Biochemie: DNA schade, radicalen en energiemetabolisme (week 2) Flashcards

1
Q

wat is de belangrijkste rol van de citroenzuurcyclus?

A

het vormen van NADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er voor de CZC begint in de mitochondriën?

A

voedingsmoleculen worden afgebroken tot pyruvaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

NADH

A

moleculaire verbinding die heel hoog in zijn energie zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt ATP gevormd in de CZC?

A

NADH zal H+ afstaan die getransporteerd zullen worden door een elektronentransportketen. Het transport van de elektronen door de keten zorgt er uiteindelijk voor dat ADP met een fosfaatmolecuul, ATP genereert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke stappen zijn er van glucose tot ATP?

A
  1. glycolyse
  2. oxidatieve decarboxylering
  3. CZC verbrand acetyl CoA tot CO2
  4. NADH uit CZC levert elektronen aan de elektronentransportketen, door protonen te transporteren -> ATP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

glycolyse

A

glucose wordt omgezet in pyruvaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oxidatieve decarboxylering

A

afhalen van een CO2 groep, in dit geval van pyruvaat tot acetyl CoA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit wordt acetyl CoA gevormd?

A

alles uit je voedding, dus uit glucose maar ook aminozuren en vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de primaire stap van de CZC

A

acetyl CoA reageert met oxaaloacetaat tot citraat (citroenzuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er gevormd uit citroenzuur

A

in allerlei enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat wordt er tijdens de biochemische processen gevormd?

A

NADH en CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de voorloper van NADH en wat geeft de ratio tussen deze twee aan?

A

NAD+, dit bepaald hoe snel de CZC loopt, een lage energiestatus (NAD+) reguleert direct de snelheid van de CZC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waaraan wordt de H+ gedoneert en getransporteerd?

A

aan de elektronentransportketebn, en vervolgens getransporteerd over het binnenmembraan van het mitochondrion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de complexen waarover het elektron getransporteerd wordt?

A

het zijn grote eiwitcomponeneten die in het mitochondriale binnenmembraan zitten en betrokken zijn bij het transport van elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ATP-synthase

A

complex 5, maakt gebruik van het ontstane protongradiënt, het is een groot molecuul en is in staat om protinen te transporteren van binnen het mitochondiën naar de matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er als een proton van de intermambrane space naar de matrix gaat?

A

de energie die hierbij vrijkomt wordt omgezet in mechanische energie en die wordt uiteindelijk in biochemische energie omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werkt ATP-synthase

A

er zit een soort motertje in het ATP-synthase, een soort uitsteeksle die kan gaan draaien, de protonen zorgen voor deze draaiing

18
Q

wat gebeurt er bij de draaiing van ATP-synthase?

A

er wordt kinetische energie afgegeven, deze zorgt ervoor dat ADP met een fosfaatgroep kan reageren tot ATP

19
Q

Wat gebeurt er bij een gebrek aan NAD+

A

de CZC kan het niet meer aan, NADH probeert protonen af te geven maar de CZC geeft op

20
Q

Wat als de ratio NADH en NAD+ heel hoog is?

A

een aantal enzymen in de CZC werken niet meer goed, met name intermediair citraat hoopt zich op

21
Q

wat gebeurt er bij een ophoping van intermediair citraat?

A

een te lage PH ontstaat, waardoor enzymen niet meer goed kunnen functioneren, het citraat wordt dan dus omgezet in triglyceride (vet)

22
Q

hoeveel van de omgezette energie is bewegingsenergie?

A

30, de rest is warmte

23
Q

ontkoppelingseiwitten

A

gevonden in bruinevetcellen, ingebouwd in het mitochondriale binnenmembraan en zijn in staat protonen te transporteren van de matrix naar de binnenruimte van het mitochondrium

24
Q

wat gebeurt er als ontkoppelingseiwitten protonen naar het binnenmembraan transporteren?

A

complex 1 tot en met 4 wordt niet gebruikt en warmte wordt ipv ATP gevormd

25
Q

radicalen

A

schadelijk, vrije elektron in buitenste ring en dus erg reactief met lichaamseigen cellen en instabiel

26
Q

Hoe lopen de elektronen over het binnenmembraan?

A

van complex 1 naar 3 en vervolgens naar 4

27
Q

co-enzym Q

A

een hulpmolecuul die elektronen van complex 1 naar 3 transporteerd

28
Q

wat gebeurt er als er elektronen ontspringen en niet vervoerd worden naar complex 3?

A

ontstaan zuurstofradicalen/ROS (reactive oxygen species) of superoxide

29
Q

waarvoor zijn ROS schadelijk?

A

het lichaam. vetten, eiwitten en het genetisch materiaal

30
Q

waarom is superoxide gevaarlijk?

A

het reageert metee met vetten en nucleotiden in het mitochondrion

31
Q

wat is een beschermingsmechanisme van het lichaam tegen ROS of superoxides?

A

antioxidant enzymen, bijvoorbeeld superoxide dismutase

32
Q

superoxide dismutase

A

in staat om superoxide tot waterstofperoxide

33
Q

waarin wordt het giftige waterpeioxide omgezet?

A

water en CO2

34
Q

welke twee oorzaken van DNA-schade zijn er?

A

exogeen (straling/chemische stoffen), endogeen (reacties/ fouten tijdens replicatie)

35
Q

apoptose

A

zelfvernietiging cel

36
Q

welke mutatie ontstaat bij een overmatige blootstelling aan UV-straling?

A

vorming thymine dimeren, normaal worden ze opgeruimd maar bij een mutatie in het herstelmechanisme niet

37
Q

thymine dimeren

A

dit dimeer is niet in staat te koppelen aan adenosine,

38
Q

welke aandoening kan ontstaan bij het niet goed opruimen van thymine dimeren?

A

xeroderma pigmentosum

39
Q

wat is het positieve effect van antioxidanten?

A

wegvangen van ingenomen/ aan blootgestelde chemicaliën

40
Q

Wat kan er gebeuren bij het eten van verbrand eten?

A

op het giftige zwarte laagje zitten polycyclische aromatische koolwaterstoffen, kunnen met genetisch materiaal reageren ->kanker