HS 8 - victimologie Flashcards

1
Q

Wat is secundaire victimisatie?

A

het verschijnsel dat de institutionele reactie (politie, omgeving, etc.) op slachtoffers hun problemen slechts vergroot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is victimilogie?

A

de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met onderzoek naar slachtoffers en de gevolgen van slachtofferschap.
↳ Het belangrijkste victimologische onderzoeksthema is de zorg voor en hulpverlening aan slachtoffers binnen of buiten het kader van de strafrechtspleging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is relationele of interactionistische victimilogie?

A

de vroegste vorm van victimologie, de noodlottige wisselwerking tussen dader en slachtoffer voorafgaande aan het misdrijf staat centraal.
↳ De eerste criminologen waren vooral geïnteresseerd in de rol die het slachtoffer speelt in de voorgeschiedenis van of aanloop het misdrijf, in de mate waarin het slachtoffer zelf heeft bijgedragen tot het plegen van een delict door de dader
↳ Hierdoor wordt een normatieve functie vervuld → door te wijzen op de persoonlijkheidsproblemen van de slachtoffers wordt hen de schuld in de schoenen geschoven van wat hen is overkomen en wordt de dader vrijgepleit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 3 hoofdthema’s van de huidige victimologie?

A

De risicokenmerken van slachtofferschap en de mogelijke eigen rol van slachtoffers bij het ontstaan van misdrijven
De materiële en immateriële gevolgen van misdrijven voor slachtoffers
De reacties op slachtofferschap, waaronder zowel negatieve reacties als positieve reacties zoals de verschillende vormen van hulpverlening en een correcte bejegening binnen de strafrechtspleging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn primaire slachtoffers?

A

individuele personen (natuurlijke personen) of rechtspersonen (organisaties en
overheidsinstellingen) die rechtstreeks schade hebben geleden van een misdrijf, alsmede de directe nabestaanden van slachtoffers van levensmisdrijven en ouders van minderjarige slachtoffers
↳ De meeste juridische regelingen voor slachtoffers hebben
betrekking op primaire slachtoffers
↳ Sommige regelingen zijn uitsluitend opengesteld voor natuurlijke
personen vanwege de ernst van de psychische gevolgen die een
natuurlijk persoon van een misdrijf ondervindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn secundaire slachtoffers?

A

omstanders of hulpverleners die met de

gevolgen van ernstige misdrijven zijn geconfronteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat tertiaire slachtoffers?

A

personen die schade ondervinden van de in hun omgeving gepleegde criminaliteit omdat ze zich hierdoor persoonlijk in ernstige mate onveilig of bedreigd voelen en/of hun welvaart en welzijn erdoor anderszins zijn verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het collectief slachtofferschap?

A

wanneer hele gemeenschappen zich bedreigd en onveilig voelen dankzij schade van bijvoorbeeld oorlogsgeweld, georganiseerde misdaad en structurele corruptie in regeringskringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn prisoners of fear?

A

degenen die zich onveilig voelen in hun eigen huis of buurt vanwege de dreiging die uitgaat van de vermeende kans op slachtofferschap.
↳ Het causale verband tussen de gepleegde misdrijven en dergelijke subjectieve gevolgen is minder sterk dan bij primaire en secundaire slachtoffers en hangt af van vele kenmerken en omstandigheden
↳ Bij terroristische aanslagen is overigens uitdrukkelijk de bedoeling van de daders om naast de primaire en secundaire slachtoffers bredere bevolkingsgroepen angst aan te jagen en/of te provoceren tot extreme reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is abuse excuse?

A

volwassenen of kinderen die iemand vermoorden die hen heeft misbruikt
Wederzijdse slachtoffers: medeschuld van het slachtoffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn risicigroepen binnen slachtofferschap?

A

-inwoners van grote steden
-demografische en sociale risicokenmerken
-jongeren en kinderen
-slachtofferschap cybercriminaliteit en leeftijd
- Overige
Dus: verstedelijking, jeugdige leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 delictssoorten hebben te maken met het internet?

A
  • identiteitsfraude
  • koop en verkoopfraude
  • hacken
  • cyberpasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de lifestyle exposure theory?

A

de victimologische theorie die zich bezighoudt met de relatieve kwetsbaarheid van bevolkingsgroepen voor slachtofferschap vanwege hun levensstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie categorieen van risico verhogende factoren?

A
  • nabijheid
  • aantrekkelijkheid
  • blootstelling: individueel/collectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de twee verklaringen voor het verschijnsel van herhaald slachtofferschap

A
  • structurele risicokenmekren

- incidentafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn compenserende diefstallen?

A

door de eigen slachtofferervaring kunnen mensen zich bijvoorbeeld schadeloos stellen door zelf te stelen, dit kan ook komen doordat de normatieve remming om te stelen verzwakt kunnen zijn door het besef dat anderen in dezelfde omgeving zich hierdoor ook niet hebben door laten weerhouden
↳ Naarmate er meer slachtoffers zijn, komen er vanzelf ook meer daders
↳ Bij gedigitaliseerde diefstal is een soortgelijk compensatie- of vergeldingsmotief gevonden als bij traditionele diefstal, de anonimiteit van cybercrime draagt hieraan bij

17
Q

Wat is het intergenerationele geweldcyclus?

A

er treedt een vicieuze cirkel van (seksueel) geweld op, waarbij slachtofferschap en daderschap elkaar opvolgen en dan de ene op de andere generatie worden doorgegeven

18
Q

Wat is het onderscheid in schade?

A

Materiële schade: bijvoorbeeld de waarde van gestolen of vernielde goederen en medische kosten
Immateriële schade: bijvoorbeeld pijn, leed, gemiste levensvreugde, angstgevoelens en verlies aan vertrouwen in anderen

19
Q

Wat zijn de verschillende aspecten van de houding van de bevolking ten aanzien van criminaliteit?

A

Cognitieve aspect: het beeld dat men heeft van de risico’s
Affectieve aspect: de gevoelens die men daarbij heeft
Gedragsmatige aspect: de consequenties voor het eigen gedrag die men aan die beelden en gevoelens verbindt

20
Q

Wat is het veiligheidsparadox

A

bevolkingsgroepen die het minste van de criminaliteit hebben te duchten, zouden zich er het meeste zorgen over maken
↳ Nadere analyses hebben echter uitgewezen dat de meeste verschillen goed zijn te verklaren vanuit reële risico’s. Er is dus een verband tussen reële risico’s en veiligheidsbeleving

21
Q

Wat is PTSS?

A

het geheel van de symptomen van psychische stoornissen, vergelijkbaar met een psychisch alarmmechanisme dat door excessief gebruik ontregeld is geraakt, en daardoor te scherp staat afgesteld en aldoor afgaat.
De symptomen van een psychische stoornis:
Herbeleving van het gebeuren op onverwachte en ongewenste momenten (flashbacks)
Angsten
Vermijdingsgedrag
Verhoogde prikkelbaarheid

22
Q

Wat is het verwerkingsproces samengevat?

A

In eerste instantie reageren slachtoffers van ernstige misdrijven, na soms een reactie van verbazing en ongeloof, met wilde paniek. Het slachtoffer voelt zich in de onmiddellijke nasleep van het gepleegde misdrijf bedreigd, en gedesoriënteerd. Nadat het gevoel van acute bedreiging is weggetrokken, lijken de gevolgen soms mee te vallen en wil het slachtoffer niet over de gebeurtenis praten. Vaak komt de herinnering aan het gebeuren na weken, maanden of zelfs jaren toch weer naar boven. Het gebeuren wordt afwisselend herbeleefd, en dan weer vermeden om nare indringende gevoelens te beperken. De verdringing wordt soms ondersteund door een vlucht in het gebruik van alcohol en drugs. Het vermogen van het slachtoffer om de pijnlijke herinnering een plek te geven en te verminderen, kan worden vergroot door de beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon in de omgeving. Soms zijn er geen vertrouwenspersonen en kan een hulpverlener die taak vervullen. Over de vraag of voor iedereen meteen een hulpverlener ingeschakeld moet worden, is veel debat; uit onderzoek blijkt dat dit de verwerking niet altijd ten goede komt.

23
Q

Wat zijn therapieen voor PTSS?

A
  • CBT
  • Beknopte eclectische psychotherapie
  • eye movement desensitization en reprocessing