Perinatale zorg Flashcards

1
Q

Hoe herken je het neonataal ontwenningssyndroom?

A
  • Jittery, niezen en geeuwen
  • Slechte voeding, braken en diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe herken je het foetaal alcohol syndroom?

A
  • Faciale kenmerken: glad filtrum, lage neusbrug en wipneus
  • Microcefalie, mentale retardatie en hartdefecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de gevolgen van een maternale diabetes mellitus type 1?

A

1) Op niveau van foetus
- macrosomie en intra-uteriene groeirestrictie
- linkercolon hypoplasie, cardiopathie, sacrale agenese en caudale regressie
2) Op niveau van neonaat
- Hypoglycemie en polycythemie
- Hypertrofische cardiomyopathie
- Respiratoir distress syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe herken je congenitale toxoplasmose?

A

90% asymptomatisch
10% retinopathie, hydrocefalie en cerebrale calcificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe herken je congenitale rubella?

A

< 8 weken: cataract, doofheid en congenitale hartdefecten
13 tot 16 weken: gestoord gehoor
> 18 weken: minimaal risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe herken je congenitale cytomegalovirus?

A

90% asymptomatisch
5% vroeg: hepatosplenomegalie, microcefalie, petechiae, doofheid, epilepsie, …
5% laat: gestoord gehoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe herken je congenitale varicella zoster?

A

< 20 weken: < 2% littekens, digitale dysplasie en oculaire afwijkingen
± 5 dagen partaal: 25% vesiculaire rash met 30% mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly