Regulatie spijsverteringskanaal en metabolisme (week 3) Flashcards
Welke 2 factoren reguleren de tractus digestivus?
- Hormonen
- Zenuwcellen
Hoe verloopt de neurale regulatie van de tractus digestivus?
- Neurale regulatie verloopt via plexus enteritis van het spijsverteringsstelsel voor korte reflexen
- Het centrale zenuwstelsel voor lange reflexbogen
–> parasymphatisch
–> orthosympathisch
Waarvoor is het parasympatische deel van het centrale zenuwstelsel verantwoordelijk bij de regulatie van de tractus digestivus?
‘rest and digest’-fase
* positieve feedback
Waarvoor is het orthosymphatische deel van het centrale zenuwstelsel verantwoordelijk bij de regulatie van de tractus digestivus?
‘fight of flight’
* Negatieve feedback
Wat stimuleert de secretie van HCl
- gastrine
- histamine
- parasympatische neuronen
- plexus entericus
Wat remt de secretie van HCl
- Secretine
- Somatostatine
- plexus entericus
Wat stimuleert de secretie van HCO3-
- Secretine
- parasympatische neuronen
- plexus entericus
Wat remt de secretie van HCO3-
- Plexus entericus
Wat stimuleert de secretie van pancreasenzymen
- Cholecystokinine
- Parasympatische neuronen
- Plexus entericus
Wat remt de secretie van pancreas enzymen?
- Plexus entericus
Wat stimuleert de motiliteit van de maag?
- gastrine
- plexus entericus
Wat remt de motiliteit van de maag?
- cholecystokinine
- secretine
- sympathische neuronen (via noradrenaline)
- plexus entericu s
Wat stimuleert de motiliteit in de dunne darm?
- gastrine
- plexus entericus
Wat remt de motiliteit van de dunne darm?
- Sympathische neuronen (via noradrenaline)
- plexus entericus
Wat stimuleert de motiliteit van de dikke darm?
- gastrine
- plexus entericus
Wat remt de motiliteit in de dikke darm?
- Sympathische neuronen (via noradrenaline)
- plexus entericus
Wat is enterogatrsiche regulatie?
- Regulatie die ervoor zorgt het het duodenum beschermt wordt
- Hormonen secretine en cholecystokinine (groter effect) zorgen hiervoor
- Deze hormonen zijn enterogastronen die maagontlediging remmen
- Zorgen dus voor minder maagcontracties
Wat gebeurt er tijdens de absorptiefase
- De lever krijgt veel voedingsstoffen aangeleverd vanuit de tractus digestivus, voornamelijk glucose en aminozuren
- De lev er gebruikt hier zelf een deel van en de rest komt in de circulatie terecht, opdat andere weefsel het kunnen gebruiken
- Het overschot aan glucose wordt ind e vorm van glycogeen in de lever of in de spieren opgeslagen of komt als triglyceriden in vetweefsel
- Triglyceriden in capillairen van vetweefsel worden daarna door lipase afgebroken
Wat is het belangrijkste hormoon van de absorptie fase?
Insuline
Waar wordt insuline geproduceerd?
IN de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier door de betacellen
Wanneer wordt insuline afgegeven?
Bij een te hoog glucosegehalte van het bloed
Wat gebeurt er met de spieren bij een hogere insuline concentratie in het bloed?
- De glucose opname en verbruik in spieren neemt toe
Hierdoor worden de volgende processen gestimuleerd: - synthese van glycogeen
- aminozuur opname
- eiwitsynthese
Wat gebeurt er in de lever bij een hogere insuline concentratie in het bloed?
- de glycogeen en triglyceride synthese wordt gestimuleerd
- Er vindt geen synthese van ketonen plaats
Wat gebeurt er als insuline bindt aan zijn receptor?
- er worden signaaltransductieroutes geactiveerd
- Hierdoor fuseren er meer vehikels met glucose- transporters (GLUT) erin met het celmembraan
- Doordat er meer glucose transporters aan het celmembraan zitten, wordt de opname van glucose gestimuleerd
- Als het glucosegehalte gedaald is, dan komen de transporters de cel weer binnen om later weel deel te kunnen nemen aan dit process
Welke GLUT transporters zijn niet afhankelijk van insuline?
GLUT transporteurs in de hersenencellen
Wat stimuleert de insulinesecretie door betacellen in de pancreas?
- INcretines (GIP, GLP-1 omhoog)
- Plasma aminozuurgehalte (omhoog)
- Plasma glucosegehalte (omhoog)
- parasympathische activiteit (omhoog)
Wat remt de insulinesecretie door betacellen in de pancreas?
- orthosympatische activiteit –> afgifte van adrenaline (omhoog)
Wat voor effect hebben incretines (GIP en GLP-1) op de insuline afgifte?
De incretines hebben een feed-forward effect, wat betekent dat de afgifte van deze hormonen al bij aanwezigheid van voedsel in de darm stijgt
–> ze lopen voor op de glucosestijging in het bloed
–> dit heeft als gevolg dat de afgifte van insuline gestimuleerd wordt
–> met deze regulatie wordt er voorkomen dat een te hoge bloedglucosewarde ontstaat tijdens de absorptiefase
- GLP-1 wordt soms toegediend bij diabetes type II patiënten
Wat gebeurt er met de bloedsuikerspiegel in de post-absorptiefase?
- De bloedsuikerspiegel wordt gehandhaafd door de glycogenolyse en de gluconeogenese
- glycogeen wordt afgebroken om glucose te vormen en extra glucose wordt aangemaakt uit bv aminozuren
- Het vetweefsel gaat nu triglyceriden afbreken voor het vrijmaken van glycerol, dat later wordt omgezet in glucose
- De insulineconcentratie daalt door het lage glucosegehalte uiteindelijk
Waar wordt glucagon gemaakt?
Door alfacellen in eilandjes van lagerhans in de alvleesklier
Wat voor effect heeft lgucagon op het metabolisme in de post-absorptiefase?
- Wanneer de concentratie glucagon stijgt, worden de glycogenolyse, gluconeogenese en de ketenvorming in de lever gestimuleerd
Wat stimuleert de afgifte van glucagon tijdens de post-absorptiefase?
- Sympathische neuronen
- daling van glucoseconcentratie
Door wat wordt epinephrine (adrenaline afgegeven)?
bijnieren
Wat stimuleert de afgifte van epinephrine (adrenaline) tijdens de post-absorptiefase?
- Als de glucoseconcentratie daalt, dan worden de glucosereceptoren in het centraal zenuwstelsel geprikkeld
- hierdoor neemt de activiteit van de sympathische neuronen toe naar de lever en het vetweefsel
- waardoor lipolyse (vetafbraak) in het vetweefsel en de gluconeogenese en glycogenolyse in de lever wordt gestimuleerd
tegelijkertijd wordt het bijniermerg gestimuleerd, waardoor epinephrine in het plasma vrijkomt
Wat stimuleert epinephrine (adrenaline) tijdens de post-absorptiefase?
- skeletspieren, de lever en het vetweefsel wordt gestimuleerd in de glycogenolyse, gluconeogenese en lipolyse
- hierdoor neemt de glucosuconetratie weer toe
Waar wordt cortisol afgegeven?
in de bijnierschors
Wat voor effect heeft cortisol tijdens de post-absorptiefase?
- De basale cortisolconcentratie is nodig voor het goed verlopen van de gluconeogenese en de lipolyse (permissive rol)
- De eiwitafbraak en gluconeogenese worden gesitmuleert
- daarnaast wordt de opname van glucosee door spier- en vetweefsel minder
Hoe wordt de energiehomeostase geregeld bij fysieke activiteit (langdurig)?
- Voor langdurige inspanning is veel glucose nodig
- De insulineconcentratie moet dalen en de glucagonconentratie stijgen
- Na 1 uur aan fysieke activiteit begint de glucoseconcentratie alsnog te dalen omdat de aanmaak van glucose minder snel gaat dan de consumptie van glucose in de glycolyse
Wat is het basale metatabolic rate (BMR)?
Energieverbruik in rust
–> altijd lager dan de energie die besteed wordt aan activiteit
Wat is de DIT (diet induced thermogenesis)
Energie die nodig si voor het afbreken van voedsel
Wat is de REE (rustverbruik)
DIT + BMR
Wat is de ACT?
De energie die nodig is voor de extra activiteit die per dag geleverd wordt
Wat is de TEE (total energy expenditure)?
REE + ACT
Wat gebeurt er met de energie die je verbruikt als je ziek bent?
De ACT is verlaagd
De BMR is verhoogd
Wat stimuleert de BMR
- schildklierhormoon
- adrenaline
- leptine
- spieractiviteit
Wat gebeurt er met de BMR bij langdurig vasten?
Deze zal dalen, het lichaam gaat aanpassen en komt in een soort spaarstand
* Hierdoor zal het afvallen moeilijker gaan
* Als er bij het afvallen gesport wordt, dan daalt het BMR langzamer
Waardoor is het BMR veranderd bij ziekte?
- Doordat cytokines, cortisol en epinephrine omhoog gaan
- en omdat er eiwitten aangevuld moeten worden, omdat het cortisolgehalte bij een ziekte stijgt en daarmee eiwitafbraak veroorzaakt
–> BMR gaat omhoog
Wat is de energie-homeostase?
- Ons gewicht is goed op peil te houden
- Er is een balans tussen energie inname via de voeding en energieverbruik bij bewegen
- Het lichaam heeft een soort set-point, waarbij de regulatie van de voedselinname en de mate van bewegen en rol spelen
Wat doet leptine bij de energie-homeostase?
- Als de energie-inname groter si dan het energieverbruik, dan wordt er vetweefsel gevormd
1. lepten is een sensor van de vetreserve, waardoor de concentratie lepten stijgt bij productie van vetweefsel
2. Dit sitmuleert de hypothalamus tot aanmaak van verschillende factoren
3. Hierdoor wordt de eetlust geremd
4. Bij een toename aan leptineocnentratie zal de energie inname afnemen en het BMR stijgen
Door wat wordt leptine gemaakt?
Door vetweefsel
Wat stimuleert ghreline?
- hongergevoel
- afgifte van groeihormonen
Wat gebeurt er met de gevoeligheid van leptine bij iemand met obesitas?
Er is een resistentie voor leptine
Wat stimuleert het hongergevoel?
- Smakelijkheid van voedsel (omhoog)
- ghrelinegehalte in het bloed (omhoog)
- stress
Wat remt het hongergevoel?
- glucosegehalte in het bloed (omhoog)
- glycogeengehalte in het bloed (omhoog)
- insulinegehalte in het bloed (omhoog)
- leptinegehalte in het bloed (omhoog)
- lichaamstemperatuur (omhoog)
- stimulatie van rek- en chemoreceptoren in de maag en duodenum
- stress