Fysiologie spijsverteringkanaal I (week 2) Flashcards
Wat zijn de hoofdfuncties van spijsvertering?
digestie van voedsel
absorptie van voedingstoffen
secretie van afvalstoffen
motiliteit
Welke stoffen kunnen direct geabsorbeerd worden?
monosachariden
Waarom is speeksel nodig?
het bevat enzymen zoals amylase, het heeft een antibacteriële werking en door het bevochtigen van het voedsel kan het eten makkelijker worden doorgeslikt
wat is de functie van de oesophagus?
belangrijk voor transport, hiervoor is een goede peristaltiek nodig
wat is de functie van de epiglottis?
het afsluiten van de luchtpijp en dus het voorkomen dat het voedsel de luchtpijp ingaat
wat is de functie van de maag?
het voedsel wordt tijdelijk opgeslagen en verder fijn gemaakt dmv enzymen het het zuur van de maag
wat is de functie en lengte van de duodenum?
kortste deel van de dunne darm, 25 centimeter
er monden verschillende klieren uit van de pancreas en lever
wat is de functie van de klieren van de pancreas?
ze maken enzymen die onder andere het maagzuur neutraliseren
wat is de functie van de klieren van de lever?
het produceert gal, als er geen voedsel in de maag is dan gaat het naar de galblaas
wat is de lengte en de functie van het ileum en jejunum?
verdere vertering en opname vindt plaats, tussen de 3 tot 10 meter
wat is de functie van de dikke darm?
water en bepaalde zouten worden onttrokken aan de spijsbrij
sfincters
kringspieren die worden aangestuurd door hormonen en zenuwen en die helpen on het transport in de juiste richting te laten verlopen
Upper esophageal sphincter (UES)
tussen de mondholte en de oesophagus
lower esophageal sphincter (LES)
tussen de oesophagus en de maag
pylorussfincter
tussen de maag en te duodenum, zorgt ervoor dat er niet te veel en te snel inhoud van de maag doorstroomt naar de dunnedarm
ileocaecale sfincter
tussen de dunne en dikke darm
anussfincter
van het rectum
wat garandeert een sfincter?
dat er genoeg spijsverteringsenzymen zijn aangemaakt om de voedselbrij optimaal af te breken tot voedingsstoffen
is het spijsverteringskanaal deel van het interne of externe milieu en waarom?
externe milieu, omdat het direct in contact staat met de buitenwereld
wat is een risico van het in contact staan met de buitenwereld en hoe wordt dit risico verholpen?
een groot oppervlak wordt blootgesteld aan pathogene bacteriën en virussen, hierdoor is er maagzuur, goede bacterien in de dikke darm, mucus, lysozymen en lymfocyten
hoe wordt het oppervlakte vergroot?
door plooien (plicae) en verschillende darmvlokken (villi)
villus
een vingervormig uitsteeksel met daarnaast een inkeping, er zitten absorberende epitheelcellen aan de rand