Enzymen en regulatie (week 2) Flashcards
enzymen
katalysatoren die exotherme reacties versnellen
hoe werkt een enzym?
het bindt aan een substraatmolecuuk in het actieve centrum. In het enzym-substraatcomplex vindt katalyse plaats
katalyse
het substraat wordt omgezet in een product
wat gebeurt er na het ontstaan van een product door een enzym?
het product wordt losgelaten en het enzym neemt zijn oorspronkelijke vorm weer aan
cofactoren
bijvoorbeeld vitamines die een rol spelen door de structuur van het enzym zodanig te veranderen dat het substraat nog beter in het actieve centrum past
waar zorgen de enzymen voor?
ze zorgen voor een netto versnelling van de reacties door de activering energie te verlagen
via welke methodes bindt een substraat aan een enzym?
sleutel-slot-principe (maar één substraat past)
induced fit-moder ( het substraat induceert de juiste conformatie van het enzym : dus pas als het substraat aan het enzym bindt, zal het enzym de juiste conformatie aannemen)
In wat moet galactose eerst worden omgezet voordat hij mee mag doen aan de glycolyse?
glucose
waarom kunnen polypeptisen niet in stukken worden geknipt door één enzym?
de keten bestaat uit verschillende aminozuren, elk met een andere configuratie
wat knipt trypsine altijd?
achter arginine of lysine
activerings energie
de hoeveelheid energie die nodig is voordat de reactie kan verlopen
door welke parameters wordt een enzym-substraat reactie gekenmerkt?
V max of K cat en Km
V max/ K cat
de maximale omzettingssnelheid van het enzym
Km
een maat voor hoe sterk het substraat aan het enzym kan binden, zogenaamde bindingsaffiniteit. gedefinieerd als de concentratie van het substraat, gemeten bij de heldt van de maximale omzettingsnelheid
wat betekent een lage Km waarde?
een hoge bindingsaffiniteit, de helft van de maximale omzettingsnelheid wordt dan bij een lage substraatconcentratie al bereikt, omdat het enzym zo specifiek en sterk bindt aan het substraat
wat geldt bij een steeds hogere substraatconcentratie?
hoe hoger de substraat concentratie, hoe meer substraat er om kan worden gezet en hoe hoger de omzettingssnelhied
wat wordt er gevormd bij fosforylering?
glucose-6-fosfaat
door welke twee enzymen kan fosforylering worden uitgevoerd?
in alle cellen (voornamelijk in de hersenen) wordt dit uitgevord door hexokinase en in de levercellenen bèta-pancreascellen door glucokinase
hexokinase
in de hersenen en heeft een veel hogere bindingsaffiniteit voor glucose dan glucokinase in de lever, het zorgt er dus ook voor dat de hersenen ook bij lage glucosewaarden van genoeg energie worden voorzien