Hematologische aandoeningen Flashcards

1
Q

Hoe herken je een ijzerdeficiëntie?

A
  • Microcytaire anemie met laag serum ferritine
  • Veranderingen in gedrag en eetgewoontes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe herken je een sikkelcelanemie?

A
  • Normocytaire anemie met autosomaal recessieve overerving (Afrika)
  • Hepatosplenomegalie, abdominale pijn en priapisme
  • Retinopathie, cerebraal infarct, avasculaire necrose, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe herken je sferocytose?

A
  • Normocytaire anemie met autosomaal dominante overerving
  • Splenomegalie, geelzucht en cholelithiase
  • Aplastische crisis bij stressoren zoals infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe herken je glucose-6-defosfatase deficiëntie?

A
  • Normocytaire anemie met X-gebonden overerving (Verre Oosten)
  • Geelzucht en donkere urine bij stressoren zoals infecties, favabonen, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe herken je β-thalassemie?

A
  • Microcytaire anemie met autosomaal recessieve overerving
  • Massieve hepatosplenomegalie
  • Groeiretardatie en skeletale afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke bloedingsziekten zijn frequent bij kinderen?

A
  • Hemofilie (VIII en IX): bij jonge kinderen in spieren en gewrichten
  • Von Willebrand (vWF): bij oude kinderen in mucosa en huid
  • Immune trombocytopenie: 7 dagen na virale infectie (2 tot 10 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly