Studietaak 11, H21 Flashcards
Wat zijn de drie groepen van seksuele stoornissen?
- Seksuele disfuncties.
- Genderdysforie.
- Parafiele stoornis.
Hoe definieert de DSM-5-TR een parafilie en benoem het verschil tussen een parafilie en een parafiele stoornis.
De DSM-5-TR definieert een parafilie als een intense en aanhoudende seksuele interesse die afwijkt van de seksuele belangstelling voor genitale stimulatie of het voorspel van fenotypisch normale, lichamelijk volgroeide en instemmende menselijke partners.
Een parafilie op zich is geen stoornis. Er is pas sprake van een parafiele stoornis als de parafilie, of de uiting of bevrediging daarvan, gepaard gaat met persoonlijke lijdensdruk of functionele beperkingen bij de betrokkene veroorzaakt of risico’s voor zichzelf of schade aan anderen veroorzaakt.
Wat is een omissie in de DSM-5-TR aangaande parafiele stoornissen?
Een omissie in de DSM-5-TR aangaande parafiele stoornissen is dat de term ‘schade’ niet nader afgebakend wordt. De DSM-5-TR licht niet toe wat er verstaan wordt onder schade, wie aangeeft of er sprake is van schade of met welke diagnostische instrumenten schade moet worden vastgesteld. Daardoor kan maatschappelijk atypische seksuele variatie onterecht als een stoornis beschouwd worden.
Waarom is het van belang een bepaalde periode te koppelen aan de diagnostische kenmerken van een parafiele stoornis?
Het tijdsperspectief is van belang om een onderscheid te kunnen maken tussen een volwaardige parafiele stoornis en experimenteergedrag of occasionele fantasieën. Volgens de DSM-5-TR wordt pas gesproken van een parafiele stoornis als de seksuele drang, fantasieën of handelingen gedurende een periode van ten minste een halfjaar steeds terugkeren. Als het om een kortere periode gaat kan er sprake zijn van experimenteergedrag.
Kun je een aantal prevalentiecijfers noemen van experimenteergedrag en occasionele parafiele fantasieën?
Uit recent onderzoek blijkt dat ongeveer 40 procent van de Amerikaanse studenten ervaring heeft met ondergaan van wurging/verstikking oftewel zuurstofinnamebeperking tijdens seks; ongeveer 33 procent heeft ervaring met het toepassen van verstikking tijdens seks. Of dit experimenteergedrag is of een volwaardige parafiele stoornis is vooralsnog onduidelijk. Ander onderzoek blijkt dat ruim 60 procent van de volwassen mannen en ruim 50 procent van de volwassen vrouwen occasionele parafiele fantasieën heeft.
Wat zijn de kenmerken van een transvestiestoornis?
Bij transvestie is er sprake van een seksuele aantrekking tot, verlangen naar of opwinding bij crossdressing: het omkleden naar of het dragen van de kleding van de andere sekse. Er is echter pas sprake van een transvestiestoornis indien er ook sprake is van lijdensdruk of functionele beperkingen.
Welke verschillen in uitingsvorm zijn er bij transvestie?
Sommige personen met transvestie dragen incidenteel vrouwenkleding, of dragen alleen vrouwenkleding onder hun mannenkleren, of verschijnen niet met vrouwenkleding in het openbaar. Anderen proberen er zo vrouwelijk mogelijk uit te zien en tonen zich zo in openbare gelegenheden. Opgemerkt dient te worden dat er in het boek uitgegaan wordt van mannelijke travestieten. Bij vrouwen kan geen sprake zijn van transvestie, aangezien mannenkleding voor vrouwen maatschappelijk geaccepteerd is. Er kan dus ook geen sprake zijn van een transvestiestoornis, omdat lijdensdruk of functionele beperkingen van het dragen van mannenkleding niet aan de orde zijn. Dit geldt overigens alleen voor de westerse wereld. In andere delen van de wereld is het voor vrouwen verboden om mannenkleding te dragen.
Seksuele preferentie
De relatieve verhouding van verschillende seksuele interesses van een persoon.
Wat zijn de 5 factoren van het biopsychosociale paradigma voor seksuele stoornissen?
- Partnerfactoren.
- Relatiefactoren.
- Individuele kwetsbaarheid, psychiatrisch, comorbiditeit en stressoren.
- Culturele of religieuze factoren.
- Somatische functies
Voyeurismestoornis
Opwinding door het fantaseren of kijken naar nietsvermoedende mensen die naakt zijn, zich verkleden of vrijen. Er wordt geen contact gezocht met de begluurde(n).
-> Deze diagnose wordt pas gesteld vanaf 18 jaar.
Exhibitionismestoornis
Het tonen van het geslachtsdeel of het fantaseren daarover, zonder toestemming. Soms wordt ervoor of erna gemasturbeerd.
Frotteurismestoornis
Seksuele opwinding ontstaan door het aanraken of aanwrijven tegen een persoon die hier niet mee instemt.
Seksueeel-mschochismestoornis
Seksuele opwinding door vernederd, geslagen of vastgebonden worden, of aan andere vormen van lijden te worden blootgesteld.
Seksueel-sadisme stoornis
Seksuele opwinding door slaan, vernederen, vastbinden of anderzins pijnigen van een ander persoon.
Pedofiele stoornis
Seksuele handelingen met, fantasieën over of drang ten opzichte van een pre-puberaal kind (tot 13 jaar), door een volwassene of adolescent vanaf minstens 16 jaar.
Ook verliefdheid en romantische aantrekking wordt gerapporteerd.