PM week 2 Flashcards

1
Q

Waarom een personeelsplanning?

A

om over een complexe puzzel een beter overzicht en inzicht te krijgen/creeëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is een personeelplanning noodzakelijk

A
  • schaarse aan goed opgeleid personeel, dus plannen om de organisatie in staat te houden
  • de huidige arbeidsmarkt is complex
  • wanneer de markt snel veranderd, is een personeelsplanning handig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strategische personeelsplanning

A
  • gericht op de langere termijn voor het behalen van organisatie doelstellingen
  • planmatig managen van de kwaliteit en kwantiteit van het personeelsbestand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het nut van planning

A

centraal:

  • wat is de toekomstige personeelsbehoefte?
  • is er voldoende aanbod van geschikt personeel binnen en buiten?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

planningshorizon van strategisch personeelsplanning

A
  • lange termijn (3 tot 5 jaar)
  • middellange termijn (1 tot 3 jaar)
  • kort termijn (max 1 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SPP: strategische personeelsplanning

A

gebeurt in 6 stappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

STAP 1

A
  • het analyseren van de trend van de organisatie en het bepalen van de strategische doelstellingen van de organisatie
  • trends in kaart brengen middels DESTEP-analyse
  • strategische doelstellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DESTEP-analyse

A
Demografisch
Ecologisch
Sociaal
Technologisch
Economisch
Politiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

STAP 2

A
  • het vertalen van deze trends naar een toekomstige personeelsbehoefte
  • wat hebben we in de toekomst nodig? (personeelsbestand m.b.t. kwantiteit, kwaliteit en kosten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

STAP 3

A

analyse op basis van:

  • huidige kenmerken (HR3P en 9 GRID methode)
  • ontwikkelingspotentieel (HR3P en 9 GRID methode)
  • autonome ontwikkelingen (houd rekening met het vervangen van deze mensen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een vlootschouw/personeelsschouw

A

een methodische aanpak om de aanwezige kennis, talen en competenties van de mws in een organisatie in kaart te brengen en deze te koppelen aan de gewenste kennis, talenten en competenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

HR3P performance potential portfolio

A

binnen deze methode zijn ze op zoek naar potentieel. dit wordt op een gestructureerde manier aangepakt. van te voren wordt vastgesteld wanneer het voldoen, goed etc. is. ook wordt er van te voren vast gesteld wat het hebben van potentieel is. (zie afbeelding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

9-GRID methode

A

binnen deze methode zijn ze op zoek naar potentieel. dit wordt op een gestructureerde manier aangepakt. van te voren wordt vastgesteld wanneer het laag, gemiddeld of hoog beoordeelt wordt. (zie foto)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

STAP 4

A
  • het vaststellen van het verschil (de gap)
  • wat zijn de knelpunten tussen de toekomstige behoefte en huidige personeelsbestand?
  • definiëren van dominante thema’s in het verschil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

STAP 5

A
  • vertalen van actieplan met HR-instrumenten om gap te dichten
  • concreet definiëren wat het moet opleveren per stap (wie doet wat wanneer, wat levert het op etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij stap 5 wordt er op organisatieniveau gekeken naar:

A
werven
presteren
beoordelen
belonen
opleiden
doorstromen
uistromen
17
Q

bij stap 5 wordt er op brancheniveau gekeken naar

A

talentenpool
mobiliteitscentrum
detachering
innovatieprogramma’s

18
Q

STAP 6

A

afspraken maken over het inde gaten houden en monitoren van alle acties die zijn afgesproken op de drie verschillende niveaus. het individuele niveau, het organisatieniveau en het niveau in de branche
uiteindelijk om de organisatiedoelen te behalen