HS2 reader Flashcards

1
Q

Hoe is zowel criminaliteit als statistiek gebonden aan de functie van de staat zelf?

A
  • Criminaliteit = een categorie van menselijke handelingen die worden voorgeschreven door de wet en voor welke de verantwoordelijken, indien zij schuldig worden bevonden, worden blootgesteld aan juridische
    straffen.
     De staat is de bewaker van deze straffen.
     In deze zin is criminaliteit ‘eigendom’ van de staat.
  • In de huidige samenleving is statistiek een belangrijk overheidsmiddel. Statistiek informeert en verduistert
    de verschillende risico’s, waaronder criminaliteit, waarop we ons leven meer en meer oriënteren en
    waarvoor we verwachten dat onze overheden ons beschermen.
  • Crime statistics = de rekening die de staat samenstelt van de acties van de agentschappen die zich
    bezighouden met de handelingen die de wet voorschrijft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat s de realist view/perspective?

A

officiële archieven zijn een indicator van het ware niveau van criminaliteit in een samenleving. Hoewel er een ‘dark number’ zou kunnen zijn, geloven realisten erin dat het mogelijk blijft om de statistieken zo te ontwikkelen dat zij aspireren om de onderliggende omvang, patronen en trends in criminaliteit accuraat te weerspiegelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het constructivisme?

A

officiële archieven vertellen evenveel, of meer, over de organisatie die de archieven/statistieken produceert als over het fenomeen (criminaliteit) dat zij proberen te meten. Ze zijn sociale constructen: statistieken geven geen duidelijk en objectief beeld van de fenomenen die zijn zouden moeten meten, omdat zij details over criminaliteit verwarren met de manier waarop de relevante autoriteiten reageren op criminaliteit en ermee omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de pragmatische benadering?

A

realistisch in de zin dat er fenomenen zijn die gemeten kunnen worden en dat het nauwkeurige gebruik van statistiek vele issues kan illumineren die niet goed gevat kunnen worden met meer subjectieve benaderingen. Echter, deze benadering erkent dat de verschillende fenomenen van criminaliteit in de samenleving niet gescheiden kunnen worden van de praktijken van de agentschappen die deze definiëren, rapporteren en vastleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een crime rate?

A

index van criminaliteit die plaatsvindt in een bepaalde jurisdictie over een bepaalde periode van tijd. Politiestatistieken zijn de voornaamste bron geweest voor het creëren van crime rates. Tegenwoordig worden ook grootschalige slachtofferenquêtes ingezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie toepassingen van statistiek?

A
  • Counts = het aantal overtredingen dat plaatsvindt binnen een gegeven tijdsperiode en locatie > VB. Het
    aantal overvallen in Engeland en Wales per jaar.
  • Frequencies = hoe de ‘counts’ van criminele overtredingen verdeeld zijn over een populatie > VB. Hoeveel
    mensen zijn slachtoffer geworden? En hoe vaak zijn zij slachtoffer geworden?
  • Rates = drukt de ‘count’ van overtredingen uit als een ratio van een ander populatiekenmerk > VB. de
    ‘rate’ van overvallen per 10 000 huishoudens van de County van Staffordshire.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de grootste officiele statistieken?

A

politiestatistieken en enquetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de doeleinden van surveys?

A
  • Slachtofferschap meten, onafhankelijk van de politiestatistieken.
  • Het controleren van politiestatistieken: zonder enquêtes zou het onmogelijk zijn om onderscheid te maken
    tussen:
     Trends in politiecijfers veroorzaakt door veranderingen in criminaliteit en
     Trends in politiecijfers veroorzaakt door veranderingen in de bereidheid van mensen om aangifte te
  • Het verzamelen van data over de percepties van mensen van criminaliteit (zorgen, angsten).
  • Het verzamelen van data over welke groepen het grootste risico lopen om het slachtoffer te worden van
    criminaliteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de doeleinden van crime statistics?

A

Private burgers zouden crime statistics kunnen gebruiken om:

  • De prestaties van autoriteiten te meten in het bestrijden van criminaliteit,
  • Beleidsvorming door overheden beter te begrijpen,
  • De oorzaken van criminaliteit, slachtofferschap en overtredingen beter te begrijpen,
  • Het persoonlijke risico te bepalen en
  • Informatie in te winnen over criminele activiteit in de eigen regio.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wijst onderzoek uit over het publiek en crime trends?

A

Onderzoek wijst uit dat het publiek vaak niet op de hoogte is van crime trends. Het publiek gebruikt crime statistics niet als instrument voor het calculeren van risico’s. Hoewel het publiek de statistieken zou kunnen gebruiken voor het beoordelen van de prestaties van lokale agentschappen, of om te bepalen op wie te stemmen, vindt beoordeling van het slachtofferrisico voornamelijk plaats op basis van lokale factoren > VB. anekdotisch bewijs van familie en vrienden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de twee bronnen van bias in politiestatistieken?

A
  • De aangiftebereidheid van het publiek en

- De praktijk van de politie in het vaststellen van aangiftes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het prima facie model en het evidential model?

A

Prima facie model = die de details van alle gerapporteerde beschuldigingen als misdaad registreert.
Evidential model = die klachten onderwerpt aan een op onderzoek gebaseerde selectie alvorens de klacht wordt geregistreerd.

 Het eerste model brengt doorgaans meer geregistreerde misdaden voort dan het tweede model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de redenen waarom een incident wel/niet wordt geregistreerd?

A
  • De politie vindt dat er onvoldoende bewijs is dat het misdrijf heeft plaatsgevonden,
  • Er is een hele kleine kans dat de dader succesvol wordt gevonden en vervolgd,
  • Het slachtoffer trekt de klacht terug,
  • De politie handelt op basis van culturele vooroordelen t.o.v. bepaalde types klachten en klagers,
  • De politie voelt zich verplicht tot registreren, omdat andere partijen een officiële erkenning van het
    incident nodig hebben > VB. Verzekeringsbedrijven bij verlies van eigendom,
  • De politie voelt de druk tot registratie, omdat de eigen of organisatieprestaties worden beoordeeld > VB.
    Crime statistics worden gebruikt als meetmiddel voor prestaties in de bestrijding van criminaliteit,
  • Cuffing: de politie past methoden toe om de cijfers te kneden, gemotiveerd door een tal van uiteenlopende
    redenen,
  • Secondary detections: daders geven toe dat ze bepaalde misdrijven hebben begaan, terwijl deze misdaden
    in eerste instantie niet geregistreerd waren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de verschillen in niveaus van excess reporting van verschillende criminele incidenten?

A
  • Antisociale en gewelddadige criminele incidenten waarbij mensen betrokken zijn (VB. overlast, geweld, conflicten) vormden de meerderheid van meldingen van het publiek aan de politie over incidenten waarbij een overtreding zou kunnen zijn begaan > een ratio van 5 gerapporteerde incidenten t.o.v. 1 geregistreerde misdaad.
  • Eigendomscriminaliteit (VB. diefstal, overvallen) vormden juist een meerderheid van de geregistreerde criminaliteit > een ratio van 1.5 gerapporteerde incidenten t.o.v. 1 geregistreerde misdaad.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar hangt de accuraatheid van slachtofferenquetes vanaf?

A
  • De dekking van de survey en

- De accuraatheid in meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom meten slachtofferenquetes mogelijkerwijs niet alle misdaad?

A
  • De surveys worden afgenomen bij private individuen > misdaden waarvan organisaties slachtoffer worden, worden dus niet gedekt.
  • Sample selection bias: bijv. het niet-meenemen van individuen jonger dan 16 jaar (zodat hun criminaliteitservaringen niet worden meegenomen), zwervers en mensen die in instellingen leven worden niet meegenomen, mensen worden thuis gebeld voor een interview > sommige groepen zijn meer thuis dan andere groepen (jongeren weinig thuis)/hieraan ligt de aanname ten grondslag dat men een telefoon heeft, sommige mensen weigeren om deel te nemen  onderzoek wijst uit dat al deze groepen vaak substantiële ervaringen met criminaliteit hebben, waardoor de criminaliteit wordt onderschat in de surveys.
  • Soms zijn mensen zich er niet bewust van dat ze het slachtoffer zijn geweest van een misdaad, of is er sprake van slachtofferloze criminaliteit (bijv. prostitutie, drugsmisbruik).
  • De zeldzaamheid van misdaad vereist dat voor een betrouwbare statistische analyse grote steekproeven worden getrokken met lange herinneringsperioden. Om deze reden kan meestal alleen de centrale overheid deze surveys op reguliere basis uitvoeren.
  • Geografische clustering: criminaliteit is niet gelijkmatig verdeeld over gemeenschappen > de meerderheid van de overtredingen vinden plaats in relatief weinig gebieden. Surveys moeten daarom ook selectief in bepaalde gebieden steekproeven trekken, zodat ze genoeg slachtoffers in de steekproeven meenemen. Dit houdt in dat een steekproef minder representatief kan worden voor de gehele populatie.
17
Q

Wat zijn issues en biases in het interviewproces?

A
  • Kennis van incidenten: er wordt één iemand in het huishouden geïnterviewd namens alle leden van het
    huishouden. Het kan zijn dat de respondent niet op de hoogte is van de criminaliteitservaringen van
    anderen.
  • Niet vertellen: respondenten hebben vele redenen om de interviewer niet te vertellen over hun
    criminaliteitservaringen > VB. een persoonlijke relatie tussen het slachtoffer en de dader.
  • Gebreken in het geheugen: hoe langer de gebeurtenis geleden is, hoe minder waarschijnlijk het is dat de
    respondent het zich nog kan herinneren.
  • Telescoping: het meenemen van gebeurtenissen die langer geleden zijn dan de focusperiode, omdat het
    een zorgwekkende herinnering is waarvan het slachtoffer nog niet hersteld is.
  • Educatie: educatie traint mensen in begrip en geheugen > hoe meer educatie men heeft genoten, hoe
    waarschijnlijker het is dat men zich incidenten kan herinneren.
  • Meerdere en series van incidenten: sommige slachtoffers ervaren criminaliteit als een kenmerk van hun
    dagelijks leven (bijv. in het geval van huiselijk geweld), waardoor het bijna onmogelijk wordt om de
    gebeurtenissen van elkaar te scheiden tot aparte incidenten.
  • Interviewomstandigheden: wie is de interviewer? Waar wordt het interview gehouden? Zijn er anderen
    aanwezig? Is men verzekerd van vertrouwelijkheid? Al deze omstandigheden zullen verschillende antwoorden genereren.
18
Q

Wat speelt een rol in de aangiftebereidheid?

A

De aangiftebereidheid van mensen hangt onder andere af van de serieusheid van de overtreding, maar ook van de waargenomen politie-ineffectiviteit en in hoeverre mensen de mogelijkheid hebben om de zaken privé op te lossen. Wanneer er sprake van is, spelen overwegingen over verlies en validatie van verzekeringsclaims ook een rol in de aangiftebereidheid

19
Q

Hoe handelt de politie in beslissingen over incidenten wel of niet te registeren?

A

handelt op basis van persoonsgebonden selectiviteit > klachten en beschuldigingen van en tegen bepaalde groepen krijgen een selectieve behandeling, dit is het geval bij jonge mensen, etnische minderheden, werklozen en economisch achtergestelde mensen.

20
Q

Wat is een onderzoeksprobleem in het scheiden van algemene aangiftebereidheid van verschillende populatiegroepen?

A

als zij slachtoffer of getuige zijn van een incident (afhankelijk van o.a. vertrouwen in de politie, public duty of gemeenschapsgevoel) t.o.v. de specifieke noodzaak om criminaliteit te rapporteren omdat men slachtoffer is geworden (bijv. als slachtoffers een bepaalde dienst verlangen of hun verzekeraar hen tot aangifte verplicht).

21
Q

welke mensen hebben een hoge/lage aangiftebereidheid?

A

Jongeren, mannen en werkloze slachtoffers hebben een lagere aangiftebereidheid. Mensen met een Indian Subcontinent afkomst hebben een hogere aangiftebereidheid. Slachtoffers die geen hoge pet op hebben van de politie-efficiëntie hebben een lagere aangiftebereidheid, terwijl mensen die bang zijn voor overvallen een hogere aangiftebereidheid hebben. De keuze om wel/niet de politie te bellen, weerspiegelt de percepties van mensen van de waarschijnlijke respons van de politie tegenover hen én van hun eigen noodzaak om te bellen.

22
Q

hoe representeren crime rates de geaggregeerde uitkomst van de interactie van twee processen?

A
  • De aanroeping van politieautoriteit door het publiek in het geval van moeilijke en verontrustende incidenten en
  • De criminalisering van incidenten door de toepassing van het strafrecht door de politie ten opzichte van deze incidenten.
     De rates zijn een resultaat van een dialoog tussen geïnterviewde en interviewer, tussen burger en staat
23
Q

wat blijkt uit frequentiedistricutie van slachtofferenquetes?

A
  • Slachtofferschap is zeldzaam: er zijn meer non-victims dan victims
  • De populatiedistributie is over-dispersed: de steekproefvariantie is groter dan het steekproefgemiddelde >
    er zijn meer hoge-frequentie slachtoffers dan verwacht (in vergelijking met een theoretische statistische verdeling)/er zijn meer non-victims dan verwacht (idem). De data suggereert een veelvoorkomend patroon van multiple victimization > een vijfde van de slachtoffers van overval/driekwart van de slachtoffers van huiselijk geweld.
     Deze karakteristieken zien we bij verschillende misdaden en bij verschillende soorten slachtoffers.
24
Q

Wat is crime rate?

A

een kenmerk van een specifieke populatie, vaak uitgedrukt als het aantal misdaden gedeeld door de grootte van de populatie in het gebied waarin de misdaden werden geteld.

25
Q

Wat is de conclusie?

A

Beschrijvende data = zegt niet veel over de verschillende sociale processen welke de geobserveerde statistische verdelingen zouden kunnen produceren. Als men op het beschrijvende niveau blijft, en verder geen onderzoek doet naar de sociale processen, kan dit gepaard gaan met gevaren, zoals het trekken van verkeerde conclusies. De productie van betrouwbare counts, frequencies en rates is de start i.p.v. het eindpunt van statistische analyse. De rol van de statistische analyse is het ontwikkelen en testen van verklaringen die het beste de geobserveerde data representeren en welke de verschillende sociale processen achter de data in beschouwing nemen (inclusief de manier waarop de data sociaal ‘constructed’ is).