Renale aandoeningen Flashcards

1
Q

Welke factoren beïnvloeden serumcreatinine?

A

Toename bij spiermassa, eiwitrijk dieet en medicatie
Afname bij spiermassa en vegetarisch dieet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren beïnvloeden serumureum?

A

Toename bij gastrointestinale bloeding, katabole status en eiwitrijk dieet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de gevolgen van de cystische nierziektes?

A

MCDK: Potter sequentie (bilateraal) en hypertensie
ARPKD: Potter sequentie
ADPKD: chronische nierinsufficiëntie, hypertensie en extrarenale cysten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat veroorzaakt een urinaire infectie?

A

1) Micro-organismen
- 80% E. coli
- g(-): Klebsiella, Proteus, Enterobacter en Citrobacter
- g(+): Staphylococcus, Saprophyticus en Enterococcus
2) Voorbeschikkende factoren
- onvoldoende of onfrequente blaaslediging
- vesico-urethrale reflux
- constipatie en vulvitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe presenteert een Potter sequentie zich?

A

Laagingeplante oren, haakneus, downslanting ogen met epicanthale plooi
+ Pulmonale hypoplasie en afwijkingen in ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de oorzaken van enuresis? Hoe wordt de diagnose gesteld?

A

1) Primaire enuresis
- Etiologie: aandacht, instabiliteit, zwakte, neuropathisch of UTI
- Diagnose: urinalysis, echografie en dagboek
2) Secundaire enuresis
- Etiologie: emotie, polyurie of UTI
- Diagnose: urinalysis, echografie en osmolaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke kenmerken zijn suggestief voor een steroïd-sensitief nefrotisch syndroom?

A
  • Leeftijd van < 1 jaar of > 10 jaar
  • Normale bloeddruk, complement en nierfunctie
  • Afwezigheid van macroscopische hematurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van een nefrotisch syndroom?

A
  • Hypercholesterolemie
  • Hypovolemie
  • Trombose
  • Infectie door Pseudomonas en Influenza
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe presenteert een nefrotisch syndroom zich?

A
  • Oedeem: periorbitaal en scortaal
  • Proteïnurie > 3 g/dag
  • Hypoalbuminemie < 25 g/L
  • Hypercholesterolemie en hypogammaglobulinemie
  • Asthenie, anorexie, tripod positie, infectie, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke metabole afwijkingen gaat een acute nierinsufficiëntie gepaard?

A

Metabole acidose, hyperfosfatemie en hyperkaliëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe presenteert een chronische nierinsufficiëntie zich?

A
  • Anorexie, lethargie en groeiretardatie
  • Hypertensie, polydipsie en polyurie
  • Normochrome anemie en renale osteodystrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly