Psychologie Week 3&4 Flashcards
De attributie theorie
De wijze waarop mensen hun gedrag en dat van anderen verklaren in termen van oorzaak en gevolg
Interne attributie
De persoon heeft invloed
Externe attributie
De omgeving heeft invloed
- Consensus
- Overeenstemming
- bijv. : klagen de anderen ook?
- Ja? consensus is hoog
- Nee? consensus is laag
- Consistentie
- Regelmaat / hetzelfde thema
- bijv: Klaagt … vaker over het eten?
- Ja? Consistentie hoog
- Nee? Consistentie laag
- Onderscheidt
- Regelmaat, over van alles
- bijv: Klaagt … überhaupt veel?
- Ja? onderscheidt laag
- Nee? onderscheidt hoog
Covariatie model van Kelly
Consensus, Consistentie en Onderscheidt
Waar aan ligt het covariatie model van Kelly?
- Ligt aan de persoon/situatie, want vaak hebben we niet alle info
- Wat doen we dan? We hanteren Heuristieken
Heuristieken
Short cuts en afsnijroutes
Fundamentele attributie fout
-De neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid of hun karakter
Observator
Hoe jij het gedrag van anderen interpreteerd
Actor
Ons eigen gedrag wijken we vaker aan omstandigheden
Defensieve attributie
We zorgen er voor dat we er zelf zo goed mogelijk van af komen
Waar zorgt motivatie voor?
- Verbinding gedrag met interne toestanden
- Variaties in gedrag
- Vasthouden aan gedrag ondanks tegenslagen
Wat is motivatie?
Alle processen die te maken hebben met aanzet, richting (doelen bereiken), intensiteit en volhouden
2 Soorten motivatie
- Extrinsieke motivatie
- Intrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie
- Motivatie vanuit buitenaf
- Je weet dat je een beloning krijgt en daarom ben je gemotiveerd
Intrinsieke motivatie
- Motivatie van binnenuit, uit jezelf komt
- Je bent intrinsiek gemotiveerd voor een activiteit omdat je de activiteit op zich graag doet.
- Motivatie theorieën
- Instincttheorie
- Drijfveertheorie
- Freuds psychodynamische theorie
- Maslow prioriteitsvolgorde, behoeftehiërarchie
- Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan)
- Instincttheorie
gefixeerde actiepatronen (biologisch bepaalde gedragspatronen)
- Drijfveertheorie (traditionele opvatting)
- Biologische behoeften
- Homeostase (evenwicht bereiken)
- Freuds psychodynamische theorie
- Vanuit het onbewuste
- Eros en Thanatos
- Belang voor ontwikkelingsperspectief
- Maslow prioriteitsvolgorde (3dingen)
- Functioneel analyseniveau
- Proximaal analyseniveau
- Ontwikkelingsanalyseniveau
- Functioneel analyseniveau
Basale rangschikking van motieven
- Proximaal analyseniveau
Actuele invloeden op rangschikking
- Ontwikkelingsanalyseniveau
Rangschikking op bassi van levensfasen
- Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan)
- Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan)
- Mensen vormen proactief hun omgeving
- Deze activiteit is gericht op groei en integratie
- Autonomie (eigen keuze), competentie (zich bekwaam voelen) en verbondenheid (positieve relatie opbouwen)
Motivatie in de arbeidspsychologie, 2 theorieën
- Verwachtingstheorie Vroom (1964)
2. Twee-Factor theorie van Herzberg
- Verwachtingstheorie Vroom
Inspanning -> (Expectancy) -> prestatie -> (Instrumentality) -> resultaat -> Consequentie (Valence?)
Expectancy
Als ik het zou proberen?, zou ik dan de overwogen manier van handelen dan ook echt uitvoeren?
Instrumentality
Zou deze manier van handelen een duidelijk waarneembaar resultaat hebben?
Valence
Hoeveel waarde hecht ik aan dit resultaat?
Twee-factor theorie van Herzberg
- Motivatiefactoren (satisfiers) : medewerkers motiveert maken
- Hygiënefactoren (dissatifiers) : Zit meer in de werkomgeving. Is hier niet aan voldaan? medewerker niet blij
Motivatiefactoren (satisfiers)
Erkenning, uitstraling van de baan, verantwoordelijkheid, promotie (iets bereiken/prestatie) en groei (ontwikkeling van competentie)
Hygiënefactoren (dissatisfiers)
Salaris, secundaire arbeidsvoorwaarden, relatie me collega’s, fysieke werkomgeving en relatie tussen werknemer en leidinggevende