Juridisch argumenteren: II. Juridisch betogen Flashcards
geschil
twee personen verschillen met elkaar van mening, maar dat meningsverschil is nog niet het eindpunt van de discussie.
geding
vanaf het ogenblik dat een geschil aan een rechter wordt voorgelegd
burgerrechtelijke procedure
2 particuliere belangen, één persoon staat tegenover een andere persoon
strafrechtelijke procedure
één persoon (particulier belang) staat tegenover de gemeenschap (algemeen belang)
wapengelijkheid
elke partij moet over dezelfde procedurele rechten beschikken en mag niet worden benadeeld ten opzichte van de andere
horizontaal karakter
de partijen moeten hun stellingen en vorderingen staven met argumenten en bewijsmiddelen
verticaal karakter
de vertegenwoordigers van de gemeenschap hebben de touwtjes in handen. De onderzoeksrechter moet bewijsmiddelen vergaren om aan te tonen dat de wederpartij de regel effectief heeft overtreden
bewijslast
de last die op een partij rust om het bewijs te leveren van de door haar aangevoerde feiten
eiser
de persoon die als eerste iets eist
verweerder
de persoon die zich tegen die eis verweert
eis
via gerechtelijke weg bv. vragen dat iemand iets doet of nalaat
dagvaarding
een akte die een gerechtsdeurwaarder afgeeft op de woonplaats van de tegenpartij en waarmee die tegenpartij wordt opgeroepen om te verschijnen voor de rechter
conclusie
een schriftelijke argumentatie
reactie op conclusie
tegenconclusie
laatste conclusie
syntheseconclusie
mondelinge argumentatie
pleidooi
akte van hoger beroep
betoog waarmee je beroep aantekent
voorziening in cassatie
de akte waarmee je cassatieberoep aantekent