Ademhaling (week 2) Flashcards

1
Q

erytrocyten

A

rode bloedcellen, voert zuurstoftransport in het bloed uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe worden erytrocyten gemaakt?

A

in het beenmerg, onder invloed van erytropoëtine (EPO)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

erytropoëtine

A

een hormoon dat ervoor zorgt dat een stamcel zich tot een rode bloedcel zal differentieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat een hemoglobine molecuul?

A

vier ketens met elk een heemgroep. In het midden van elke heemgroep zit een ijzer ion 2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor komt de rode kleur van hb veroorzaakt?

A

door de heemgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgt het ijzerion voor in hb?

A

hier bindt zuurstof aan, zuurstof is namelijk slecht oplosbaar, dus het moet ergens aan binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom zit het ijzer molecuul in een heemgroep?

A

ijzer roest bij blootstelling aan zuurstof, ijzeroxidatie -> niet reversibele binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoelang kan een hb molecuul functioneren zonder ijzeroxidatie

A

120 dagen lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel O2 kan een hb binden?

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zit er om een heemgroep?

A

ze zitten gevangen in een eiwitmolecuul, alfa-helices sluite de heemgroep om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waaruit bestaat hemoglobine?

A

een quatenaire structuur met vier verschillende globine ketens, namelijk twee alfa en twee beta ketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er wanneer een zuurstofmolecuul aan een ijzerion wil binden?

A

het zuurstofmolecuul trekt een beetje aan het ijzer ion (deze moet een beetje naar buiten getrokken om te binden) aan de alfahelix, er treedt een condormatieverandering op, het globine molecuul geeft de verandering in structuur door aan de andere drie globines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er met de affirmatie van een hb bij verschillende hoeveelheden gebonden zuurstof?

A

het eerst molecuul kan heel moeilijk binden, de tweede, derde en vierde steeds makkelijker door de hogere affiniteit, het molecuul draait als ware, met het loskomen is het precies andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarvoor is de quatenaire structuur van hemoglobine essentieel?

A

de werking en het vrijgeven van zuurstof aan de weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

myoglobine

A

een monomeer, heeft een hoge affiniteit voor zuurstof en kan daardoor niet zuurstof loslaten bij een normale weefselspanning, het zit alleen in de spieren en werkt als een soort back-up opslag molecuul voor zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er als de sigmoïdale curve naar rechts verschuift, en wat is de oorzaak?

A

de verzadiging stijgt en zuurstof wordt makkelijker afgegeven. Oorzaken: dalende pH, verhoging temperatuur, meer 2,3-DPG (tussenproduct van glucose en pyruvaat) en meer CO2

17
Q

wat gebeurt er als de sigmoïdale curve naar links verschuift, en wat is de oorzaak?

A

de verzadiging daalr en er wordt meer zuurstof vastgehouden. oorzaken: stijgend pH, verlaging temperatuur, minder 2,3-dpg en minder CO2

18
Q

Waar zorgt de verbranding van acetyl-coa voor?

A

een hoge productie van co2 in de weefsels

19
Q

Hoe wordt CO2 vervoerd?

A

CO2 heeft geen affiniteit voor hb. CO2 zal dus diffunderen naar een plek met een lage CO2 concentratie, dus ook in de erytrocyten. CO2 kan dan rechtstreeks binden aan hb of worden vervoerd als bicarbonaat

20
Q

Wat is het gevolg van he feit dat CO2 een gas is?

A

het maakt bubbletje, bij een enorme inspanning kunnen deze dan de haarvaatjes verstoppen

21
Q

wat is de werking van carbonic anhydrase?

A

het zit in de rode bloedcellen en zorgt ervoor dat gasvormig CO2 reageert met water tot carbonzuur, vandaar de zure smaak van spa rood

22
Q

carbonzuur

A

een stof die ontstaat na de reactie van co2 met water, het is een zwak zuur en is in evenwicht met bicarbonaat

23
Q

bicarbonaat

A

kan als buffer fungeren, 7,2 pH, voorkomt het gevaar van gasvorming

24
Q

er kunnen geen eindeloze concentraties bicarbonaat worden gemaakt, hoe wordt co2 dan toch vervoerd?

A

de rode bloedcel scheidt carbonzuur en bicarbonaat uit via een antporter met chlorine

25
Q

Wat is de rol van rode bloedcellen bij het vervoer van CO2?

A

hij vervoert proton dat ontstaat dat vrijkomt bij de reactie van carbonzuur naar bicarbonaat

26
Q

waarvoor zorgt dat proton?

A

het kan goed binden aan het eiwit van hb en op deze manier wordt een proton opnieuw geneutraliseerd in de cel

27
Q

bohr effect

A

door het binden van protonen krijgt het hb een lagere affiniteit voor zuurstof, daling van de pH

28
Q

Haldane effect

A

zuurstof bindt aan hemoglobine, waardoor protonen worden vrijgegeven, stijging pH

29
Q

wat gebeurt er aan het eind van de cyclus van dissimilatie met de elektronen?

A

vrijkomen, wat gebeurt tijdens de oxidatie door zuurstof om te zetten in water

30
Q

wat moet er gebeuren voor een efficiente productie van ATP?

A

CO2 moet worden afgevoerd en O2 aangevoerd, dit moet op de juiste manier gebeuren

31
Q

anaerobe glycolyse

A

als er geen O2 aanwezig is of als er onvoldoende NAD+ aanwezig is. Pyruvaat wordt niet omgezet in acetyl-coa maar via het enzym lactaat dehydrogenase omgezet in lactaat (melkzuur), dit is belangrijk want op deze manier wordt NADH omgezet in NAD+

32
Q

hoeveel ATP levert anaerobe glycolyse op?

A

2

33
Q

basaalmetobolisme

A

de stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren, die noodzakelijk is voor primaire levensprocessen van een organisme

34
Q

wat zijn de primaire levensprocessen van een organisme?

A

ademen, hartslag, bloedcirculatie, de synthese van nieuwe cellen, in stand houding van de temperatuur, handhaving van chemische gradiënten, secretie van hormonen en de activiteit tijdens het zenuwstelsel

35
Q

Hoe krijgen erytrocyten hun energie?

A

via de pentose fosfaat pathway (PPP), die zorgt ervoor dat er zonder zuurstof ATP gegenereerd kan worden, er wordt ook NADPH gemaakt (kan glutathione maken, een antioxidant die zuurstofradicalen kan wegvangen)