T3.3 Universaliteit: De rol van emotie Flashcards
Laten we nog eens terugkijken naar de drie voorbeelden van proximate mechanismen die we al een paar keer zijn tegengekomen: ‘als je een groot vervaarlijk uitziend wezen ziet, ren dan weg’, ‘als je een geschikte partner tegenkomt, plant je dan voort’, en ‘als je kinderen mogelijk gevaar lopen, bescherm ze dan’.
Wat zijn de belangrijkste schakel tussen dergelijke input vanuit de omgeving en de output in de vorm van gedrag volgens de evolutionaire psychologie?
Emoties
Volgens sommige evolutionaire psychologen zijn emoties synoniem aan…
proximate mechanismen
Terwijl de vroege emotieonderzoekers een grote nadruk legden op het lichamelijke aspecten, toonden veel twintigste-eeuwse onderzoekers weinig interesse in biologische aspecten en beschouwden zij emoties als cultuurspecifiek.
Wat zijn 3 hoofdargumenten voor het idee dat emoties wel degelijk een biologische basis hebben?
(1) de expressie van emoties universeel is, niet alleen bij mensen maar ook in vergelijking met apen,
(2) emoties gelokaliseerd zijn in specifieke neurologische structuren – het geval Phineas Gage is hier een illustratie van
(3) emoties gepaard gaan met chemische veranderingen.
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw overheerste het idee dat het menselijk brein een tabula rasa (onbeschreven blad) was die volledig werd ingevuld door onze cultuur en opvoeding. Ook onze emoties werden gezien als cultuurspecifiek. Ondertussen zijn er vanuit verschillende onderzoeksterreinen echter overtuigende aanwijzingen gevonden dat onze emoties een biologische basis hebben.
Er is vanuit diverse hoeken evidentie aangedragen dat emoties een biologische oorsprong hebben. Deze evidentie komt voort uit crosscultureel, vergelijkend en neurologisch onderzoek.
Omschrijf kort welke kennis crosscultureel onderzoek heeft bijgedragen, en waarom deze kennis ondersteuning biedt aan het idee van emoties als biologisch gegeven.
Crosscultureel onderzoek
Onderzoek op dit terrein laat zien dat er zes universele kernemoties: verrassing, woede, verdriet, walging, angst en blijdschap. Deze emoties worden overal ter wereld op vergelijkbare wijze uitgedrukt en worden over ter wereld herkent en op vergelijkbare wijze geïnterpreteerd.
Het universeel voorkomen van een eigenschap of gedraging vormt een sterke aanwijzing voor een biologische basis. Het duidt er immers op dat ze ondanks allerlei lokale variatie in sociale en culturele omgeving door alle leden van de soort gedeeld worden. In dat geval kan het niet anders dan dat zij door biologisch mechanismen uitgedrukt en herkend worden.
Omschrijf kort welke kennis vergelijkend onderzoek heeft bijgedragen, en waarom deze kennis ondersteuning biedt aan het idee van emoties als biologisch gegeven.
Vergelijkend onderzoek
Vergelijkend onderzoek bij mensen en apen heeft laten zien dat mensen en apen een aantal gezichtsuitdrukkingen delen die gebruikt worden in vergelijkbare omstandigheden. Zo kennen apen vergelijkbare uitdrukkingen voor speels lachen, verzoenend grijnzen en grimassen die angst en woede tonen. Overigens zijn daarbij wel verschillen in uitdrukking en betekenis aanwijsbaar.
Op basis van deze overeenkomsten is te concluderen dat expressie van deze emoties als signaalfunctie naar soortgenoten een evolutionaire basis hebben. Vergelijkbare gezichtsuitdrukkingen waren waarschijnlijk ook al aanwezig in de gezamenlijke voorouder van mensen en apen, waardoor de overeenkomsten tussen deze soorten zijn te verklaren. Dat in de vijf miljoen jaar waarin mens en mensaap al los van elkaar zijn doorgeëvolueerd enige verschillen zijn ontstaan, is niet onbegrijpelijk.
Omschrijf kort welke kennis neurologisch onderzoek heeft bijgedragen, en waarom deze kennis ondersteuning biedt aan het idee van emoties als biologisch gegeven.
Neurologisch onderzoek
Onderzoek met PET-scans en fMRI-scans laat zien dat er specifieke hersengebieden een rol spelen bij emoties. Deze bevinden zich veelal in die hersendelen die evolutionair gezien het oudste zijn, zoals de hersenstam, amygdala en (hypo)thalamus). De amygdala in het limbisch systeem is bijvoorbeeld met name actief bij het ervaren en herkennen van angst.
Nieuwere delen, zoals de orbitofrontaalcortex spelen vooral een rol bij het verwerken van sociale en emotionele informatie tot gevoelens. Mensen met een beschadiging in de orbitofrontaalcortex, zoals Phineas Gage en Elliot, ervaren geen emoties meer en zijn niet in staat om adequate beslissingen te nemen in een sociale context. Zij kunnen bijvoorbeeld geen risico’s meer inschatten, gedragen zich impulsief en kunnen niet meer plannen. Hormonaal onderzoek laat bovendien zien dat specifieke hormonen gerelateerd zijn aan specifieke emoties.
De bevinding dat er aanwijsbare hersengebieden en hormonen zijn die gerelateerd zijn aan specifieke emoties, vormt uiteraard directe ondersteuning voor de biologische basis van emoties.
Net als veel sciencefictionverhalen bevat ook Star Trek meer van zulke wetenschappelijke anomalieën. Mr. Spock is er daar een van. Hij is niet alleen onmachtig in het ervaren van emoties, hij begrijpt ook weinig van de functie van de menselijke emoties. Hij is een puur rationeel wezen. In de serie wordt hij daarom geportretteerd als iemand die altijd rationele beslissingen kan nemen.
Beschrijf vanuit het perspectief van de somatic-markerhypothese van Damasio wat er onrealistisch, zelfs onmogelijk is aan het personage van Spock – en waarom. Betrek in uw antwoord de casus Phineas Cage.
Volgens de somatic-markerhypothese zijn emoties cruciaal bij het nemen van beslissingen over hoe we gaan handelen. Bij elke beslissing die we nemen is er een oneindig aantal mogelijkheden die we in overweging zouden moeten nemen. Als we alleen ons redeneervermogen zouden gebruiken, zou een enkele beslissing ons dagenlang rekenwerk in ons hoofd kosten. Onze emoties zorgen ervoor dat het aantal mogelijkheden drastisch wordt verminderd doordat elke gedragsmogelijkheid lichamelijke, ofwel somatische reacties oproept. Gedragingen die we in het verleden al eens hebben uitgevoerd en negatieve consequenties hadden, roepen dus negatieve reacties op en vallen af; gedragingen die andere negatieve associaties bij ons oproepen, vallen eveneens af. Zo blijft er een beperkt aantal mogelijkheden over. Hieruit kunnen we vervolgens een min of meer rationele keuze maken. Mensen met een beschadiging in hun ventromediaalcortex, zoals Phineas Gage en Elliot, ervaren geen emoties meer en zijn niet in staat om verstandige beslissingen binnen een sociale context te nemen: ze zijn niet in staat om risico’s in te schatten, gedragen zich impulsief en kunnen niet meer plannen. Zij hebben geen emoties die kunnen dienen als somatic markers bij het nemen van beslissingen. Hieruit volgt dat iemand zonder emoties zich dus niet extreem rationeel zal gedragen zoals Spock. Door het gebrek aan emoties zal hij juist niet in staat zijn om rationele beslissingen te nemen.
To boldly go where no man has gone before
Nog zo’n frase uit de populaire Star Trek-serie, verwijzend naar de eindeloze nieuwsgierigheid van de mens. Hieronder nieuwsgierigheid en nog drie andere specifieke emoties. Voor elk van deze emoties geldt dat Spock geen benul heeft van de evolutionaire functie die deze emoties hebben. In sommige gevallen leidt dit zelfs tot uitspraken die vanuit een evolutionair psychologisch perspectief sterk te bekritiseren zijn. Neem bijvoorbeeld:
Pijn
Pain is a thing of the mind. The mind can be controlled.’
(Start Trek- Episode 29: Operation: Annihilate!)
Dankbaarheid
‘‘That’s right…you humans have that emotional need to express gratitude. “You’re welcome”, I believe, is the correct response.’
(Start Trek- Episode 43: Bread And Circuses)
Liefde
‘Humans do claim a great deal for that particular emotion (love)’.
(Start Trek- Episode 73: The Lights of Zetar)
Nieuwsgierigheid
‘Emotions are alien to me. I’m a scientist.’
(Start Trek- Episode 25: This Side Of Paradise)
De bedoeling is dat u voor elk van deze emoties aangeeft wat de evolutionaire functie zou kunnen zijn. Probeer, indien relevant, bovendien aan te geven in hoeverre Spock de plank, evolutionair gezien, misslaat met zijn uitspraak.
Pijn
De functie van pijn is het signaleren van mogelijke beschadigingen van het lichaam. Pijn zorgt ervoor dat we stoppen waarmee we bezig waren (bijvoorbeeld lopen), dat we aandacht schenken aan de oorzaak van de pijn (bijvoorbeeld een doorn in onze voet) en ons lichaam verzorgen (bijvoorbeeld de doorn verwijderen; de wond schoonmaken). Pijn zorgt er bovendien voor dat we voorzichtig zijn met het gekwetste lichaamsdeel zodat het de kans krijgt te herstellen (bijvoorbeeld onze verwonde voet zo veel mogelijk ontzien).
‘Pain is a thing of the mind. The mind can be controlled.’
Spocks uitspraak kan worden bekritiseerd. Als wij onze pijn zouden negeren zouden we haar evolutionaire functie tenietdoen. Mensen die geen pijn voelen (bijvoorbeeld leprapatiënten) reageren niet op de signalen die ons lichaam geeft als er iets mis is. Het gevolg is toenemende verwondingen, ontstekingen en uiteindelijk verlies van ledematen.
Dankbaarheid
Dankbaarheid is een van de emoties die gerelateerd is aan wederkerig altruïsme (zie hoofdstuk 2 van het boek; wederkerig altruïsme wordt uitgebreid behandeld in studietaak 2.4). De functie van dankbaarheid is het terugbetalen (reciprocate) van gunsten of goederen die een ander je verleend of gegeven heeft. Dankbaarheid zorgt ervoor dat wij het gevoel hebben bij de ander in de schuld te staan en vormt een drijfveer om die schuld af te betalen. Het zorgt ervoor dat wij ons gedragen als goede wederkerigheidspartners en niet als cheaters. Dit is adaptief omdat onze kring van vrienden snel zou uitdunnen als we alleen maar zouden profiteren van hun hulp en nooit wat terug zouden doen.
Liefde
Er zijn veel soorten liefde (liefde voor je familie, liefde voor je kinderen, liefde voor je partner) die verschillen in precieze functie. Liefde voor verwanten, en in het sterkste geval kinderen, zorgt ervoor dat we bereid zijn om tijd, energie en goederen aan die verwanten te besteden, wat uiteindelijk ten goede komt aan onze inclusive fitness. Gepassioneerde liefde voor een partner zorgt ervoor dat wij ons voortplanten. Maar in alle gevallen geldt dat liefde ervoor zorgt dat we dichtbij het object van onze liefde blijven.
Nieuwsgierigheid
De functie van nieuwsgierigheid is exploratie van de wereld om ons heen. Zonder nieuwsgierigheid zou je je hele leven op dezelfde plaats blijven en nooit iets nieuws ondernemen. De kans op reproductie wordt dan erg klein.
‘Emotions are alien to me. I’m a scientist.’
Ook deze uitspraak van Spock slaat de plank mis. Volgens Spock wordt de wetenschap gekenmerkt door de afwezigheid van emoties. Maar juist in de wetenschap is nieuwsgierigheid een onmisbare emotie.
n het dagelijks leven komen de prikkels niet netjes één voor één op ons af. Veel situaties bevatten verschillende prikkels, die aanzet kunnen geven tot verschillende mechanismen, en in sommige gevallen tot tegenstrijdige gedragsreacties. Volgens Cosmides en Tooby maken zogenaamde systemen die prioriteiten aangeven, ook deel uit van onze proximate mechanismen. Een konijn dat wegvlucht voor een hyena maar onderweg zijn honger gaat stillen met een blaadje sla, legt bijvoorbeeld duidelijk de verkeerde prioriteiten. Zo zijn er nog veel meer situaties denkbaar die verschillende mechanismen oproepen.
In deze opdracht krijgt u enkele situaties te zien die niet één, maar twee mechanismen activeren.
Het is de bedoeling dat u per situatie globaal elk van de twee proximate mechanismen beschrijft:
Wat is de input (de situatie, de prikkel vanuit de omgeving)?
Wat is de output (het gedrag)?
Welke emotie vormt de schakel tussen input en output?
Welke cognitieve systemen en lichamelijke processen spelen eventueel een rol in het mechanisme?
Beschrijf vervolgens per situatie in hoeverre de twee mechanismen tot tegenstrijdige gedragsreacties leiden en wat de te verwachten uitkomst is. Geef hierbij aan welk mechanisme van de twee mechanismen prioriteit heeft boven de ander.
Doe dit steeds vanuit evolutionair oogpunt – niet vanuit de eventuele feitelijke, historische of literaire gebeurtenissen.
Le lion de Florence
Op dit schilderij uit 1801 van Nicolas-André Monsiau zien we hoe een moeder emotioneel reageert bij de aanblik van haar kind dat door een leeuw gegrepen wordt. Denkt u zich de situatie in; deze situatie zal zowel angst als bezorgdheid oproepen. Omschrijf voor beide emoties vervolgens systematisch de input, output, tussenliggende mechanismen. Geef ook aan wat het evolutionaire dilemma is waarvoor de moeder gesteld wordt.
Welk mechanisme zal uiteindelijk geprioriteerd worden?
Mechanisme 1: angst
Input: leeuw op enkele meters afstand
Output: vluchten
Emotie: angst
Cognitieve systemen en lichamelijke processen
- Het visuele systeem zorgt ervoor dat het beeld op het netvlies wordt waargenomen als leeuw.
- Het geheugensysteem, waarin kennis is opgeslagen over leeuwen, zorgt als het ware ervoor dat de vrouw de leeuw herkent als een gevaarlijk roofdier.
- De amygdala wordt geactiveerd en zorgt ervoor dat de adrenalineklieren adrenaline uitscheiden zodat het lichaam klaar is voor de fight-or-flight-respons.
Mechanisme 2: zorg
Input: leeuw die baby heeft gegrepen
Output: aanvallen; proberen om kind te bevrijden
Emotie: liefde voor kind; zorg (care)
Cognitieve systemen en lichamelijke processen:
- Het visuele systeem zorgt ervoor dat het beeld op het netvlies wordt waargenomen als een leeuw met kind in de bek
- Het geheugensysteem, waarin kennis is opgeslagen over leeuwen, zorgt ervoor dat de vrouw dit beeld interpreteert als een zeer benarde situatie voor haar kind.
- De aanwezigheid van het kind zorgt waarschijnlijk voor aanmaken van oxytosine, een hormoon dat te maken heeft met hechting.
- Waarschijnlijk wordt vanwege de enorme angst om het kind ook hier de amygdala geactiveerd, wat leidt tot het aanmaken van adrenaline en het klaarmaken voor de fight-of-flight-respons.
Uitkomst: beide mechanismen leiden tot de fight-or-flight-respons. Het angstmechanisme zet het lichaam vooral aan tot vluchten terwijl het zorgmechanisme het lichaam aanzet tot vechten. Het is niet ondenkbaar dat het laatste mechanisme prioriteit zal hebben. Het eigen kind dat in levensgevaar verkeert is, heeft immers grote consequenties voor de inclusieve fitness van de moeder.
n het dagelijks leven komen de prikkels niet netjes één voor één op ons af. Veel situaties bevatten verschillende prikkels, die aanzet kunnen geven tot verschillende mechanismen, en in sommige gevallen tot tegenstrijdige gedragsreacties. Volgens Cosmides en Tooby maken zogenaamde systemen die prioriteiten aangeven, ook deel uit van onze proximate mechanismen. Een konijn dat wegvlucht voor een hyena maar onderweg zijn honger gaat stillen met een blaadje sla, legt bijvoorbeeld duidelijk de verkeerde prioriteiten. Zo zijn er nog veel meer situaties denkbaar die verschillende mechanismen oproepen.
In deze opdracht krijgt u enkele situaties te zien die niet één, maar twee mechanismen activeren.
Het is de bedoeling dat u per situatie globaal elk van de twee proximate mechanismen beschrijft:
Wat is de input (de situatie, de prikkel vanuit de omgeving)?
Wat is de output (het gedrag)?
Welke emotie vormt de schakel tussen input en output?
Welke cognitieve systemen en lichamelijke processen spelen eventueel een rol in het mechanisme?
Beschrijf vervolgens per situatie in hoeverre de twee mechanismen tot tegenstrijdige gedragsreacties leiden en wat de te verwachten uitkomst is. Geef hierbij aan welk mechanisme van de twee mechanismen prioriteit heeft boven de ander.
Doe dit steeds vanuit evolutionair oogpunt – niet vanuit de eventuele feitelijke, historische of literaire gebeurtenissen.
Romeo and Juliet
Dit schilderij uit 1884 van Sir Franck Dicksee toont ons Romeo en Juliet, hevig verliefd in elkanders armen. Het verhaal vertelt ons echter ook dat Romeo en Juliet afkomstig waren uit rivaliserende families, wat tot allerlei problemen leidde. De situatie geeft een conflict weer liefde en loyaliteit. Wederom de vraag:
wat zijn input, output, de tussenliggende mechanismen en wat is het evolutionaire dilemma? Bovendien ook hier weer de vraag: welk van de twee mechanismen zal het uiteindelijk winnen wanneer er een de prioriteit moet krijgen?
Mechanisme 1: gepassioneerde liefde
Input: aantrekkelijk persoon van het andere geslacht
Output: seksueel gedrag; opzoeken van de aanwezigheid van de ander
Emotie: verliefdheid
Cognitieve systemen en lichamelijke processen:
- Het geheugensysteem zorgt ervoor dat de herinnering aan de ander zeer prominent aanwezig is.
- Hormonale veranderingen, onder andere oxytosine, vasopressine, dopamine, zorgen ervoor dat de aanwezigheid van de ander zeer sterk beloond wordt. Vooral tijdens seks nemen deze hormonen enorm toe in concentratie.
Mechanisme 2: loyaliteit aan eigen familie of aan de eigen groep
Input: situatie waarin de eigen groep (ingroup) tegenover een vijandige groep (outgroup) staat
Output: ontwijken of vijandig gedrag ten aanzien van outgroupleden
Emotie: verbinding met de ingroup; haat ten aanzien van outgroup
Cognitieve systemen en lichamelijke processen:
- Het visuele systeem in combinatie met het geheugensysteem zorgen ervoor dat ingroup-leden en outgroup-leden als zodanig herkend worden.
- De aanwezigheid van ingroup-leden zal leiden tot een milde uitscheiding van hormonen als oxytosine; de aanwezigheid van outgroup-leden zou stresshormonen als cortisol kunnen stimuleren.
Uitkomst: er is hier duidelijk sprake van twee mechanismen die leiden tot tegenstrijdige reacties. Het eerste mechanisme leidt tot toenadering tot de andere persoon; het tweede mechanisme tot ontwijking van die persoon. Omdat verliefdheid een plotselinge en heftige emotie is terwijl emoties ten aanzien van ingroup en outgroup relatief stabiel zijn, zal het eerste mechanisme waarschijnlijk prioriteit hebben. Na het afnemen van de sterkste verliefdheid zou het tweede mechanisme aan prioriteit kunnen winnen. Op dat moment heeft de verliefdheidsemotie haar evolutionaire functie (reproductie) vaak al vervuld.
Wat zijn emoties?
Wat zijn gevoelens?
emoties zijn fysiologische, neurologische en chemische processen die input vanuit de omgeving koppelen aan een gedragsreactie die het meest adaptief was. Dit proces verloopt grotendeels onbewust.
Gevoelens zijn de bewuste reacties op dit proces
Cognitieve processen kunnen worden gezien als adaptaties die ons helpen problemen op te lossen die onze voorouders
tegenkwamen. Cognitie wordt gemotiveerd tot een bepaald doel, zoals het verkrijgen van voedsel, voorkomen van
verwondingen, het vinden van een geschikte partner, het beschermen van nakomelingen etc.
Wat vervult die cruciale, motiverende rol voor evolutionisten?
Emoties
Evolutionaire psychologie zegt dat emoties bestaan zodat we de
dingen willen doen die onze voorouders XXX maakten (wat betreft hun inclusieve fitness) en de dingen vermijden die
hen XXX maakten. Zo kunnen we ook de functie van elke specifieke emotie beter begrijpen
succesvol
minder succesvol
Charles Darwin: zag dezelfde emoties in verschillende culturen, en stelde dat die dus wel geërfd moesten zijn i.p.v.
aangeleerd. Hij zag emoties als interne psychologische toestanden, waarvan de expressies rudimentaire overblijfselen
zijn van voorouderlijk gedrag. Hij introduceerde drie principes waarop emoties gebaseerd zijn, namelijk:
- Dienstbare, geassocieerde gewoonten: in een bepaalde emotionele toestand vertonen we waarschijnlijk elke keer
dezelfde expressie en lichaamshouding. Die hadden waarde voor onze voorouders, maar niet voor de moderne mens. - Antithese: de expressie van positieve en negatieve emoties komt voor in paren: tegenover de ontspannen houding van
iemand die blij en vriendelijk is, staat de gespannen houding van iemand die boos is. - Directe inwerking van het gespannen zenuwstelsel op het lichaam, onafhankelijk van de wil: in een sterk emotionele
toestand verraden gezichtsuitdrukking, intonatie en lichaamshouding onze interne toestand. Dat gebeurt buiten onze wil
om en zonder bewuste inspanning
Hoewel de James-Langetheorie niet langer centraal staat in de psychologie van emoties, blijkt uit experimenteel onderzoek van Ekman dat er wel degelijk een kern van waarheid in zit
Wat is de James-Langetheorie van emotie?
de fysieke tekenen van emotie niet volgen op de interne
toestand, maar andersom. We voelen dus bv. angst omdat we trillen
Wat is het genot-pijnprincipe van Freud?
Freud ging ervan uit dat gedrag sterk gedreven wordt door het najagen van genot en het vermijden van pijn
Emotie, motivatie en cognitie worden beschouwd als de drie grote psychologische onderzoeksgebieden. Emotie en motivatie worden
beiden geassocieerd met opwinding en doelgericht gedrag. Hoe kunnen we deze twee concepten onderscheiden? Ross Buck ziet
motivatie als ‘een potentieel voor het activeren en richten van gedrag’. Van emotionele toestanden stelt hij dat die drie elementen
hebben, die normaalgesproken niet met motivatie worden geassocieerd:. Welke 3?
- Emoties betreffen ook gevoelens, zoals boosheid, angst of blijdschap.
- Emoties worden geassocieerd met expressief gedrag, zoals lachen of huilen.
- Emoties worden geassocieerd met perifere fysiologische reacties, zoals veranderingen in hartritme of zweten.
Volgend op het werk van onderzoekers als Freeman en Ekman is er sinds de jaren 90 een toenemende interesse om emoties niet langer als cultuurspecifieke verschijnselen te zien, maar als adaptaties.
Psychologen staan sterker bij het bespreken van emotionele expressies dan van de interne subjectieve toestanden die we
ervaren. Gelaatsuitdrukkingen en lichaamstaal kunnen worden geobserveerd en (in zekere mate) gekwantificeerd, of
vergeleken met primaten. Maar hoe iemand zich van binnen voelt is moeilijk te bepalen. Op basis van eigen ervaringen
met emoties kunnen we proberen af te leiden hoe anderen zich voelen, maar het kwantificeren ervan in het lab is
problematisch omdat mensen graag een positieve indruk willen maken. We zeggen vaak dat we open moeten zijn over
onze gevoelens, maar houden desondanks veel van onze gevoelens voor onszelf omdat we er ons voor schamen. Een
betere manier om emoties te onderzoeken is wellicht….
nagaan wat er in de hersenen gebeurt als we emoties ervaren.
Bij het zien van welke 2 emotionele gezichten is de amygdala vooral actief?
Waar leidt schade aan de amygdala tot? 2x
Angst en verdriet
Schade in dit gebied kan leiden tot ongepaste emotionele reacties of geheugenproblemen.
De orbitofrontale cortex zit vlak boven de ogen en krijgt informatie vanuit de frontaalkwabben en de zintuigen, en
heeft uitgebreide communicatie met het limbisch systeem eronder. De orbitofrontale cortex wordt geïnformeerd over wat
zich in de wereld buiten afspeelt, maar ook intern, m.b.t. gepland gedrag. Het kan de activiteit van het limbisch systeem,
en vooral van de amygdala, beïnvloeden.
Wat heeft schade aan dit gebied voor gevolgen?2x
Schade aan het gebied leidt tot diepgaande veranderingen in
emotionele responsen en aan de persoonlijkheid in het algemeen