PRobleem 5 -ecologisch model Flashcards

1
Q

Wat zijn de omgevingstheorieen over interpersoonlijke processen?

A
  • De impact van niet-sociale aspecten van de omgeving wordt overschat, inclusief de substantieve aard
    van de activiteiten.
  • Het concept van de omgeving wordt afgebakend tot een enkelvoudige onmiddellijke setting die het
    subject bevat, in de theorie van Bronferbrenner het microsysteem. Er wordt dus geen aandacht
    besteed aan het gedrag van het subject in meer dan één setting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ecologie van de menselijke ontwikkeling?

A
  1. Dit bevat de wetenschappelijke studies naar de progressieve, wederzijdse aanpassing tussen een actief
    opgroeiend mens en de veranderende kenmerken van de onmiddellijke omgevingen waarin de persoon zich
    begeeft. Dit proces wordt beïnvloed door relaties tussen deze omgevingen en door de grotere contexten
    waarin de omgevingen horen.
    - De ontwikkelende persoon wordt niet gezien als een tabula rasa, waarop de omgeving invloed heeft.
    Het wordt gezien als een groeiende, dynamische entiteit dat zich progressief begeeft in de omgeving
    en deze ook herstructureert.
    - De interactie tussen de persoon en de omgeving is wederzijds (reciprocity).
    - De omgeving die relevant is voor ontwikkelingsprocessen moet connecties tussen meerdere omgeving
    bevatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de vier systemen van de ecologische omgeving?

A
  • Microsysteem: een patroon van activiteiten, rollen en interpersoonlijke relaties die ervaren worden
    door het ontwikkelende persoon in een gegeven setting met bepaalde kenmerken. Bijv.: school, thuis.
  • Mesosysteem: bevat de onderliggende
    verbanden tussen twee of meer omgevingen
    waarin de persoon zich actief in bevind. Bijv.:
    de relaties tussen thuis, school en de
    vriendjes uit de buurt.
  • Exosysteem: een of meer omgevingen waarin
    de ontwikkelende persoon zich niet bevindt.
    Hierin vinden wel gebeurtenissen plaats die
    invloed hebben of beïnvloed worden door de
    omgeving waarin de persoon zich wel
    bevindt. Bijv.: schoolklas van je broer,
    vrienden van je ouders, werk van je ouders.
  • Macrosysteem: overeenkomsten in vorm en
    inhoud van de lower-order systemen (micro-,
    meso- en exo-). Deze bestaan op het niveau
    van de (sub)cultuur als een geheel samen met andere overtuigingen of ideologieën die onderliggend
    zijn aan de overeenkomsten. Bijv.: land waarin je woont, religie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer vindt de ecologische verandering plaatst?

A

. Een ecologische overgang vindt plaats als de positie van de ontwikkelende persoon in de ecologische
omgeving veranderd door een verandering van rol, setting of allebei. Bijv.: het kind wordt vier en gaat naar
school of het krijgt een broertje/zusje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is menselijke ontwikkeling?

A

Menselijke ontwikkeling in het proces waardoor de groeiende persoon een uitgebreidere, gedifferentieerde
en geldige opvatting krijgt. De persoon wordt gemotiveerd en in staat gesteld om deel te nemen aan
activiteiten die de kenmerken van de omgeving onthullen, in stand houden of herstructureren.
- Ontwikkeling bevat veranderingen van kenmerken van de persoon die niet kort duren en niet situatiegebonden zijn.
- Ontwikkelingsverandering vindt plaats in twee domeinen: perceptie en actie.
- Allebei de domeinen hebben een structuur die overeenkomt met de vier levels van ecologische
omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het bio-ecologische model?

A

In het bio-ecologische model wordt ontwikkeling gedefinieerd als: het fenomeen van continuïteit en
verandering in de bio-psychologische kenmerken van mensen, als individuen en als groepen.
- Proces: gaat vooral over proximale processen. Er zijn verschillende vormen van interactie tussen de
persoon en zijn omgeving die in de loop van de tijd plaatsvinden. Het zijn de primaire mechanismes
van de menselijke ontwikkeling.
- Persoon: er zijn drie kenmerken die het meest bepalend zijn voor de koers van de toekomstige
ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is context en tijd binnen het bio ecologische model?

A

o Microtijd: (dis)continuïteit in continue periodes van een proximaal proces. Bijv. hoe vaak je
gestoord wordt tijdens rekenen en hoelang je rekent.
o Mesotijd: de regelmaat van de continue periodes over bredere tijdsintervallen, zoals dagen
en weken. Bijv.: elke ochtend rekenen of één keer per week.
o Macrotijd: veranderende verwachtingen/gebeurtenissen in de grotere context, binnen en
buiten generaties, zoals die van invloed zijn op en beïnvloed worden door
processen/uitkomsten van de menselijke ontwikkeling tijdens het leven. Bijv.: veranderde overtuigingen/verwachtingen en gebeurtenissen (historisch) of puberteit/scheiding (life
events).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is er anders aan het bio-ecologische model in vergelijking met het ecologische model?

A
  • Voor ontwikkeling is het vereist dat een persoon meedoet aan activiteiten.
  • Om effectief te zijn, moet de activiteit regelmatig gebeuren.
  • Ook moet de activiteit lang genoeg duren om complex genoeg te worden.
  • De invloed van proximale processen moet wederkerig zijn.
  • Proximale processen zijn niet gelimiteerd tot interacties met mensen, kan ook met
    objecten/symbolen.
  • De factoren (bijv. persoonlijke kenmerken) veroorzaken veranderingen in de inhoud, timing en
    effectiviteit van proximale processen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn force charcteristiscs?

A

je kan er wel wat aan doen, meetbare dingen.
- Developmentally generative characteristics → Moeilijkheden om de controle over emoties en gedrag
te behouden.
- Developmentally disruptive characteristics → Actieve oriëntaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn resource characteristics?

A

gekregen, kan je niks aan doen, kan ook fysiek zijn.
- Verplichtingen → Aandoeningen die de functionele integriteit van het organisme beperken of
verstoren
- Ontwikkelingsactiva → Bekwaamheid, kennis… etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn demand charactistics?

A

dingen uit de omgeving komen op je af. Het vermogen om reacties uit de sociale
omgeving uit te lokken of te ontmoedigen die processen van psychologische groei kunnen verstoren of
bevorderen (bv. aantrekkelijkheid). Eigenschappen kind lokt reactie uit of ontmoedigd een reactie. (Vader en
(on)aantrekkelijke dochter).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren de effecten van een laag geboortegewicht?

A

Kinderen met een laag geboortegewicht hadden meer kans op groeiproblemen, ziektes, verminderde
intellectuele ontwikkeling, slechtere schoolprestaties. Jongens hadden daar meer kans op deze problemen dan
meisjes. Kinderen met een laag geboortegewicht presteerden vaak onder hun niveau. Kinderen met een lage
SES hadden hier meer kans op dan kinderen met een hogere SES.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de developmental niche van super en harkness?

A

Dit bevindt zich op het microniveau in het
ontwikkelingsmodel van Bronferbrenner en bestaat uit drie subsystemen:
- Fysieke en sociale omgevingen waarin het kind leeft (settings): dit kan erg verschillen per cultuur. Zo
hebben kinderen in westerse culturen een eigen slaapkamer, terwijl niet-westerse kinderen niet
gescheiden worden van hun moeder.
- Cultureel bepaalde gewoonten van verzorging en
opvoeding; Bijv.: verschillen in opvoeding van jongens en
meisjes.
- De psychologie van opvoeders: de opvattingen van
opvoeders over kinderen, verzorging, opvoeding en
ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly