Reader HS 6 Flashcards
Waar is de preventieve benadering op gebaseerd?
De preventieve benadering is gebaseerd op de assumptie dat criminaliteit voor grote mate voorspelbaar is en daarom voorkomen kan worden door vooraf voorzorgsmaatregelen te nemen. Preventie houdt zich bezig met het minimaliseren van de kans dat delicten worden gepleegd.
Wat is crime prevention?
groeiende overtuiging dat, als men de juiste technologie, relevante expertise en genoeg bronnen inzette, criminaliteit grotendeels geanticipeerd en daarmee voorkomen kon worden. Hieraan ten grondslag lagen verschillende ontwikkelen:
(1) toegenomen beschikbaarheid van kennis en expertise om de drivers voor criminaliteit te begrijpen
(2) groeiende erkenning van de dreiging voor sociale cohesie die geassocieerd wordt met ‘fear of crime’
(3) de overheid wilde kosten besparen op een zeer duur rechtssysteem. Voor velen klinkt criminaliteitspreventie ook gewoon logisch als idee: veilig leven zonder schade/verlies door criminaliteit is een krachtige aspiratie > consequentie: we vinden maatregelen wenselijk die een grotere kans geven om dit doel te bereiken.
Rondom welke overtuiging worden preventiestrategieen georganiseerd?
ondom de overtuiging dat criminaliteit en haar oorzaken begrepen kunnen worden en dat er geschikte maatregelen genomen kunnen worden om criminaliteit uit te roeien – of: in ieder geval haar frequentie substantieel te reduceren – op basis van deze kennis
Op welke assumpties berust deze stellingname zich?
- We kunnen identificeren wie risico loopt,
- We kunnen de oorzaken van criminaliteit achterhalen en
- We kunnen effectieve maatregelen identificeren om in te zetten.
Welke drie opties zijn er om de meest effectieve resultaten te behalen?
- Criminogeen: ‘risky’ situaties,
- Potentiële daders: ‘risky’ mensen en
- Kwetsbare groepen of gemeenschappen: ‘at risk’ mensen.
–>Deze variëteit aan mogelijkheden helpt te benadrukken dat er een grote verscheidenheid is in de manier
waarop we criminaliteitspreventie kunnen begrijpen, afhankelijk van het standpunt dat ten opzichte van het probleem wordt ingenomen.
Wat is het gevaar als je de maatregelen focust op kwetsbare groepen?
Wijdverspreid klinken er zorgen over de zelf-beperkende reacties van sommige sectoren uit de samenleving op de mogelijkheid om te maken te krijgen met criminaliteit. VB. Oudjes die beslissen dat ze ’s avonds niet meer de deur uitgaan. Wanneer je je maatregelen focust op de mensen die het bangst zijn voor criminaliteit, loop je het gevaar dat je deze angst verergert in plaats van kalmeert
Waarom zijn within group prioriteiten stellen noodzakelijk en welk probleem brengt dit met zich mee?
Net als bij de slachtoffergroep, zijn er aanzienlijk wat subcategorieën in deze populatie. Daarom is ‘within group’ prioriteiten stellen noodzakelijk. Dit brengt een probleem met zich mee: wat is de basis waarop deze categorisering gemaakt worden? En bouwen we op deze manier geen discriminerende assumpties en praktijken in de criminaliteitspreventie-agenda?
Wat is het model van brantingham en faust?
-primaire preventie
-secundaire preventie
-teriaire preventie
Dit model stelt men in staat om een propere analyse van de staat van de kennis en de praktijken te maken op elk niveau. Dit kon een meer genuanceerd begrip faciliteren over welke aanpak in welk geval het meest effectief zou zijn. Hun conclusie was dat primaire preventie het meest veelbelovend was, waardoor een significante shift op gang kwam in de richting van brede omgevings- en sociale programma’s.
Wat zorgde voor een meer diverse en preventieve filosofie?
- Een persistente toename in geregistreerde criminaliteit en delicten (tot de jaren ’90) en
- Identificeerbare zwakheden in het rechtssysteem.
Omdat het systeem zelf werd geassocieerd met falen, verschoof ook de focus en werden criminaliteitspreventiedoelen gericht op andere aspecten van sociaal beleid: de criminalisering van sociaal beleid (Crawford, 1997; Rodger, 2008) > een range van middelen worden niet enkel gezien in termen van hun primaire doelen, zoals de kwaliteit van het onderwijs/voeding/gezondheid/huisvesting, maar worden ook gezien als criminaliteitspreventieprojecten.
Wat is de nudge theorie?
soms zorgen veranderingen in de fysieke omgeving voor aanpassingen in het menselijke gedrag (bijv. in het geval van snelheidsdrempels). Eerdergenoemde verandering is dus niet simpelweg een verschuiving van nadruk op het veranderen van mensen/hun gedrag naar het veranderen van de fysieke wereld. Nudging kan bewust én onbewuste gedachtenpatronen uitbaten om opportunistisch crimineel gedrag te ontmoedigen – bijv. winkeldiefstal reduceren door publiekelijk beelden van criminele activiteiten te laten zien. Nudging is consistent met een bredere verplaatsing van verantwoordelijkheid van overheid naar lokale gemeenschappen en initiatieven.
Welke twee types zijn gebaseerd op verschillende assumpties over de oorzaken van criminaliteit?
- Social crime prevention: criminaliteit is het product van een range van interacterende invloeden welke impact hebben om individuen en hun predisposities vormen t.o.v. overtreden. Denk aan verbetering van huisvesting, gezondheid, onderwijsresultaten en de verbetering van gemeenschapscohesie.
- Situational crime prevention: overtreden is rationeel en contextueel en kan beknot worden door de kansen/mogelijkheden voor criminaliteit te beperken. De onderliggende overtuiging is dat we allemaal zouden overtreden als deze overtredingen ons risicovrij potentieel gewin zouden opleveren. Denk aan fysieke veiligheidsmaatregelen om huizen en bedrijven te beschermen.
welke twee manieren zijn er volgens Crawford om om te gaan met potentiele daders?
- Deterence: verzekeren dat de prikkels en verleidingen voor overtredingen geminimaliseerd worden. Omvatten verschillende vormen van opsluiting of gemeenschapsstraf. Deze vorm van straf kan enkel effectief zijn als potentiële daders de consequenties van hun acties begrijpen. VB. De VK-overheid ontwikkelde een antifraude-strategie welke haar aandacht richtte op het overbrengen van de boodschap op potentiële fraudeurs dat ze betrapt en gestraft zouden worden.
- Diversion: ervoor zorgen dat er alternatieven kansen zijn voor deze groep om constructieve activiteiten te ondernemen en productieve levens te leiden vrij van criminaliteit. Deze interventies richten zich op het aanmoedigen van kinderen/jonge mensen die geïdentificeerd zijn als potentiële daders om meer constructieve invullingen van hun tijd (voornamelijk: vrije tijd) te vinden wanneer het erop lijkt dat ze afglijden richting illegale activiteiten.
wat zijn developmentmodellen en communitymodellen?
- Developmentmodellen: benaderen de aspecten van de karakteristieken en het gedrag van een individu welke hem/haar vatbaar maken voor het plegen van delicten.
- Communitymodellen: het beïnvloeden van de aspecten van het sociale leven van de gemeenschap om de kenmerken te reduceren welke criminogeen zouden kunnen zijn. VB. Het versterken van scholen.
Welke derde streng van preventie identificeert Crawford?
prioriteert het veranderen van gemeenschappen i.p.v. de focus op individuen. Het doel is om een groter gevoel van welzijn en gemeenschapsveiligheid in het algemeen te creëren. Dit wordt geassocieerd met het bouwen van sociaal kapitaal: de collectieve bronnen die beschikbaar zijn om de levenskwaliteit van de gemeenschapsleden te vergroten. Sampson (1997) steunt dit perspectief a.d.h.v. zijn onderzoek over de beschermende waarde van collective efficacy: sterke gevestigde netwerken voor steun die opereren in gedefinieerde gemeenschappen. Het doel van preventieve strategieën gebaseerd op deze resultaten is het bouwen en onderhouden van sterke interpersoonlijke banden welke zowel grotere veiligheid creëren (door het ontstaan van effectieve connecties tussen mensen) als het genereren van een wederzijds gevoel van verplichting en aandacht.
Wat stelt Tiley over criminaliteitspreventie
stelt dat preventie een contradictionaire aard heeft, welke hij beschrijft als zowel ontwapenend simpel als verbijsterend complex. Aan de ene kant is het aantrekkelijk om te denken in termen van het ontwikkelen van effectieve mechanismen voor het anticiperen op criminaliteit en daarmee het stoppen van het voorvallen van acceptabel gedrag. Aan de andere kant verbloemt deze zienswijze problemen in het definiëren van criminaliteit, het prioriteren van interventies, de ethische uitdagingen van verschillende preventieactiviteiten, politieke contexten, de betrokken kosten en keuzes en de trade-off tussen beoogde uitkomsten en de niet-beoogde consequenties > ‘crime is socially defined, socially commited and elicits social responses’ (Tilley, 2011). De mogelijkheid voor het definiëren van iets als een misdaad is niet gelijk verdeeld: het is afhankelijk van de relatie tussen verschillende, en soms concurrerende, belangen binnen de samenleving. Criminaliteitspreventie tovert een bepaald beeld tevoorschijn dat de meesten van ons hebben van het type activiteit welke de focus van onze angsten zou moeten zijn, maar ook van de elementen van de bredere populatie wie de ‘zorgelijke objecten’ zijn (jonge mannen, bepaalde etnische groepen).