hs.4 hoorcollege Flashcards
Wat hebben de psychologische theorieen gemeen?
- Een stukje impulsiviteit/lage zelfcontrole.
- In veel theorieën wordt gesproken over psychoticisme, of in ieder geval over een lage mate van empathie of gevoeligheid
in het algemeen.
Wat is het PEN model?
- Er zijn drie dimensies van persoonlijkheid die genoemd worden als het gaat om crimineel gedrag:
• Psychoticisme (= antisociale gedragsstoornis)
• Extraversie: hoge mate van arousal, sensation seeking
• Neuroticisme: labiel, je eigen emoties niet goed onder controle hebben, snel op je teentjes getrapt en daardoor eerder agressief en impulsief uit de hoek kan komen (en dus tegenovergestelde van stabiliteit)
➢ Als je op deze drie dimensies hoog scoort, heb je een hogere kans om in de criminaliteit terecht te komen
➢ 1 & 2 houden verband met arousal → agressie, opwinding, etc.
➢ 3 houdt verband met agressief en impulsief gedrag.
➢ Dit model is specifiek gericht op crimineel gedrag.
Wat zijn kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis?
- Andere termen: psychopathie, sociopathie
- Wij hanteren antisociale persoonlijkheidsstoornis, omdat deze wordt gebruikt in de DSM.
- Hierbij zijn mensen niet goed gesocialiseerd. De stoornis deelt zich op in drie dimensies:
• Stoutmoedigheid/roekeloosheid: iemand met deze stoornis ervaart weinig angst en heeft veel zelfvertrouwen, waardoor iemand met deze stoornis makkelijker in risicovol gedrag terechtkomt.
• Disinhibitie: moeite om het eigen gedrag te controleren, impulsen in bedwang te houden en juist opzoek te gaan naar opwinding.
• Gemeenheid: de mate van emotie die ervaren wordt, is anders dan bij gezonde mensen. Ze ervaren doorgaans geen spijt, schuld en empathie. Dit zijn nu juist de emoties die ervoor zorgen dat wij bepaalde dingen niet doen. Bijv. je bent aan het diëten en je ziet een stuk taart staan. Het idee dat je bij het eten van dat stukje taart spijt zal ervaren, zal ons ervan weerhouden om het taartje te eten. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, zullen dit niet ervaren > vreetgedrag, agressie. - Doorgaans zie je een duidelijke link met opvoeding: weinig liefde in de opvoeding.
- Maar ook een genetische aanleg en biochemische factoren.
Wat zijn neurocriminologische theorieen?
- Variant op het werk van Lombroso > we kijken niet meer naar schedels, maar naar PET-scans van de hersenen > waar zit de activiteit? We kijken ook naar hormoonniveaus. We kijken naar ‘hersenplaatjes’.
- Buikhuizen: Nederlandse criminoloog verbonden aan Universiteit Leiden, hij zat zeer in deze neurocriminologische theorieën. Als we hier goed onderzoek naar doen, kunnen we een pil maken waarmee we alle criminaliteit kunnen oplossen.
- Algemene idee: er is iets in onze hersenen wat mede bepaalt hoe we ons gedragen. Als we naar de hersenen kijken, dan worden er delen van de hersenen uitgeschakeld/gestimuleerd en dat beïnvloedt ons gedrag. Gage maakte een heftig ongeluk mee waardoor hij hersenschade opliep. De mensen die hem zowel voor als na het ongeluk kenden, vonden dat hij was veranderd. Dit is het eerste geval van gedocumenteerde hersenschade waardoor gedrag veranderde > dat is bewijs
voor dat ons gedrag afhankelijk is van wat er in onze hersenen gebeurt. - Neurocriminologie beïnvloedt ook het debat in de rechtspraak: wat er gebeurt in het brein, hangt samen met de leeftijd >
kinderen hebben nog een ander brein, jongeren en jongvolwassenen ook. En als dat mede beïnvloedt hoe je je gedraagt, moet dat misschien ook wel mede bepalen over hoe we straffen. Heeft het wel zin als we pubers straffen, omdat hun brein nog niet volledig ontwikkeld is?
Wat stelt gedragsgenetica?
- Gaat uit van biologische oorzaken. Idee is dat we erfelijk materiaal overnemen van onze ouders en dat ons gedrag deels afhankelijk is van dit erfelijke materiaal. Dit is de uitgebreide discussie over het nature-nurture debat. Als het in je genen zit, betekent dat nog niet dat je je onvermijdelijk zo gedraagt. Het kan zo zijn dat het in je genen zit om crimineel gedrag te vertonen, maar dat je door je opvoeding en omgeving dit gedrag niet vertoont. In sommige omstandigheden worden sommige genen zelfs niet actief gemaakt.
- Walsh & Bever zijn Amerikaanse onderzoekers die zich veel met dit onderwerp bezighouden.
- Studies naar gedragsgenetica: de beste manier voor onderzoek zijn adoptiestudies en tweelingstudies (bij eeneiige tweelingen is het genetische materiaal identiek > als de beide helften van de tweeling op verschillende plaatsen zijn
opgegroeid, is dat helemaal handig voor onderzoekers > nature of nurture). - Gen X Omgevingsinteractie: het vechtgen > als je het vechtgen zou hebben én je komt in nadelige omstandigheden terecht,
dan moet je oppassen/wordt het gevaarlijk. - Fallon: psychopathische moordenaars > alle breinen van deze moordenaars die hij onderzocht, hadden hersenschade aan
de Orbital Cortex. Hij vond een risico-gen: het MAOA-gen > heeft te maken met te veel serotonine.
Wat zijn psychobiologische theorieen?
- Je lichaam doet iets met je qua gedrag > bijv. als je veel lood in je lijf krijgt, kan je agressiever worden, sommige mensen gaan vreemd gedrag vertonen van antidepressiva, als je meer suiker binnenkrijgt, krijg je meer energie en ga je misschien vaker criminaliteit plegen, of je een hoge/lage bloedruk hebt, kan van invloed zijn op je gedrag.
- Momenteel is de theorie over de loodvergiftiging een populaire theorie: er zijn vele plekken in Amerika waar de grond erg vervuild is door lood (door de industrie). Er zijn onderzoekers die stellen dat er meer criminaliteit voorkomt op deze plaatsen.
- Dieet: Hongerwinter > Noordelijk deel van Nederland was een winter lang nog onder Duitse bezetting, terwijl het Zuiden al bevrijd was door de geallieerden. Onderzoeken: maakt het uit of je moeder tijdens de zwangerschap over genoeg voeding beschikte en wat zijn de implicaties voor later crimineel gedrag. Er zijn een aantal studies die laten zien dat als je moeder minder goed voedsel tot zich nam, dat jij dan later een grotere kans hebt op criminaliteit te plegen.
Wat is kritiek op biologische theorieen?
- Criminaliteit is cultureel bepaald: criminaliteit is niet – zoals vaak gedacht wordt uit de biologische theorieën – een objectieve
zaak > discussies over wat criminaliteit nu eigenlijk is. Als je ervan uitgaat dat criminaliteit relatief is, dan ga je niet opzoek
naar objectieve factoren (zoals schedelgroottes). - Niet alle biologische invloeden zijn genetisch bepaald: prenataal, perinataal, dieet (bijv. voedseltekorten gevangenen)
- Veel maatschappelijk misbruik van ideeën: door de Nazi’s in WO2
Wat is biologisch positivisme?
onze hedendaagse kennis laat ons inzien dat uiterlijke kenmerken geen voorspeller zijn voor gedrag in het algemeen, en al helemaal niet voor crimineel gedrag. We weten nu bijvoorbeeld dat er vooral arme mensen in de gevangenissen zaten. De voedseltekorten die zij hadden geleden, waren weer terug te zien in schedelafwijkingen/schedelgroei. Als je teruggaat naar de WO2, waren er ook ideeën over mensentypen: Joden zijn minderwaardig aan andere mensentypen (fysieke inferioriteit) > dit was heel erg gebaseerd op de ideeën van Lombroso en zijn navolgers. Hun ideeën zijn in deze periode fors misbruikt. Daarom heeft er binnen de criminologie heel lang een taboe gelegen op deze verklaringen voor crimineel gedrag > leidt heel snel tot wij/zij-denken. Inmiddels zijn deze ideeën binnen de gewone wetenschap wel weer teruggekomen.
Waarom was Lombrose een invloedrijk figuur?
- Toepassen van wetenschappelijke methode: meten = weten
- Hersenen belangrijke rol in het ontstaan van gedrag > voorloper van het moderne hersenonderzoek
- Crimineel gedrag is erfelijk (als je vraagt aan de bewaarders: ‘oh, dat is de zoon van een ander die ik ook al eens gezien heb
in mijn carrière in de gevangenis’) > voorloper van het genetische onderzoek - Menselijk gedrag onderworpen aan natuurlijke selectie > voorloper evolutionaire criminologie
- Onderscheid tussen geboren misdadigers en gelegenheidsmisdadigers