Respiratoire aandoeningen

Question 1

Wat veroorzaakt een verkoudheid?

Answer 1

Vooral RSV, rhinovirussen en coronavirussen.

Question 2

Wat veroorzaakt een otitis?

Answer 2

Virussen of bacteriën (S. pneumoniae, H. influenzae en M. catarrhalis)

Question 3

Hoe behandel je een otitis?

Answer 3

• Analgetica
• Antibiotica indien < 1 jaar, veel pijn of geen verbetering na 1 tot 2 dagen

Question 4

Wat veroorzaakt een tonsillopharyngitis?

Answer 4

• Jonge kinderen: rhinovirus, adenovirus en enterovirus
• Oude kinderen: EBV en Strep A

Question 5

Hoe behandel je een tonsillopharyngitis?

Answer 5

Indien bacteriële etiologie:
- penicilline of 1e generatie cefalosporine
- minstens 10 dagen voor Strep A

Question 6

Wat veroorzaakt een bacteriële tracheitis?
Hoe behandel je een bacteriële tracheitis?
Hoe herken je een bacteriële tracheitis?

Answer 6

1) Staphylococcus aureus
2) Intubatie en intraveneuze antibiotica
3) Stridor, heesheid, blafhoest, hoge koorts en snel toenemende obstructie

Question 7

Wat is laryngitis stridulosa?

Answer 7

Een recurrente, spastische kroep bij kinderen van 3 tot 8 jaar.
- stridor, heesheid en blafhoest ‘s nachts → beter ‘s ochtends
- associatie met atopie

Question 8

Wat is laryngomalacie?

Answer 8

De frequentste, niet-infectieuze oorzaak van chronische stridor bij jonge kinderen.
- 1e levensmaanden met resolutie na 1 jaar
- kakelende geluidjes, erger in rugligging
- moeilijk drinken, vooral bij luchtweginfecties

Question 9

Hoe stelt men de diagnose van kinkhoest?
Hoe wordt het behandeld?

Answer 9

1) PCR en serologie
2) Macrolide zoals erythromycine, azithromycine of biclar (geen invloed op verloop, wel op besmettelijkheid)

Question 10

Wat veroorzaakt een bronchiolitis?

Answer 10

RSV, metapneumovirus, influenzavirus of co-infecties.

Question 11

Hoe behandel je een bronchiolitis?

Answer 11

Vooral supportief, want weinig evidentie voor adrenaline aërosols, bronchodilatoren of hypertoon zout.
Preventie kan toegepast worden:
- RSV vaccinaties bij zwangere vrouwen (32-36 weken)
- palivizumab bij prematuren of cardiopathie
- nervesimab

Question 12

Wat veroorzaakt een pneumonie?

Answer 12

1) Neonaat: bacterieel uit genitale tractus
- Streptococcus groep B
- Enterococcus
2) < 5 jaar: viraal > bacterieel
- RSV, adenovirus, influenzavirus, …
- S. pneumoniae, S. aureus, B. pertussis, …
3) > 5 jaar: M. en S. pneumoniae

Question 13

Hoe herken je difterie of kroep?

Answer 13

• Milde koorts, lymfadenopathie en bleekheid
• Keelpijn, slikpijn en viesruikende adem
• Heesheid en ademnood

Question 14

Hoe herken je een atypische pneumonie?

Answer 14

1) Symptomen
- laryngitis, tracheobronchitis of pneumonie
- beperkte koorts, maar paroxysmale hoest met wheezing
- extrapulmonale manifestaties: artritis, rash, ataxie, …
2) Diagnose: PCR
3) Behandeling: spontane resolutie na enkele weken (± macroliden)

Question 15

Bespreek de GINA guidelines voor kinderen 6 tot 11 jaar.

Answer 15

Stap 1: ICS bij inname SABA of lage dosis ICS
Stap 2: lage dosis ICS
Stap 3: medium dosis ICS of lage dosis ICS-formoterol
Stap 4: medium dosis ICS-formoterol + doorverwijzing
+ SABA reliever

Question 16

Bespreek de GINA guidelines voor kinderen > 12 jaar.

Answer 16

Stap 1 en 2: as needed lage dosis ICS-formoterol
Stap 3: lage dosis ICS-formoterol
Stap 4: medium dosis ICS-formoterol
Stap 5: add-on LAMA + doorverwijzing
+ ICS-formoterol reliever

Question 17

Hoe wordt een acute astma aanval behandeld?

Answer 17

1) Bronchodilatoren aërosol (veel en vaak)
2) Corticosteroïden systemisch indien geen effect > 3 dosissen bronchodilatoren
3) Zuurstof

Question 18

Hoe herken je mucoviscidose?

Answer 18

= Autosomaal recessief, vooral bij Europeanen
- 50% chronische of herhaalde luchtweginfecties
- 40% stagnatie van gewicht en failure to thrive
- 30% steatorree, honger en wenen
- 10% meconium ileus bij geboorte
- <5% malabsorptie met hematomen, anemie, oedeem, …
- <5% aspecifiek met rectumprolaps, icterus, neuspoliepen, …

Question 19

Hoe herken je ciliaire dyskinesie?

Answer 19

• > 90% luchtwegproblemen met bronchiëctasie, neusobstructie en chronische bronchitis
• > 90% herhaalde otitis met otorree
• 50% dextrocardie en situs inversus
• herhaalde pneumonie en sinusitis
• mannelijke infertiliteit