Probleem 8- emerging adulthood Flashcards

1
Q

Wat is emerging adulthood?

A

: Emerging adulthood: een nieuw concept voor de ontwikkeling van de laatste tienerjaren
door de twintigerjaren met een focus op de leeftijd van 18-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ging het artikel van Arnett over (2000)

A

In het huidige artikel zal de theorie worden besproken die stelt dat emerging adulthood geen adolescentie of
jongvolwassenheid is maar dat het anders is. Het wordt onderscheiden door relatieve onafhankelijkheid van
sociale rollen en normatieve verwachtingen. In de periode is de afhankelijkheid van de kindertijd en
adolescentie achter de rug, maar de verantwoordelijkheden van een volwassene zijn nog niet aanwezig. De
emerging adults ontdekken een variatie aan mogelijkheden in liefde, werk en overtuigingen. Veel verschillende
richtingen zijn mogelijk, weinig is zeker over de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de theoretische achtergrond van emerging adulthood?

A

Erik Erikson (1950, 1968): hij schreef over de ontwikkeling in adolescentie en de ontwikkeling van jong
volwassenheid. Hij beschreef ook de verlengde adolescentie in geïndustrialiseerde samenlevingen.
Psychosociale moratorium: de jongeren vinden hun eigen plekje in hun deel van de samenleving d.m.v. vrije
rolexperimenten. Hij onderscheidde dus een periode dat op sommige manieren adolescentie is en op sommige
manieren jong volwassenheid, maar niet één van deze twee.
Daniel Levinson (1978): hij interviewde mensen in het midden van hun leven. Op basis van hun verhalen
ontwikkelde hij een theorie met een periode van 17-33 als de novice phase. De taak in deze fase is om te
verschuiven naar de volwassenenwereld en een stabiele levensstructuur op te bouwen.
Kenneth Keniston (1971): jeugd is een periode van voortgaande rolexperimenten tussen adolescenten en
jongvolwassenheid. Het is een periode van spanning tussen de zelf en de samenleving en weigering tot
socialisatie. Nadelen van zijn theorie is dat hij meer de historische momenten toen beschrijft dan kenmerken
voor deze periode. Daarnaast gebruikt hij de term jeugd, die nogal geassocieerd is met kindertijd/adolescentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het demografisch onderscheid van emerging adulthood?

A

Demografische veranderingen in de timing van trouwen en kinderen krijgen maakt dat mensen emerging
adulthood mee gaan maken.
Een belangrijk demografisch kenmerk van de periode is dat er een grote demografische variatie is. Er is geen
norm waaraan men moet voldoen. In de adolescentie zijn de demografische kenmerken veel minder verspreid.
95% van de adolescenten woont nog thuis, 98% van de adolescenten is ongetrouwd, minder dan 10% heeft een
kind en meer dan 95% gaat naar school. Van de 30-jarigen is meer dan 75% getrouwd, meer dan 75% heeft een
kind en minder dan 10% gaat nog naar school. Tussen deze twee periodes, van de leeftijd tot 18-25, is de
demografische status erg gevarieerd en instabiel. Er zijn geen normen te noemen die over het algemeen
gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn criteria voor volwassenheid volgens jonge mensen?

A

die nodig zijn voor het bereik van volwassenen zijn volgens
jonge mensen: het aanvaarden van verantwoordelijkheid, maken
van onafhankelijke beslissingen en financieel onafhankelijk zijn.
De criteria die onderaan staan zijn: het afmaken van een opleiding,
een carrière, huwelijk, ouderschap. De benodigde criteria leggen
duidelijk de nadruk op een zelfbewust persoon worden.
Hoewel emerging adults demografische veranderingen niet als
nodig zien voor het bereiken van volwassenheid is het opmerkelijk
dat ouderschap vaak genoeg is om een subjectief gevoel van
volwassen status te krijgen. Dit komt omdat de verkenningen die
normaal gesproken plaatsvinden in de emerging adulthood dan
beperkt worden door de verantwoordelijkheid voor het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is emerging adulthood onderscheidend voor identiteitsverkenningen?

A

De periode geeft de meeste mogelijkheid om identiteit te verkennen in de gebieden van liefde, werk en
wereldovertuigingen. Het meeste onderzoek op identiteitsontwikkeling is gefocust op adolescentie, maar
onderzoek wijs uit dat het proces zich vaak nog niet voltrokken heeft aan het einde van de middelbare school.
Voor liefde is het tijdens de adolescentie vooral ontdekking en wordt het tijdens de emerging adulthood wat
serieuzer en diepgaander.
De meeste baantjes van adolescenten zijn niet gerelateerd aan hun toekomstige beroepen. In de emerging
adulthood beginnen de baantjes meer de richting van de toekomstige beroepen op te wijzen.
Emerging adults gaan vaak hun vervolgopleiding doen met een wereldovertuiging die geleerd is tijdens de
kindertijd en adolescentie. Een vervolgopleiding laat echter een breed scala aan wereldovertuigingen zien,
waardoor vraagtekens worden gezet bij huidige wereldovertuigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zit het met risicogedrag bij emerging adulthood?

A

Risicogedrag komt vaak voor in emerging adulthood, nog vaker dan in de adolescentie. Het is in bepaalde mate
een onderdeel van de identiteitsverkenning.
Fysieke nabijheid van ouders is omgekeerd evenredig met de kwaliteit van de relatie. Thuis wonen heeft dus
een slechte invloed op de kwaliteit van de relatie tijdens de emerging adulthood. Autonomie en verwantschap
zijn dus geen tegengestelde dimensies van een goede ouder-kind relatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is emerging adulthood geen adolescentie?

A

Adolescentie zien wij nu als de periode van 10-18. De mensen in deze groep leven met hun ouders, ervaren
fysieke veranderingen door de puberteit, gaan naar de middelbare school en maken deel uit van een cultuur
met hun klasgenoten. Geen van deze dingen blijft normatief na 18 jaar, waardoor het niet makkelijk is om de
periode erna de late adolescentie te noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom blijft de helft vergeten?

A

De jonge mensen die niet naar de universiteit gaan worden vergeten. Dit komt doordat:
Jonge mensen die naar de uni gaan zijn makkelijk te vinden i.v.m. met jonge mensen die dat niet doen,
hetzelfde geldt voor onderzoek doen naar mensen die van de uni af zijn;
Dat er weinig onderzoek gedaan is naar emerging adulthood komt ook omdat er geen duidelijke
ontwikkelingsconceptie van deze leeftijdsgroep is. Er is geen duidelijkheid over wat de norm is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is emerging adulthood geen jongvolwassenehdi?

A

De term jongvolwassenheid duidt op de aanwezigheid van volwassenheid. Maar de meeste mensen in
deze periode zien zichzelf nog niet als volwassene, daarom is emerging adulthood een betere term.
- De term jongvolwassenheid hoort bij de dertiger jaren, omdat dan de volwassenheid wel bereikt is. Er
zijn grote verschillen tussen de periode die we emerging adulthood noemen en de dertiger jaren.
- Emerging adulthood is erg heterogeen in vergelijking met jongvolwassenheid.
- De leeftijd van de periode is aan het begin wel duidelijk, omdat achttien wel een beetje de leeftijd is
die gezien wordt als einde van de adolescentie. De overgang naar jongvolwassenheid is onduidelijker,
want die is erg verschillend per persoon. Concluderend kan daarover gezegd worden dat dit vaak
bereikt is in de late twintiger jaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zit het met emerging adulthood over culturen?

A

Het is geen universele periode, maar een periode die alleen voorkomt in culturen waarin de volwassenheid
‘uitgesteld’ is. Vaak zijn deze landen sterk geïndustrialiseerd of post-geïndustrialiseerd.
Het kan beter begrepen worden als een kenmerk van een cultuur. In een land zijn er weer verschillende
culturen, waardoor het dus binnen een land kan verschillen of en hoe lang er emerging adulthood bestaat.
Emerging adulthood wordt waarschijnlijk wereldwijder door de opkomende globalisatie van de
wereldeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de conclusie van Arnett in 2000?

A

Emerging adulthood is een aparte periode in de levensloop voor jonge mensen in geïndustrialiseerde
samenlevingen. De periode wordt gekenmerkt door verandering en verkenning. Niet alle mensen ervaren deze
periode, dat ligt aan de situatie en cultuur. De periode laat ook een sterke heterogeniteit zien. Waarschijnlijk
zal er in de toekomst een groter aantal samenlevingen deze periode kennen, doordat andere landen ook
economisch verder ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar ging het artikel uit 2007 van arnett over?

A

: In 2000 heeft Arnett voor het eerst zijn theorie van emerging adulthood gepresenteerd.
Nu, 7 jaar later wordt het al in vele vakgebieden gezien als een theorie dicht bij de waarheid. Dit is bijzonder,
omdat nieuwe ideeën meestal eerst weerstand krijgen. Waarschijnlijk komt de snelle aanname van de theorie
doordat er een honger was naar een nieuwe conceptualisatie. De theorie wordt nu voorzien van commentaar
en kritiek, wat normaal is voor elke nieuwe theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van emerging adulthood?

A

Identiteitsverkenningen;
- Instabiliteit;
- Focus op jezelf;
- Gevoelens van er tussenin vallen;
- Mogelijkheden;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hebben we de term emerging adulthood echt nodig?

A

De snelle verspreiding van de term laat al zien dat meer mensen de term nodig vinden.
- Er is geen betere term te vinden. Late adolescentie is geen goede term, omdat de levens van emerging
adults anders zijn dan die van adolescenten.
- Jonge volwassenheid werkt ook niet, omdat het al eerder gebruikt is om verschillende periodes aan te
duiden. Die term kan beter gebruikt worden voor 30+.
- Een term die ook vaak gebruikt werd is de overgang naar volwassenheid. Maar waarom moet deze
periode een overgang genoemd worden en wordt het niet gezien als losstaande periode met zijn eigen
ontwikkeling?
- Ook de term jeugd is vaak gebruikt. Maar ook deze term werkt niet, om dezelfde reden als jonge
volwassenheid.
- Emerging adulthood is het beste, omdat het een nieuwe term is voor een nieuw fenomeen. Er is nog
wel meer onderzoek nodig naar deze ontwikkelingsperiode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

is de periode negatief of positief voor emerging adults?

A

Voor de meesten positief, maar er zijn wel
ontwikkelingsuitdagingen die als moeilijk worden ervaren. Er is grote heterogeniteit, sommigen ervaren serieuze problemen. Er wordt wel eens gesproken over een quarterlife crisis. Dit komt doordat er
identiteitskwesties zijn in deze periode. Maar als je de grafieken hieronder bekijkt is te zien dat depressieve
symptomen afnemen naar mate de leeftijd toeneemt. Zelfvertrouwen stijgt tijdens emerging adulthood. De
variantie in mentale gezondheid varieert meer bij emerging adults. Dat kan het geval zijn omdat hun sociale
rollen en structuren minder duidelijk zijn dan die van volwassenen of kinderen.

17
Q

Is emerging adulthood goed voor de samenleving?

A

Er wordt vaak gezegd dat emerging adults niet op willen
groeien. Er zit een kern van waarheid in, omdat emerging adults dubbelzinnig zijn over het aannemen van
rollen en verantwoordelijkheden die passen bij volwassenen. Ook zien ze volwassenheid als saai en stilstaand.
De dubbelzinnigheid is geen weigering of afwijzing van volwassen rollen. Het is logisch en goed dat mensen van
deze leeftijd dit ervaren, omdat ze dan die rollen aannemen zodra ze vinden dat ze er zelf klaar voor zijn.
- Aan de ene kant is het goed om te denken dat als mensen het grootste gedeelte van hun twintiger
jaren spenderen om te zoeken naar de juiste baan en de juiste partner ze het gelukkigst worden.
Misschien dat ze dan wel gelukkiger zijn dan wanneer de keuze gemaakt was in de late tienerjaren of
vroege twintiger jaren.
- Aan de andere kant zijn de verwachtingen van emerging adults voor liefde en werk heel hoog. Als
geluk gemeten wordt door het verschil in verwachtingen en de realiteit, scoren emerging adults dan
ook niet hoog. Het kan dus niet gezegd worden dat het bestaan van emerging adult ervoor zorgt dat
mensen in een samenleving ook daadwerkelijk gelukkiger zijn met hun volwassen leven.

18
Q

Waar ging het onderzoek van tanner en annett over?

A
  • De verandering van een industriële naar een op informatie gebaseerde economie en de
    corresponderende toename van behoefte naar postsecundair onderwijs.
  • Dramatische toenames in mogelijkheden rondom educatie en beroepen voor vrouwen, waardoor ze
    later trouwen en kinderen krijgen.
  • Grotere tolerantie voor seks voor het huwelijk, waardoor jongere mensen vaker een actief seksleven
    hebben voor ze denken aan een eventueel huwelijk.
19
Q

Wat waren Tanners toevoegingen op Arnett?

A
  • Verschillende kenmerken van de populatie zijn terug te zien in individuele ontwikkelingen van
    adolescentie in emerging adulthood en naar jongvolwassenheid.
  • Recentering (heroriënteren) is de belangrijkste psychosociale taak van emerging adulthood en bestaat
    uit drie verschillende fases. Hier is ook bewijs voor gevonden in langdurige onderzoeken.
    o Overgang van adolescentie naar emerging adulthood. Individuele relaties en rollen die eerst
    afhankelijk maakten maken een shift naar dynamische relaties waarin macht gedeeld wordt,
    wederkerig etc.
    o Meegaan in de ontwikkelingservaringen die horen bij emerging adulthood. Toewijding aan
    rollen en relaties is tijdelijk van aard. Verkennen is de norm.
    o Het doen van toezeggingen naar rollen en verantwoordelijkheden van de volwassenheid.
  • Het hersengebied voor redeneren en probleemoplossing ontwikkelt helemaal tijdens emerging
    adulthood. Grijze massa wordt minder en witte massa meer (tot halverwege de dertiger jaren).
  • Wijsheid gerelateerde kennis en beoordeling wordt bereikt in deze periode. Zoals: numeriek
    vermogen, algemene intelligentie etc. Sommigen stellen dat na je 25e
    gekristalliseerde kennis
    stabiliseert en vloeiende kennis afneemt.
  • Sociaalemotionele informatie wordt op een andere manier verwerkt dan hoe volwassenen dat doen.
    De reacties van emerging adults zijn sensitiever (vooral voor negatieve stimuli).
  • Er is een toename in het totaalplaatje volwassenheid tijdens de periode. Zo wordt er doelgerichter
    gewerkt en is er meer zelfcontrole.
  • Het is ook een periode waarin er veel potentie is voor persoonlijkheidsverandering. Naar mate de
    leeftijd toeneemt wordt persoonlijkheid stabieler.
  • Mentale gezondheid is complex en divers. Psychiatrische stoornissen hebben een piek in prevalentie.
    Over het algemeen zijn emerging adults hoopvol en optimistisch over hun toekomst.
20
Q

Wat moet er in de toekomstig onderzoek worden gedaan?

A
  • Heterogeniteit in ervaringen van emerging adulthood binnen een cultuur moet onderzocht worden.
  • De mate van beïnvloeding door sociaaleconomische factoren op de kans dat emerging adulthood een
    normale, verwachte fase is van menselijke ontwikkeling moet onderzocht worden. Voorbeelden van
    sociaaleconomische factoren zijn ras, klasse, etniciteit en platteland vs. stad.
21
Q

In welke landen komt emerging adulthood vooral voor?

A

e historische veranderingen hebben wel
wereldwijd plaatsgevonden. Maar de derdewereldlanden zijn overgeslagen. Emerging adulthood komt alleen
voor in landen waarin de economie goed ontwikkeld is.

22
Q

Wat kwam er uit het onderzoek van Plug?

A

er wordt de laatste jaren waargenomen dat de grenzen tussen jeugd en volwassenheid
vervagen. Tussen 1988 en 1997 zijn 85 jongeren gevraagd om te reflecteren op jeugd en volwassenheid. Uit het
onderzoek bleek dat jongeren uit een lagere klasse volwassenheid zagen in termen van het stichten van een
gezin en het vinden van een baan. Jongeren uit een hogere klasse legden een link tussen individuele
ontwikkeling, een complex van indicatoren en volwassenheid. Hiermee zijn de socialisatietheorie en de notie
van reflexiviteit bewezen.

23
Q

Wat gebeurde er in 1970-1995?

A

gemiddelde leeftijd van het volgen van voltijd onderwijs gestegen van 16 naar 20 jaar. Ook het
percentage Nederlandse 19-jarige meisjes wat onderwijs volgt is gestegen van 12% naar 60%. Voor jongens
steeg het percentage van 29% naar 56%.

24
Q

Wat waren de hypotheses van het artikel van Arnett en Tanner?

A
  • Individualised life course hypothese: De visie van jonge mensen op jeugd en volwassenheid verandert
    over tijd en is onafhankelijk van gender of sociale status. Dit komt doordat de vorming van de
    levensloop een geïndividualiseerd proces geworden is.
  • Socialization hypothese: De visie van jonge mensen op jeugd en volwassenheid blijft redelijk stabiel
    over tijd en varieert vooral als gevolg van gender en sociale economische klasse.
25
Q

Wat was de conclusie van het onderzoek van tanner en arnett?

A

r is bewijs gevonden voor de socialisatie hypothese. De geïndividualiseerde hypothese kan alleen
niet verworpen worden. Er zijn veel verschillende antwoorden gegeven, maar ze zijn wel redelijk stabiel over
tijd. Jongens en meisjes ervaren de emerging adulthood verschillend. Ook de sociale klasse heeft invloed op de
vorm van emerging adulthood, de hogere klasse heeft meer mogelijkheden op gebied van opleidingen etc. De
lagere klasse doet het daarom meer op gebied van werk en liefde. SES en geslacht hebben allebei invloed op de
percepties van jonge mensen over jeugd en volwassenheid. Er kunnen alleen geen eenduidige conclusies
getrokken worden, vanwege veel heterogeniteit. Er is wel veel stabiliteit.

26
Q

Wat werd er onderzocht in het onderozek van Zorlu en Mulder?

A

de dynamieken van het ouderlijk huis verlaten voor jongeren van migrantfamilies
in Nederland en Nederlandse jeugd (autochtonen) zijn belicht. Uit het onderzoek blijkt dat migrantjongeren,
vooral Turkse en Marokkaanse jongeren, het huis eerder verlaten dan Nederlandse jongeren. Migrantjongeren
verlaten het huis van hun ouders vaak voor het stichten van een gezin/trouwen, voor de Nederlandse jeugd is
deze weg minder belangrijk geworden op jonge leeftijd.

27
Q

Wat was hypothese 1?

A

n vergelijking met Nederlandse jongeren en Caribbean allochtonen, gaan Turkse, Marokkaanse
en andere niet-westerse allochtonen …
- sneller het huis uit om een gezin te vormen/ te trouwen -> bevestigd;
- sneller het huis uit om alleen en onafhankelijk te wonen -> bevestigd;
- sneller het huis uit om vervolgens een woning te delen met anderen -> bevestigd;
Gedeeltelijke bevestiging gevonden voor hypothese 1. Er zijn ook andere factoren van invloed op het verlaten
van het ouderlijk huis. Zo kan onafhankelijkheid (deels) voorspeld worden door de voorzieningen van de
verzorgingsstaat.

28
Q

Wat was hypothese 2?

A

Vrouwen verlaten sneller dan mannen het huis om een gezin te vormen. Er is vooral een groot verschil
tussen man en vrouw bij niet-westerse, Turkse en Marokkaanse allochtonen. Etnische verschillen in
het verlaten van het ouderlijk huis zijn groter onder vrouwen dan onder mannen -> niet bevestigd,
o Er zijn minder geslachtsverschillen in het verlaten van het ouderlijk huis bij Turkse,
Marokkaanse en andere niet-westerse allochtonen dan bij Nederlanders;
o Etnische verschillen zijn wel groter voor ongetrouwde vrouwen dan voor ongetrouwde
mannen;
- Turkse, Marokkaanse en niet-westerse allochtone vrouwen verlaten het ouderlijk huis minder snel om
alleen te gaan wonen/onafhankelijkheid i.v.m. hun mannen en autochtone vrouwen (algemeen). ->
bevestigd

29
Q

Wat was hypothese 3?

A

: Het gedrag van de 2e
generatie allochtonen m.b.t. het ouderlijk huis verlaten is meer gelijk aan
het gedrag van de Nederlandse populatie dan die van de 1e
generatie -> bevestigd.

30
Q

Wat was de conclusie?

A

Niet-westerse allochtonen verlaten het ouderlijk huis eerder vanwege een vroeger huwelijk/het
stichten van een gezin. Ze gaan ook sneller het huis uit om alleen en onafhankelijk te wonen. Het etnische
verschil kan dus niet alleen uitgelegd worden door de traditionelere culturele normen. Het kan gedeeltelijk
uitgelegd worden met de goede voorzieningen in de Nederlandse verzorgingsstaat.
De geslachtsverschillen bij het verlaten van het ouderlijk huis zijn minder duidelijk voor Turken/Marokkanen en
andere niet-westerse allochtonen in vergelijking met autochtone Nederlanders.
- Wel meer traditioneel gedrag bij Turkse/Marokkaanse vrouwen;
- De algemene bevinding dat vrouwen eerder het huis verlaten voor onafhankelijkheid en
zelfstandigheid is minder uitgesproken voor Turken/Marokkanen dan voor autochtone Nederlanders.
Dit komt overeen met de traditionelere culturen;
Allochtonen van de tweede generatie of de gemixte generatie vertonen meer hetzelfde gedrag als autochtone
Nederlanders dan allochtonen van de eerste generatie.