
  • PTH/hypofosfatemie verhogen afgifte calcitriol
  • Gevolg:
    a. verhoogde calciumabsorptie vanuit bot = verhoogt effectiviteit PTH
    b. maar ook mineralisatie van nieuwgevormd kraakbeen en bot
    c. verhoogde reabsorptie van calcium en fosfaat via nier en dunne darm
    d. remt PTH secretie als neg. feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Calcitonine

A
  • gevormd uit parafolliculaire (C-cellen) cellen schildklier
  • (plotselinge) hoge plasma calciumconc. leidt tot afgifte calcitonine = evenals hormonen MDK bijv. gastrine
  • Gevolg:
    a. verhoogde calciumretentie in bot = mineralisatie
  • Snelle actie calcitonine voorkomt onderdrukking afgifte PTH waardoor renale resorptie van Ca ongestuurd blijft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hypercalciemie

A

teveel aan calcium in bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mechanisme hypercalciemie

A
  • toegenomen absorptie MDK
  • verhoogd osteolysis
  • verminderde renale secretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaken hypercalciemie

A
  • hyperparathyreoidie
    a. primair
    b. pseudo (maligniteiten)
  • Vit D intoxicatie
  • (nierfalen, osteolytisch proces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hyperparathyreoidie

A

Bij hond en kat

  • primaire hyperparathyreoidie (zelden) = tumor bijschildklier
  • pseudohyperparathyreoidie =
    a. maligniteit buiten bijschildklier: maligne lymfoom of anaalzaktumor.
    b. produceert PTH related peptide (PTHrP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

PTHrP = PTH related peptide

A
  • 139-173 AZ bevattend eiwit met 70% sequence homologie met de eerste 13 AZ van PTH
  • zijn N-terminal regio bindt en stimuleert PTH-receptoren in bot en nier met vergelijkbare affiniteit als PTH
  • normaal geproduceerd in verschillende weefsels (melk is rijk aan PTHrP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gevolgen hypercalciemie

A
  • lusteloosheid
  • spierzwakte
  • hypomotiliteitd MDK
  • demineralisatie botten door afwijkende status van regulerende hormonen
  • PU/PD (distake tubuli minder gevoelig voor ADH o.i.v. can hoog calcium
  • hyperplasie C-cellen (hypercalcitonisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hypocalciemie

A

te weinig calcium in bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

mechanisme hypocalciemie

A
  • verminder absorptie MDK
  • verhoogd verbruik
  • verminderde resorptie door nier
  • remmen van osteolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ziektebeelden hypocalciemie

A
  • hypoparathyreoidie (zelden)
  • nutritional secundaire hyperparathyreoidie
  • renale secundaire hyperparathyreoidie
  • tetanie
  • melkziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

nutritional secundaire hyperparathyreoidie = NSH

A
  • bij chronisch laag calcium in rantsoen
  • bij fosfor overmaat in calcium

> toename PTH secretie > actieve vit D omhoog > absorptie uit MDK kan niet stijgen want te weinig calcium in voeding > dus skeletontkalking bron voor herstelling calciumspiegel > fracturen

23
Q

klinisch beeld NHS

A

osteoclasten resorberen bot; ter stabilisatie wordt bindweefsel afgezet op deze plekken (m.n. platte beenderen)
Paard = big head disease, molenaarsziekte (have)
GD = all meat syndrome

24
Q

Symptomen NHS

A
  1. Demineratlisatie bot = kreupelheid/niet kunnen staan, zwakte/fracturen benen, deformatie schedel, soms benauwdheid, lossen tanden/kiezen
  2. Mineralisatie weke delen
25
Q

diagnostiek NHS

A
Bloedonderzoek
  - laag tot normaal calcium
  - hoog fosfaat
  - verhoogd PTH
  - hoog alkalisch fosfatase
Urine onderzoek
  - hyperfosfaturie
26
Q

Renale secundaire hyperparathyreoidie

A

Chronische nierdestructie
door defect nier: hyperfosfatemie en geen omzetting in calcitriol
–> Gevolg: hypocalciëmie
–> Gevolg: PTH secretie
Zelfde klinisch beeld als alimentaire secundaire hyperparathyreoidie (niet bekend bij paard)

27
Q

hypocalciemie hond/kat

A

= tetanie

- postparfum bijl acterende dieren = vaak i.c.m. te laag Ca in voeding

28
Q

symptomen hypocalciemie hond/kat

A

lethargie
tetanie (verhoogde spierspanning), convulsies
tachycardie

29
Q

symptomen hypocalciemie paard

A
= tetanie
- meestal bij lacterende merries
- ook heftig zweten, diarree
- i.c.m. stress en hyperventilatie
 > respiratoire alkalose
 > verhoogt de eiwitbinding van Ca
> plotseling beeld van tetanie
30
Q

symptomen tetanie paard

A
  • tonusverhoging van de spieren
  • stijve gang
  • zweten
  • spiertrekkingen
  • trismus (kaakkramp)
  • tachycardie
  • singultus (hik/tik in het lijf = gaat tegelijkertijd met de hartslag)
  • -> dit is niet hetzelfde als tetanus!
31
Q

hypocalciemie rund

A

= melkziekte

- postparfum bij lacterende dieren

32
Q

symptomen hypocalciemie rund

A
  • zwakte

- liggen

33
Q

therapie hypocalciemie

A

zowel voor tetanie als melkziekte: Ca-gluconaat infuus + gelijktijdig hartauscultatie, daarna oraal supplementeren

34
Q

fysiologie hypocalciemie

A

Laag extracullair calcium - permeabiliteit zenuwcel voor natrium stijgt - drempelwaarde voor actiepotentiaal kleiner in zenuwcel > trillingen cellen.

35
Q

andere namen hypocalciemie

A
  • melkziekte
  • paresis puerpalis
  • kalfsziekte
  • milk fever
  • parturient paresis
36
Q

hypocalciemie rund

A
1 a 2 dagen post partum
bij oudere koeien
- geven meer melk
- benuttings% Ca opname ongunstiger
- slechtere mobilisatie van Ca uit bot
37
Q

verschijnselen rund melkziekte

A
Verlamming dwars + glad gestreepte musculatuur:
- algehele spierzwakte (tonusverlaging)
- ligt met kop in flank ("zelfauscultatie")
- verlaagde lichaamstemperatuur
- zwakke pols
- koude extremiteiten
- verminder motiliteit MDK: tympanisch?
- niet vorderende partus
- prolaps uteri
> 
uiteindelijk: 
• platliggen
• Onvoldoende slikken, regurgiteren 
• Lichaamstemperatuur 36-37C
• Geen pupilreflex
• Coma
• Dood
38
Q

oorzaak melkziekte rund

A
  • onvoldoende opname, gestegen behoefte
    a. (plotseling) verhoogde Ca behoefte vanwege melkproductie
    b. trage mobilisatie van Ca: leeftijd
  • -> balans opname/afgifte Ca verdwenen
39
Q

waarom lacterende rund melkziekte?

A

Dit is omdat er heel veel calcium verloren gaat via melk. Dit kan bijna er niet bijgegeten worden.

40
Q

Diagnose melkziekte

A
  • Klinische verschijnselen
  • Lactatiestadium
  • Reactie op infuus
  • Ca in bloed
41
Q

Therapie melkziekte

A
  • Calcium infuus (iv)
    a. calcium-magnesium-borogluconaat-oplossing
    b. langzaam toedienen onder geleide van hartauscultatie
    c. bij aritmie e/o tachycardie toediening stoppen.
  • nabehandelen met Ca (poeders: po) > slikken?!
  • behandeling vaak succesvol
  • geen resultaat: downer (complicatie door lang liggen; spierbeschadigingen)
42
Q

preventie melkziekte

A
  • Voeropname = conditie
  • Voersamenstelling = bijv. laag Ca voor partus en hoog Ca na partus
  • kation/anion balans = beïnvloeden van Ca excretie urine: hogere behoefte calcium tijdens droogstand zodat Ca in MDK beter wordt geresorbeerd.
  • injecties met vit D = timing!
43
Q

DDx rund spierzwakte/liggen

A
  • zenuwbeschadiging = door staan en liggen tijdens partus
  • fracturen
  • spierbeschadigingen
  • toxinemie (t.g.v. peritonitis, mastitis, endometritis)
  • verbloeden = scheuren van vaten inwendig
  • kopziekte
  • downer
44
Q

hypocalciemie schaap/geit

A
  • Schaap :
    a. melkziekte bij het rund: voor de partus, bij meerling-dracht icm stress, tot 10 wkn post partum
    b. “melkkreupelheid”: voedingsfouten (tekorten vitD e/o fosfor), pijnlijk botten
  • Geit: 1 tot 3 weken post partum door hoge melkproductie
  • -> symptomen schaap/geit idem aan rund
45
Q

DDX schaap spierzwakte

A
  • acetonemie
  • dode lammeren
    • toxinemie
46
Q

Pluimvee en calcium

A
  • Hogere Ca behoefte = eieren CaCO3
  • hebben medullair bot = lange pijpbeenderen, oio oestrogenen, hogere bosresorptie/Ca mobilisatie
  • oestrogenen verhogen PTH gevoeligheid osteoclasten = hogere bosresorptie/Ca mobilisatie
47
Q

Verschijnselen pluimvee calciumtekort

A
  • problemen bij tekorten in voeding: vit D3 en Ca

- Geen spierzwakte, maar botproblemen: verbreding groeischijf, fracturen etc.

48
Q

hypomagnesaemie rund namen

A
Bij volwassen rund
- kopziekte 
- weidetetanie
- hypomagnesemic tetany
- grass staggers
- grass tetany
- wheat pasture poisoning
Bij kalf:
- lal/blèr
49
Q

hypomagnesemie rund symptomen

A
• Acute /milde vorm:
– afname eetlust, melkgift, buikomvang 
– diarree
– nerveus, afzonderen
– spierrillingen
– oren strak naar achteren
– frequent urineren en mesten
– krampen, stijf lopen
– hals gestrekt
• Eindstadium/ peracute vorm
– plat liggend op zijde met “hoorn” in de grond 
– opisthotonus
– tonisch-klonische krampen
– Fietsbewegingen
– decompensatie circulatie
– coma
– sterfte
50
Q

regulatie magnesium

A
• Mg-concentratie in ECF afhankelijk van: 
– absorptie van Mg in maagdarmkanaal
– behoefte (weefsels, melkproductie)
– uitscheiding via de nieren
• Vrijwel geen “hormonen”!
– Geen mobilisatie uit bot
– Geen regulering absorptie maagdarmkanaal 
– Terugresorptie oiv PTH
51
Q

hypocalcaemie en hypomagnesemie

A
  • Koeien met kopziekte hebben nogal eens ook lage Ca gehalten
  • Koeien met melkziekte hebben nogal eens ook lage Mg gehalten
52
Q

therapie hypomagnesemie

A
• Mg-oplossing intraveneus
• Ca-Mg-borogluconaat-oplossing, want
vaak ook Ca- tekort (waarom?)
• langzaam toedienen onder geleiding van
hartauscultatie
• bij aritmie en/of tachycardie stoppen
53
Q

oorzaken tekorten Mg rund

A

• Opname lager dan behoefte – Hoogte melkproductie
– Leeftijd
• Benutting Mg laag
– K gehalte rantsoen
• Stress
• Jong voorjaarsgras bevat relatief minder Mg en juist veel K

54
Q

Lal/blèr bij kalveren

A
• Bij vleeskalveren (2-4 mnd)
  – Op rantsoen met alleen melk: laag Mg
gehalte
  – Diarree
  – Stress
• Symptomen 
  – excitatie
  – bleren
  – opisthotonus 
  – Dood
  – ...naamgeving
• Voedingsfout