Redeneren: IV. Geldig en correct deductief redeneren Flashcards
logica
normatieve studie van geldig deductief redeneren
descriptief en prescriptief
descriptieve kant van logica
logica beschrijft de normen die je moet toepassen om geldig te redeneren
prescriptieve logica
logica schrijft voor aan welke standaarden je moet voldoen om geldig te redeneren
deontische logica
deeldomein van de modale logica
logica die zich bezighoudt met verplichtingen, toelatingen en verwante begrippen
modaliteit
geeft aan of propositie bevestigt of ontkent dat haar inhoud mogelijk, onmogelijk, voorwaardelijk of noodzakelijk is
nalaatbaarheid
niet verplicht
modus ponens
bevestiging van het antecedens
voorwaardelijke geldigheid
de bruikbaarheid van een conclusie hangt af van het waarheidsgehalte van de premissen
correcte redenering
als de redenering geldig is en haar premissen ook effectief waar zijn
incorrecte redenering
als de redenering geldig is maar minstens één van haar premissen niet effectief waar is
modus tollens
ontkenning van het consequens
inferentieschema’s
fundamentele geldige redeneervormen