Studietaak 12, H22 Flashcards

1
Q

In hoofdstuk 22 staat aangegeven dat disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen enige overlap in de uiting van symptomen vertonen. Ze verschillen in de mate waarin er problemen zijn met de beheersing van emoties en gedrag.

Wat is de overeenkomst tussen een normoverschrijdend-gedragsstoornis, pyromanie en kleptomanie? En wat zijn de verschillen?

A

Bij alle drie de stoornissen gaat het om een gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke maatschappelijke normen of regels worden geschonden.
De normoverschrijdend-gedragsstoornis bevat symptomen die overeenkomen met de symptomen van pyromanie en kleptomanie. Het vernielen van eigendommen, zoals opzettelijk brandstichten, en diefstal, zoals inbreken en het stelen van waardevolle spullen, zijn twee van de vijftien criteria van een normoverschrijdend-gedragsstoornis. Bij een normoverschrijdend-gedragsstoornis gaat het echter om een gebrek aan respect voor regels, maatschappelijke normen en waarden en gevoelens van anderen en om gevoelens van vijandigheid en wraakneiging, terwijl het bij pyromanie en kleptomanie gaat om een ontlading van innerlijke spanning (emotionele opwinding vooraf, lustgevoelens, voldoening en opluchting nadien) en om de fascinatie met de daad zelf: het stichten van branden en het stelen van spullen, zonder financiële overwegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de symptomen van een periodiek explosieve stoornis?

A

buitensporige verbale en fysieke agressieve uitbarstingen die disproportioneel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de overeenkomst tussen een oppositioneel-opstandige stoornis en een normoverschrijdend-gedragsstoornis?

A

Mensen met deze stoornissen zijn vaak geneigd om hun eigen gedrag te beschouwen als redelijke en terechte reacties op het gedrag van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee worden een periodiek explosieve stoornis en een normoverschrijdend-gedragsstoornis in verband gebracht?

A

met een afwijking in het lymbisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is voor kleptomanen (uitgaande van de DSM-5-TR-definitie van kleptomanie) het motief om te stelen?

A

de daad van het stelen zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke van de volgende stoornissen is er geen sprake van een lijdensdruk of schaamte van degene die deze stoornis heeft?

A. kleptomanie

B. normoverschrijdend-gedragsstoornis

C. oppositionele-opstandige stoornis

D. periodiek explosieve stoornis

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Normoverschrijdende gedragsstoornis (NOS)

A

Gebrek aan respect voor regels, maatschappelijke normen en waarden en gevoelens voor anderen.
-> negatieve interpretatie van intenties van anderen.
-> Vaak zichtbaar in meerdere leefgebieden.
-> Bagitalisatie of ontkenning van de eigen problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oppositionele-opstandige gedragsstoornis (OOS)

A

Brutaal. opstandig gedrag en prikkelbaarheid of boosheid en wraakzucht.
-> Minstens 6 maanden.
-> Negatieve impact op sociale, maatschappelijke, school/ beroepsmatige leven.
-> Afzetten tegen regels en autoriteitsfiguren.
-> De schuld buiten henzelf leggen!!
-> Weinig tot geen zelfinzicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 4 categorieën van NOS (normoverschrijdendegedragsstoornis)

A
  1. Agressief gedrag.
  2. Brandstichting of vernieling.
  3. Bedrog of diefstal.
  4. Schendingen van regels of voorwaarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Periodieke explosieve stoornis (PES)

A

Het niet kunnen beheersen van impulsief fysiek en/of verbaal agressief gedrag, dat zich uit in terugkerend agressieve uitbarstingen, woede en drift. Ze komen snel opzetten en zijn niet instrumenteel van aard en niet gepland.

-> Spijt en niet begrijpen van zichzelf hoe hij/zij tot dit gedrag is gekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pyromanie

A

Doelbewust en herhaaldelijke stichtingen van brand. Het wordt voorafgegaan door spanning of emotionele opwinding. Tijdens en na de brand wordt er plezier beleefd door te kijken of te helpen blussen.
-> Er zit geen enkele andere bedoeling achter de brandstichting.
-> Het gebeurd niet onder invloed van wanen of hallucinaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kleptomanie

A

Het stelen van spullen die niet echt nodig zijn en het gebeurd niet voor geldelijk gewin. Vaak hebben deze spullen weinig persoonlijke waarde.
-> Niet gepland en weinig rekening houdend met eventuele aanhoudingen.
-> Schaamte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly